Zuiveringsgraad bedraagt 88%, saneringsgraad 88,4%
Eind 2023 lag de van het afvalwater in het Vlaamse Gewest op 88%. Het gaat om het aandeel van de inwoners waarvan het afvalwater gezuiverd wordt in een openbare rioolwaterzuiveringsinstallatie. Dat aandeel is sterk toegenomen in de laatste decennia. In 1992 lag de zuiveringsgraad op 26%, in 2000 op 45% en in 2010 op 74%.
De snelheid waarmee de zuiveringsgraad stijgt, neemt in de meest recente jaren echter af. Wellicht speelt hier mee dat het resultaat dat met een gelijkaardige inspanning bereikt kan worden, steeds kleiner wordt. Het zijn immers steeds vaker kleinere en meer afgelegen woonkernen die nog op de openbare waterzuiveringsinfrastructuur moeten aangesloten worden. Met de uitbreiding van het riolerings- en collecteringsstelsel nemen de kosten voor exploitatie, onderhoud en vervanging bovendien toe waardoor minder budget resteert voor bijkomende aansluitingen.
Voor landelijke of afgelegen woningen overstijgen de kosten voor rioleringsaanleg de baten van een aansluiting op riolering en collectieve waterzuivering. Daarom is voor die locaties een verplichte IBA (individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater) vastgelegd. Eind 2023 waren er 16.753 van deze IBA’s gebouwd (31,5% van het totale aantal te installeren IBA’s).
Door de cijfers van IBA’s en collectieve zuivering samen te nemen in 1 cijfer – de saneringsgraad – krijgen steden en gemeenten een vollediger beeld van hun vooruitgang. De in het Vlaams Gewest bedroeg eind 2023 88,4%.
Saneringsgraad hoogst aan kust, in stedelijke gebieden en Limburg
De saneringsgraad van het afvalwater ligt het hoogst in de kustgemeenten, in de stedelijke gebieden en in Limburg.
Bronnen
- Vlaamse Milieumaatschappij (VMM):