Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Overheidsbudget voor wetenschap en innovatie goed 3 miljard euro in 2022

Het totale Vlaamse overheidsbudget voor wetenschap en innovatie lag bij de begrotingsopmaak van 2022 op 3,1 miljard euro. Dat is 3,6% minder dan in 2021. Dat komt doordat de overheidsmiddelen in het kader van het Vlaams relanceplan ‘Vlaamse Veerkracht’ wel opgenomen zijn in de cijfers voor 2021, maar nog niet voor 2022 omdat dit begrotingsjaar nog loopt en die middelen dus nog niet allemaal vastgelegd zijn. Zou men de middelen ‘Vlaamse Veerkracht’ 2022 wel opnemen, dan zou het budget ten opzichte van 2021 stijgen.

Tussen 2009 en 2022 nam het budget voor wetenschap en innovatie toe met 76%.

Gros van overheidskredieten gaat naar onderzoek en ontwikkeling

Het grootste deel van de overheidskredieten voor wetenschap en innovatie gaat naar ‘onderzoek en ontwikkeling (O&O)’. In 2022 ging het om 2 miljard euro. De tweede grootste post is ‘onderwijs en vorming’ (937 miljoen euro). De post ‘wetenschappelijke en technologische dienstverlening’ is met 150 miljoen euro veel kleiner.

Aandelen ‘gericht onderzoek’ op 55%

Sinds 2002 is het aandeel ‘’ in het totale overheidsbudget voor wetenschap en innovatie telkens groter dan het aandeel ‘’. Gericht onderzoek streeft een economisch of maatschappelijk doel na. Niet-gericht onderzoek wordt gedreven door wetenschappelijke ambitie en nieuwsgierigheid.
In 2010 lag het aandeel van gericht onderzoek op 59%. In 2015 en 2016 daalde het aandeel tot ongeveer 50%. In de jaren daarna nam het aandeel gericht onderzoek opnieuw toe. Vanaf 2020 veranderen de aandelen gericht onderzoek (55%) en niet-gericht onderzoek (45%) niet veel.

Vlaanderen boven het EU27-gemiddelde

Het Vlaams Gewest doet het op het vlak van O&O-overheidskredieten beter dan gemiddeld in vergelijking met EU-landen waarvoor gegevens beschikbaar zijn. In 2020 lag het Vlaamse cijfer (0,82% van het bbp) boven het gemiddelde van de Europese Unie (0,65%). Duitsland is koploper (0,96%). In Letland en Ierland lag het aandeel het laagst (0,24% en 0,22%).

Bronnen

Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI):