Jo Noppe aangesteld als nieuwe hoofdstatisticus

Net als een groot deel van de andere medewerkers van de Vlaamse Statistische Autoriteit (VSA), kwam Jo in 2016 over van de vroegere Studiedienst van de Vlaamse Regering. Daar was hij themaverantwoordelijke armoede, gelijke kansen en diversiteit, thema’s die hij in de jaren daarna ook opvolgde binnen de VSA. In de VSA werd hij tegelijk ook coördinator analyse en ontsluiting. Daardoor was hij van bij de start nauw betrokken bij de uitbouw en strategie van de VSA en het netwerk Statistiek Vlaanderen. Na het vertrek van Roeland in november vorig jaar werd hij samen met collega Ann Carton aangeduid als hoofdstatisticus ad interim.

Gezien zijn sterke betrokkenheid bij de uitbouw van de VSA en het netwerk Statistiek Vlaanderen tijdens de voorbij jaren is het niet verwonderlijk dat Jo op de eerste plaats het bestaande werk wil verder zetten: “De afgelopen jaren heeft het netwerk Statistiek Vlaanderen belangrijke stappen vooruit gezet in de uitbouw van een volwaardig openbaar statistiek systeem in Vlaanderen. De principes van de Europese praktijkcode over de kwaliteit, onafhankelijkheid en relevantie van openbare statistieken worden tegenwoordig algemeen aanvaard binnen de Vlaamse overheid. Dat hebben we in grote mate te danken aan de inzet en visie van Roeland, maar zeker ook aan de inspanningen van iedereen die binnen het netwerk Statistiek Vlaanderen hieraan heeft meegewerkt. We mogen terecht fier zijn op het feit dat we er de afgelopen jaren samen in geslaagd zijn om een cultuuromslag te realiseren in de manier waarop de Vlaamse overheid omgaat met de productie en publicatie van openbare statistieken en data.”

Maar het werk is zeker nog niet af: “De belangrijkste opdracht bestaat er nu in om op die stevige fundamenten verder te bouwen en de principes van de Europese praktijkcode verder te consolideren en te verankeren, binnen de Vlaamse overheid en binnen het Vlaamse politieke bestel. Zeker ook met de verkiezingen in 2024 in gedachten moeten we blijvend inzetten op het uitleggen en duiden van onze opdracht en het belang van onze activiteiten. In een volwassen democratie zijn relevante, kwaliteitsvolle en professioneel onafhankelijk geproduceerde en gepubliceerde openbare statistieken en data van essentieel belang.”

Binnen het netwerk Statistiek Vlaanderen loopt momenteel een belangrijke oefening om te komen tot een nieuwe strategische blauwdruk. Die zal de basis vormen voor het volgende statistische meerjarenprogramma dat na het aantreden van de nieuwe Vlaamse Regering moet vastgelegd worden. Jo ziet daarbij een aantal belangrijke uitdagingen: “Hoe kunnen we samen als netwerk de komende jaren de volgende stap vooruit zetten en onze werking en scope verder verbreden? Momenteel is onze werking sterk gericht op de statistieken opgenomen op de lijst van Vlaamse openbare statistieken. Dat zijn er ondertussen een 350-tal. Maar dat is maar een beperkt deel van alle statistieken en data die door Vlaamse overheidsinstanties momenteel worden geproduceerd. Hoe zorgen we ervoor dat ook die statistieken en data op termijn gaan voldoen aan onze principes van relevantie, kwaliteit en onafhankelijkheid? Moeten we daarvoor bepaalde geldende afspraken en regels binnen het netwerk herbekijken? En zo ja, hoe doen we dat zonder te raken aan onze richtinggevende principes?”

Een tweede uitdaging betreft de positie en rol die de VSA wil innemen binnen het netwerk: “Het netwerk Statistiek Vlaanderen bestaat uit meer dan 60 verschillende entiteiten. Een dergelijk groot netwerk heeft nood aan sturing en coördinatie. De VSA moet niet bang zijn om die rol ook daadwerkelijk op te nemen, uiteraard steeds in nauw overleg met de rest van het netwerk. Tegelijk moeten we als VSA de komende jaren verder inzetten op ondersteuning en een volwaardig dienstenaanbod uitwerken voor de entiteiten van het netwerk. De afgelopen jaren hebben we veel aandacht besteed aan de uitbouw van het kader van ons netwerk via de protocollen, het ambtelijk Coördinatiecomité voor Vlaamse Openbare Statistieken (CVOS), de Raad voor Vlaamse Openbare Statistieken (RVOS) en het Vlaams statistisch programma. De komende jaren willen we dat kader stelselmatig meer inhoud geven en de entiteiten heel concreet ondersteunen bij het aanpakken van de problemen en issues waarmee zij geconfronteerd worden bij hun statistiekproductie en -ontsluiting. Daar horen ook de uitwerking van een degelijk en bruikbaar kwaliteitskader en een nieuwe aanpak van gebruikersinspraak bij.”

Tot slot ziet Jo nog een aantal belangrijke uitdagingen binnen de VSA zelf: “We moeten binnen de VSA verder inzetten op de professionalisering van de interne processen met onder meer een structurele en uniforme werking op vlak van dataverwerving, -verwerking en -deling. Een belangrijke rol daarin zal vervuld worden door ons nieuwe statistische datawarehouse. Het datawarehouse moet er voor zorgen dat de datastromen binnen de VSA, binnen het netwerk en van en naar externen meer gestandaardiseerd en beter gedocumenteerd kunnen verlopen, met inachtneming van alle regelgeving inzake dataprivacy en -gevoeligheid. Ook andere netwerkleden zullen hiervan de vruchten kunnen plukken, onder meer via de dienstverlening van de VSA als ‘trusted third party’ (TTP) en de mogelijkheid tot koppeling van databestanden op microniveau. Tot slot moeten we als VSA de komende jaren in overleg met de entiteiten van het netwerk ook verder inzetten op de uitbouw van de data science hub om op basis van innovatieve technieken zoals ‘machine learning’ en artificiële intelligentie nieuwe Vlaamse openbare statistieken te kunnen ontwikkelen.”