Metadata: Consumptie van voedingswaren
Verantwoordelijke entiteit
Vlaamse Statistische Autoriteit
Metadatafiche laatste update
05-10-2025
Databron
De gegevens over uitgaven voor voeding worden verzameld via een steekproefenquête bij huishoudens, het Huishoudbudgetonderzoek. Daarnaast wordt het Rijksregister van de natuurlijke personen gebruikt als administratieve databron. Vanuit het Rijksregister wordt een volkomen aselecte steekproef getrokken van huishoudens die in België wonen. Deze steekproef bevat persoonsgegevens zoals naam, adres, geboortemaand en -jaar, geslacht, nationaliteit en woonplaats. Deze informatie dient als basis voor het opzetten van het veldwerk, het beoordelen van de representativiteit van de steekproef en het berekenen van wegingscoëfficiënten. De gegevens uit het Rijksregister worden gekoppeld aan de enquêtegegevens om achtergrondkenmerken van huishoudens te verrijken en om analyses mogelijk te maken op basis van demografische en geografische kenmerken. Sinds 2018 maakt het Rijksregister deel uit van een drievoudige steekproefstructuur, samen met een panelcomponent en een deel ingebouwd in de arbeidskrachtenenquête.
Het Huishoudbudgetonderzoek verzamelt gegevens over uitgaven voor voeding via een dagboekmethode, waarbij huishoudens gedurende vijftien dagen hun uitgaven noteren. Dit gebeurt via een internettoepassing of op papier, ondersteund door elektronische vragenlijsten en draagbare computers.
De gegevens over uitgaven voor voeding worden doorlopend verzameld. Dit betekent dat de dataverzameling niet beperkt is tot een specifieke periode in het jaar, maar gespreid gebeurt. Huishoudens worden op verschillende momenten geselecteerd en bevraagd. Vanaf 2018 wordt gebruikgemaakt van een dagboekmethode waarbij elk deelnemend huishouden gedurende een periode van vijftien dagen zijn uitgaven noteert. Deze vijftien dagen zijn niet voor alle huishoudens gelijk, maar worden gespreid over het jaar om seizoensinvloeden en andere tijdsgebonden variaties in uitgaven – zoals die voor voeding – correct te kunnen inschatten.
Sinds 2018 bestaat de steekproef uit drie delen: een deel ingebouwd in de arbeidskrachtenenquête, een panelcomponent en een bijkomende steekproef uit het rijksregister.
Statistische populatie
De populatie bestaat uit alle particuliere huishoudens die in België wonen, ongeacht hun grootte, gewest van verblijf, inkomensniveau of kenmerken van de referentiepersoon.
Het geografisch bereik van de enquête is België, inclusief de drie gewesten. Voor de Vlaamse Openbare Statistiek worden enkel de respondenten die in het Vlaams Gewest wonen in ogenschouw genomen.
De referentieperiode voor de uitgaven voor voeding in het Huishoudbudgetonderzoek is het jaar voorafgaand aan de enquête. De dataverzameling is doorheen de jaren geëvolueerd:
- Van 1961 tot 1988: De enquête werd één keer per tien jaar uitgevoerd.
- Van 1995 tot 2010: De enquête werd jaarlijks georganiseerd.
- Vanaf 2012 tot 2024: De enquête wordt tweejaarlijks uitgevoerd, telkens in de even jaren.
De dataverzameling gebeurt gespreid over het jaar. Huishoudens worden op verschillende momenten geselecteerd en vullen gedurende een periode van vijftien dagen een uitgavendagboek in. Deze vijftien dagen zijn niet voor alle huishoudens gelijk, maar worden verspreid over het kalenderjaar om seizoensgebonden variaties in uitgaven – zoals die voor voeding – correct te kunnen inschatten.
Variabelen
Uitgaven voor voeding worden gedefinieerd als het deel van de consumptie dat bestaat uit de aankoop van voedingsmiddelen en dranken op de markt in ruil voor geldmiddelen. Deze uitgaven worden gecategoriseerd volgens de internationale COICOP-classificatie, die toelaat om voedingsuitgaven op een gestandaardiseerde manier te groeperen en te analyseren.
