Vroegtijdige schoolverlaters (op basis van EAK-enquête)

In 2024 was volgens de resultaten van de Enquête naar de Arbeidskrachten (EAK) 5,8% van de Vlaamse 18- tot 24-jarigen een vroegtijdige schoolverlater. Het gaat om jongeren die geen einddiploma van het niveau secundair onderwijs hebben behaald en die geen onderwijs of opleiding volgden in de 4 weken voor de bevraging. In 1999 lag het aandeel vroegtijdige schoolverlaters duidelijk hoger (13,6%). Sindsdien vertoont dit aandeel voornamelijk een neerwaartse trend.

Het aandeel vroegtijdige schoolverlaters lag in 2024 bij mannen (7,6%) hoger dan bij vrouwen (4,0%). Sinds 1999 daalt dat aandeel zowel bij mannen als bij vrouwen. In 2024 bedroeg het verschil tussen mannen en vrouwen 3,7 procentpunten (ppt.). Dat is iets kleiner dan in 1999 (4,5 ppt.).

In 2024 lag het aandeel vroegtijdige schoolverlaters in het Vlaamse Gewest (5,8%) lager dan in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (9,8%) en in het Waalse Gewest (8,1%). In België in zijn geheel ging het om 7,0%.

In de Europese Unie (EU27) lag het aandeel vroegtijdige schoolverlaters in 2024 gemiddeld op 9,3%. Tussen de EU-landen bestaan er onderling grote verschillen. In Roemenië verliet 16,8% van de jongeren vroegtijdig de school. In Kroatië lag dat aandeel op 2,0%.