Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Materialenvoetafdruk tussen 2010 en 2018 gestegen met 8,5%

Het voortschrijdend gemiddelde van de materialenvoetafdruk van de consumptie in het Vlaamse Gewest steeg van 176 miljoen ton in 2010 naar 191 miljoen ton in 2018 (+8,5%). Het gaat om het totaal aan primaire grondstoffen die wereldwijd ontgonnen worden voor de finale consumptie van goederen en diensten in het Vlaamse Gewest.

29,1 ton materialenvoetafdruk per inwoner in 2018

De materialenvoetafdruk per inwoner steeg tussen 2010 en 2018 van 28,2 ton per inwoner naar 29,1 ton per inwoner. Dat komt overeen met een stijging van 3%.

Materiaalproductiviteit lag in 2018 op 1,22 euro per kg

Door het bruto binnenlands product (bbp) uit te drukken ten opzichte van de materialenvoetafdruk, wordt de materiaalproductiviteit van een regio gemeten: het vermogen om aan dezelfde consumptie te voldoen met minder primair materiaalverbruik, inclusief de indirecte consumptie van materialen. Een toename in de materiaalproductiviteit duidt op een verbeterde milieuprestatie van de productieketens. De materiaalproductiviteit lag in het Vlaamse Gewest in 2018 op 1,22 euro per kilogram (kg).

Het voortschrijdende gemiddelde van de materiaalproductiviteit vertoonde geen duidelijke trend in de periode 2010-2018. Voor het Vlaamse Gewest is er dus geen sprake van een (relatieve) ontkoppeling van het bruto binnenlands product ten opzichte van de materialenvoetafdruk.