In het kader van het Huishoudbudgetonderzoek worden deze uitgaven geregistreerd via een dagboekmethode. Sinds 2018 noteren deelnemende huishoudens gedurende een periode van vijftien dagen al hun uitgaven, waaronder die voor voeding. Deze registratie gebeurt via een digitale toepassing of op papier. De dagboekmethode laat toe om gedetailleerde en actuele informatie te verzamelen over de aankoop van voedingsmiddelen, inclusief frequentie, bedrag en type product. De vijftiendaagse periode is gespreid over het jaar en verschilt per huishouden, zodat seizoensgebonden variaties in voedingsuitgaven kunnen worden meegenomen in de analyse.
De verzamelde gegevens worden vervolgens gekoppeld aan achtergrondkenmerken van het huishouden, zoals grootte, inkomensniveau en leeftijd van de referentiepersoon, om de uitgaven voor voeding in context te kunnen interpreteren.
De uitgaven voor voeding worden uitgedrukt in euro per huishouden, volgens de COICOP-HBS-BE nomenclatuur.
Voor de classificatie van uitgaven voor voeding wordt gebruikgemaakt van de COICOP-classificatie (Classification of Individual Consumption by Purpose), een internationale standaard ontwikkeld door de Verenigde Naties en gehanteerd door Eurostat.
- Tot 2010: werd een nationale nomenclatuur gebruikt voor consumptiegoederen.
- Vanaf 2012: werd overgeschakeld op de COICOP-HBS-BE-nomenclatuur, een Belgische toepassing van de internationale COICOP-structuur.
- Vanaf 2016: wordt de ECOICOP-BE-nomenclatuur gebruikt, een uitgebreidere en geactualiseerde versie die beter aansluit bij Europese vereisten.
Deze nomenclaturen structureren de uitgaven in hiërarchische categorieën, waarbij voeding een hoofdgroep vormt met subgroepen zoals:
- Brood en granen
- Vlees
- Vis
- Melk, kaas en eieren
- Oliën en vetten
- Fruit
- Groenten
- Suiker, confiserie en desserts
- Andere voedingsmiddelen
De ECOICOP-nomenclatuur maakt het mogelijk om uitgaven voor voeding gedetailleerd te analyseren en te vergelijken over tijd en tussen regio’s. Ze wordt ook gebruikt voor het samenstellen van de consumptieprijsindex.
Voor de achtergrondkenmerken, zoals geslacht, leeftijd, arbeidssituatie en woonsituatie wordt de situatie van de referentiepersoon genomen. Het inkomenskwartiel wordt toegewezen op bas Vis van het inkomen van het huishouden, zoals gerapporteerd in de enquête. De referentiepersoon wordt gedefinieerd als het lid dat het meest bijdraagt aan de financiële middelen van het huishouden. Als twee leden evenveel bijdragen, krijgt de oudste persoon voorrang.
Het inkomen wordt niet als exact bedrag gerapporteerd, maar via een indeling in inkomenskwartielen. Deze kwartielen verdelen de huishoudpopulatie in vier gelijke groepen op basis van hun inkomen:
- Onderste kwartiel (laagste 25%)
- Tweede kwartiel
- Derde kwartiel
- Bovenste kwartiel (hoogste 25%)
Deze indeling maakt het mogelijk om uitgaven voor voeding te analyseren in relatie tot het inkomensniveau van het huishouden.
