Kampeerterreinen goed voor 37% van alle slaapplaatsen
Bijna 188.000 slaapplaatsen waren midden 2025 te vinden op campings of in andere terreingerelateerde logies. Dat komt overeen met 37% van alle toeristische bedden. Daarnaast waren vakantiewoningen goed voor bijna 127.000 bedden (25% van het totaal). In hotels waren er bijna 80.000 slaapplaatsen (16%).
Hostels en jeugdverblijven hebben vaakst toegankelijkheidslabel
Op 1 juli 2025 hadden 323 logies een toegankelijkheidslabel A of A+, dat komt overeen met 1% van het totaal aantal logies. Een A-label betekent dat het verblijf toegankelijk is voor beperkt mobiele mensen, maar dat er mogelijk een extra inspanning of een helper nodig is. Een label A+ betekent dat beperkt mobiele mensen er comfortabel en zelfstandig kunnen verblijven.
In absolute aantallen zijn het vooral jeugdverblijven (130), hotels (72) en vakantiewoningen (61) die een toegankelijkheidslabel hebben.
Van de hostels heeft 43% een A- of A+-toegankelijkheidslabel. Bij de jeugdverblijven gaat het om 21%. Ook 8% van de hotels en 4% van de campings en terreingerelateerde logies voldoen aan de voorwaarden voor het ontvangen van een A- of A+-toegankelijkheidslabel. Bij de andere logiestypes gaat het om minder dan 1%.
Meeste slaapplaatsen aan de kust en in Antwerpen, Brugge, Gent en de Kempen
De kustgemeenten telden midden 2025 in absolute termen het hoogste aantal slaapplaatsen. In Middelkerke (39.764) is de logiescapaciteit met voorsprong het grootst van alle gemeenten van het Vlaamse Gewest. De andere kustgemeenten tellen telkens tussen de 14.000 en 29.200 toeristische slaapplaatsen.
Ook enkele kunststeden hebben een grote logiescapaciteit. In Antwerpen zijn er ruim 25.000 bedden, in Brugge (inclusief Zeebrugge) ruim 16.000 bedden en in Gent ruim 13.000.
Daarnaast zijn er enkele gemeenten in de Kempen waar vakantieparken voor een grote logiescapaciteit zorgen: Lommel heeft iets meer dan 12.000 slaapplaatsen, Mol iets meer dan 11.000.
Bronnen
- Toerisme Vlaanderen: