Gedaan met laden. U bevindt zich op: Metadata: Contact huisarts Contact huisarts

Metadata: Contact huisarts

Contact organisatie entiteit

Vlaamse Statistische Autoriteit (VSA)

Metadatafiche laatste update

17-10-2025

Databron

Deze statistiek is gebaseerd op de Gezondheidsenquête, een bevraging bij een representatieve steekproef van de Belgische bevolking (gebaseerd op het Rijksregister). De gegevens werden verzameld via mondelinge en schriftelijke bevragingen, ondersteund door een Computer Assisted Personal Interview (CAPI) applicatie. De Gezondheidsenquête in België wordt sinds 1997 op regelmatige basis om de 4 à 5 jaar uitgevoerd door Sciensano. De gegevensverzameling van de editie 2023-2024 was oorspronkelijk gepland voor het kalenderjaar 2023, maar werd verlengd tot eind 2024 vanwege praktische omstandigheden.

In de eerste edities werden steeds een net-sample target per gewest afgesproken (in oudere edities waren dat meestal ~3.500 voor Vlaanderen; in 2008 een extra boost naar 3.950 en in 2018 expliciet 4.200 voor Vlaanderen). Voor de Gezondheidsenquête van 2023-2024 werden 15.951 huishoudens gecontacteerd, waarvan er 3.709 deelnamen. Dit leverde een responsgraad van 37,1% op.

Statistische populatie

Alle personen die in het Vlaams Gewest verblijven, zonder beperkingen qua nationaliteit, leeftijd of legale status, met enkele uitzonderingen zoals personen in gevangenissen of religieuze gemeenschappen met meer dan acht personen, en bewoners van instellingen behalve rusthuizen.

Er zijn gegevens beschikbaar over heel België, met uitsplitsing naar Vlaams Gewest, Waals Gewest en Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Er zijn verschillende edities georganiseerd: 1997, 2001, 2004, 2008, 2013, 2018, 2023.

Variabelen

Huisartscontact wordt bepaald op basis van de vraag in de gezondheidsenquête: “Wanneer hebt u voor het laatst een huisarts geraadpleegd?”. De antwoordmogelijkheden zijn: minder dan 12 maanden geleden / 12 maanden geleden of langer / nog nooit.

Geslacht, leeftijdscategorieën en opleidingsniveau worden gehanteerd als achtergrondkenmerken. Ze worden gebaseerd op basis enkele de startvragen van de bevraging. Het opleidingsniveau wordt gebruikt als indicator voor het socio-economisch niveau van het huishouden en van de leden ervan. Deze variabele wordt bepaald op basis van het hoogste opleidingsniveau van de referentiepersoon van het huishouden en zijn/haar partner. Dit opleidingsniveau wordt toegewezen aan alle leden van het huishouden.

Bewerkingen

De ruwe resultaten in de basistabellen geven de reële, effectieve situatie aan. Deze informatie is uitsluitend beschrijvend en dient met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden. Daarom worden ook gestandaardiseerde cijfers voorgesteld die toelaten populaties te vergelijken na correctie voor leeftijd en geslacht op basis van de Belgische standaardbevolking in 2024. Dit wil zeggen dat het hier dan gaat om cijfers die zouden bekomen worden indien de vergeleken groepen gelijk zouden zijn samengesteld voor wat het aantal vrouwen en mannen betreft, en een identieke leeftijdsstructuur zouden hebben. Oorspronkelijk vastgestelde verschillen kunnen zo (deels) verdwijnen, als de verschillen (quasi) uitsluitend te wijten waren aan de verschillende samenstelling van de gewesten naar leeftijd en geslacht.

Accuraatheid

Er is een uitgebreide kwaliteitscontrole voorzien, met onder meer controle van de gegevensinvoer, opvolging van het veldwerk, en analyse van afwijkende resultaten.

De accuraatheid wordt bewaakt door een strikte steekproefmethodologie, controle van de gegevensinvoer en het gebruik van gewichten om vertekeningen te corrigeren.

De resultaten van deze VOS’en zijn schattingen gebaseerd op een steekproef. Betrouwbaarheid van deze schattingen moeten in kaart gebracht worden door middel van betrouwbaarheidsinterval.

Vergelijkbaarheid

De resultaten zijn vergelijkbaar over Belgische regio’s en tijd, dankzij gestandaardiseerde methoden en periodieke herhaling van de enquête. Als een vraagstelling of berekeningswijze wijzigt doorheen de tijd wordt dit goed gedocumenteerd en wordt waar mogelijk terug gerekend op de nieuwe wijze. Zo is in de loop van de tijd de WHO-norm (Wereld Gezondheidsorganisatie) qua overmatig alcoholgebruik afgenomen van 14 eenheden per week naar 10 eenheden per week. Deze verscherpte norm werd herberekend voor de edities voor de verscherping.

Naar de statistiek