Bewerkingen
De resultaten van het Huishoudbudgetonderzoek, waaronder de uitgaven voor voeding, worden geëxtrapoleerd naar de volledige Belgische huishoudpopulatie. Dit gebeurt op basis van een steekproef die is getrokken uit het Rijksregister van natuurlijke personen. De extrapolatie houdt in dat de gegevens van de bevraagde huishoudens worden gewogen zodat ze representatief zijn voor de totale populatie. Bij deze weging wordt rekening gehouden met achtergrondkenmerken zoals de grootte van het huishouden, het gewest van verblijf, het inkomensniveau en de leeftijd van de referentiepersoon. Op die manier kunnen de uitgaven voor voeding correct worden ingeschat voor alle huishoudens in België. Er worden geen bijkomende statistische correcties toegepast op de verzamelde gegevens. Dit betekent dat er geen imputatie gebeurt voor ontbrekende antwoorden, geen herkalibratie van uitgavenbedragen en geen aanpassingen voor onder- of overrapportering. De gepubliceerde resultaten zijn dus een directe extrapolatie van de ruwe gegevens, zonder verdere bewerking.
Het vertrouwelijkheidsbeleid van het Huishoudbudgetonderzoek is erop gericht om de privacy van respondenten te waarborgen en tegelijk betrouwbare statistische informatie te publiceren. Tot en met 2010 golden er specifieke beperkingen voor de publicatie van resultaten. In die periode werden gegevens enkel gepubliceerd indien het aantal reagerende huishoudens voor een bepaalde categorie minstens tien bedroeg. Deze drempel werd gehanteerd om te voorkomen dat individuele huishoudens indirect identificeerbaar zouden zijn in de gepubliceerde tabellen of analyses.
Vanaf 2012 zijn deze beperkingen opgeheven. Sindsdien worden de resultaten zonder dergelijke publicatiedrempel vrijgegeven, maar wordt wel steeds het aantal huishoudens vermeld dat aan de betreffende enquête heeft deelgenomen. Dit zorgt voor transparantie over de onderliggende steekproefgrootte en laat gebruikers toe om de betrouwbaarheid van de cijfers beter in te schatten.
Accuraatheid
De variatiecoëfficiënt voor het Huishoudbudgetonderzoek 2022 bedraagt 0,95 procent.
De steekproef werd tot 2016 rechtstreeks uit het rijksregister getrokken. Sinds 2018 bestaat de steekproef uit drie delen: een deel ingebouwd in de arbeidskrachtenenquête, een panelcomponent en een bijkomende steekproef uit het rijksregister.
In het Huishoudbudgetonderzoek kunnen verschillende soorten niet-steekproeffouten voorkomen. Ten eerste zijn er registratiefouten door respondenten, zoals het vergeten te noteren van uitgaven, het onnauwkeurig invullen van bedragen of het verkeerd toewijzen van uitgaven aan categorieën binnen de COICOP-classificatie. Ten tweede kunnen interpretatiefouten optreden wanneer respondenten vragen of categorieën verkeerd begrijpen, wat leidt tot foutieve classificatie van bijvoorbeeld voedingsuitgaven. Ten derde kunnen technische problemen bij het gebruik van digitale dagboeken, zoals storingen in de internettoepassing of draagbare computers, leiden tot verlies of onvolledigheid van gegevens. Daarnaast bestaat het risico op verlies of beschadiging van papieren dagboeken. Ook vertragingen in de verwerking van gegevens, zoals laattijdige terugzending of fouten bij het koppelen van enquêtegegevens aan administratieve bronnen, kunnen de datakwaliteit beïnvloeden. Tot slot is er sprake van non-respons en selectieve uitval: huishoudens die niet deelnemen of voortijdig afhaken kunnen systematisch verschillen van deelnemende huishoudens, wat vertekening veroorzaakt. Hoewel deze fouten niet afzonderlijk worden gecorrigeerd, worden ze wel gemonitord via interne kwaliteitsindicatoren en vijfjaarlijkse kwaliteitsrapporten aan Eurostat.
Vergelijkbaarheid
De cijfers over uitgaven voor voeding zijn geografisch vergelijkbaar tussen de gewesten.
Er zijn enkele reeksbreuken, bijvoorbeeld tussen 1987/88 en 1995/96, en tussen 2010 en 2012, door wijzigingen in de onderzoeksopzet.