Vertrouwen in instellingen

Gevraagd naar het vertrouwen in 23 verschillende instellingen binnen en buiten de overheid, gaven de inwoners van het Vlaamse Gewest in het najaar van 2023 aan het meeste vertrouwen te hebben in het onderwijs en de politie. Respectievelijk 61% en 57% van de bevolking van 18 jaar en ouder gaf op dat moment aan (heel) veel vertrouwen te hebben in deze instellingen.

Het minste vertrouwen heeft de bevolking in de politieke partijen. Slechts 4% geeft aan (heel) veel vertrouwen te hebben in de partijen.

Bij de politieke instellingen scoren de gemeentelijke instellingen over het algemeen beter dan de instellingen op provinciaal, Vlaams, federaal en Europees niveau.

Ten opzichte van voorgaande jaren is het vertrouwen in het onderwijs afgenomen. Dat daalde van 67% in 2021 naar 61% in 2023. Bij de andere instellingen zijn er geen significante wijzigingen.

Vergelijkbare cijfers over vertrouwen in instellingen voor de periode voor 2021 zijn niet beschikbaar.

Het vertrouwen van mannen en vrouwen in instellingen is grotendeels vergelijkbaar. Enkel het vertrouwen in vakbonden verschilt significant: 20% van de mannen heeft (heel) veel vertrouwen in vakbonden, bij vrouwen ligt dat aandeel op 25%.

Naar leeftijd kan het vertrouwen in sommige instellingen soms sterk verschillen. Het vertrouwen van de jongste leeftijdsgroepen is globaal gezien iets hoger dan het vertrouwen van de oudere leeftijdsgroepen. Dat is onder meer het geval bij het vertrouwen in het leger, in werkgevers en in vakbonden.

Opvallend is ook dat bij de oudste leeftijdsgroep het vertrouwen in politieke instellingen het kleinst is in de Europese instellingen en het grootst in de gemeentelijke instellingen. Bij de jongste leeftijdsgroep is dat omgekeerd: daar is het vertrouwen in de gemeentelijke, provinciale, Vlaamse en federale instellingen het laagst en in de Europese instellingen het hoogst.

Bij het vertrouwen in de politie, het onderwijs, de politieke partijen, de pers, de gemeenteraad, de provincieraad, de gouverneur en deputatie, de provinciale administratie, het Vlaamse parlement, de Vlaamse regering, de Vlaamse administratie en de federale administratie zijn er geen significante verschillen naar leeftijd.

Algemeen gesteld ligt het vertrouwen in instellingen hoger bij hooggeschoolden dan bij laaggeschoolden. Enkel het vertrouwen in vakbonden, de gouverneur en deputatie en de burgemeester en schepenen ligt hoger bij laaggeschoolden dan bij midden- en/of hooggeschoolden.