Tewerkstelling in hoogtechnologische sector
Hoogtechnologische sector goed voor iets minder dan 7% van totale werkgelegenheid
In 2023 bedroeg de werkgelegenheid in de 6,8% van de totale werkgelegenheid in het Vlaamse Gewest. De was met 3,9% van de totale werkgelegenheid de belangrijkste component. De kwamen op een aandeel van 2,9%. Tussen 2009 en 2016 nam het aandeel van de hoogtechnologische sector beperkt af (van 7% tot 6,4%). Nadien nam het weer enigszins toe. Deze evolutie was het resultaat van 2 tegengestelde bewegingen: het aandeel van de (medium) high-tech industrie kalfde doorheen deze periode af, vooral tot 2016. Het aandeel van de high-tech diensten nam daarentegen toe, vooral na 2016.
Dienstverlening voor computers en informatie belangrijkste bedrijfstak
In de industrietak was de werkgelegenheid uitgedrukt in personen in 2023 het grootst in de chemie, fabricatie van machines, apparaten en werktuigen en assemblage van motorvoertuigen. Bij de diensten gaat het vooral over dienstverlening op het vlak van computers en informatie.
Vlaamse hoogtechnologische werkgelegenheid lager dan EU-
In 2023 lag het aandeel van de werkgelegenheid in de hoogtechnologische sector het hoogst in het Vlaamse Gewest (6,8% van de totale werkgelegenheid). In het Brusselse en Waalse Gewest was dat aandeel respectievelijk 5,4% en 4,9%. Het Brusselse Gewest scoort weliswaar hoger op de dienstencomponent (4,5%), maar de (medium) high-tech industrie komt er naar verhouding zwakker aan bod (0,9%). In het Waalse Gewest is de industriecomponent (3,2%) belangrijker dan de dienstencomponent (1,8%), net zoals in het Vlaamse Gewest.
Van de EU27-landen (data 2022) heeft Tsjechië het hoogste aandeel van de hoogtechnologische sector (14%). Dan komen Hongarije, Slovenië, Duitsland, Slovakije en Ierland met elk tussen 11% en 12%. Op Ierland na danken deze landen dat aan een hoog aandeel van de (medium) high-tech industrie. Het EU27-gemiddelde komt op 8,4%. Cyprus en Griekenland noteren de laagste aandelen (4,8% en 3,8%).