Bebouwde gronden en aanverwante terreinen

Begin 2024 werd 3.973 vierkante kilometer (km²) in het Vlaamse Gewest in beslag genomen door bebouwde gronden en aanverwante terreinen. Dat komt overeen met 29,2% van de totale oppervlakte van het gewest (13.626 km²). Het gaat vooral om percelen ingenomen door woningen en wegen, inclusief aangrenzende ruimtes gebruikt voor het uitoefenen van menselijke activiteiten zoals bijvoorbeeld stadsparken en tuinen.

Het aandeel bebouwde gronden neemt jaarlijks toe. In 2000 was 24,4% van de totale oppervlakte ingenomen door bebouwde gronden, in 2024 lag dat aandeel bijna 5 procentpunten hoger.

De belangrijkste ruimtegebruiker bij de bebouwde gronden is de woonfunctie: in 2024 was 44,2% van de bebouwde gronden verbonden met de woning. Ook terreinen voor vervoer en telecommunicatie gebruiken een aanzienlijk aandeel van de bebouwde oppervlakte. In 2024 ging het om 29,6%.

In 36 gemeenten van het Vlaamse Gewest lag de oppervlakte ingenomen door bebouwde gronden en aanverwante terreinen in 2024 op 50% of meer. Dat was het geval in de grootsteden Antwerpen en Gent, in sommige van hun randgemeenten en in enkele gemeenten in de noordoostelijke rand rond Brussel. Ook in de centrumsteden Oostende, Leuven, Genk, Brugge en Roeselare lag dat aandeel hoger dan 50%. De regio Roeselare – Kortrijk – Waregem is eveneens opvallend dichter bebouwd dan gemiddeld. In de Westhoek, het Meetjesland, de Kempen en Zuid-Limburg ligt het aandeel oppervlakte ingenomen door bebouwde gronden het laagst.

Het aandeel oppervlakte ingenomen door bebouwde gronden en aanverwante terreinen ligt veruit het hoogst in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. In 2024 was 80,5% van de oppervlakte van het Brusselse Gewest ingenomen door bebouwde gronden. In het Waalse Gewest lag dat aandeel met 15,8% het laagst.

In alle gewesten steeg het aandeel oppervlakte ingenomen door bebouwde gronden en aanverwante terreinen tussen 1990 en 2024. Die stijging was relatief gezien het sterkst in het Vlaamse Gewest.