Productiviteit in de industrie

De arbeidsproductiviteit (open definitie) in de Vlaamse industrie (open definitie) wordt voor 2023 geraamd op 139.800 euro. De arbeidsproductiviteit is de verhouding tussen de bruto toegevoegde waarde (open definitie) en de werkgelegenheid (open definitie) in de industrie of de hoeveelheid bruto toegevoegde waarde die een werkende in de industrie produceert. De arbeidsproductiviteit ligt in de industrie op een structureel hoger niveau dan in de hele economie.

De arbeidsproductiviteit nam onafgebroken toe tussen 2010 en 2019. In 2020 viel de arbeidsproductiviteit terug door het uitbreken van de Covid-19-crisis, met een terugval van de economische activiteit als gevolg. Dat werd vooral opgevangen door minder gepresteerde uren, eerder dan door een daling van de werkgelegenheid.

De herneming van de economische activiteit in 2021 zorgde ook voor een groei van de arbeidsproductiviteit in de industrie en bij uitbreiding in de hele economie. Die groei werd verdergezet in 2022 en in 2023. In 2023 steeg de arbeidsproductiviteit in de industrie met +4,2% en in de hele economie met +3,9%.

De arbeidsproductiviteit in de Vlaamse industrie kwam op 111.000 euro in 2020. Dat is lager dan in het Waalse Gewest (112.600 euro), maar hoger dan in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (101.600 euro). Dat laatste is opmerkelijk, want de totale Brusselse arbeidsproductiviteit voor de hele economie is hoger dan de Vlaamse of de Waalse.

Het EU27-gemiddelde van de arbeidsproductiviteit in de industrie was 66.500 euro in 2020. Van onze buurlanden kwam enkel Nederland (110.500 euro) in de buurt van het Vlaamse Gewest. In België in zijn geheel ging het om 111.100 euro.