Gedaan met laden. U bevindt zich op: Metadata: Zorg en ondersteuning voor kinderen – alle soorten opvang Zorg en ondersteuning voor kinderen – alle soorten opvang

Metadata: Zorg en ondersteuning voor kinderen – alle soorten opvang

Bron

Rapport uitgevoerd door IDEA Consult en HIVA in het kader van het VIONA-onderzoeksprogramma in opdracht van het departement Werk en Sociale Economie en het Agentschap Opgroeien

Definities

Kinderopvang voor baby’s en peuters is een verzamelterm voor verschillende mogelijkheden om kinderen die (nog) niet naar school gaan op te vangen. Daarmee worden zowel de formele opvangvormen bedoeld (opvang waarvoor een regelgeving geldig is, verzorgd wordt door professionelen en waarvoor ouders betalen) als de informele opvangvormen (gratis opvang, verzorgd door bijvoorbeeld oma/opa, buren, familie of vrienden).

Er zijn 2 soorten formele opvangvormen: de gezinsopvang (doorgaans 1 kinderbegeleider en maximaal 8 kinderen tegelijk aanwezig) en de groepsopvang (doorgaans minimaal 9 kinderen tegelijk aanwezig en meer dan 1 kinderbegeleider aanwezig).

Kansarmoede: door Kind en Gezin gedefinieerd als een duurzame toestand waarbij mensen beknot worden in hun kansen om voldoende deel te hebben aan maatschappelijk hooggewaardeerde goederen, zoals onderwijs, huisvesting en arbeid. Uit deze definitie werden 6 “selectiecriteria” afgeleid: het beschikbare maandinkomen van het gezin, de arbeidssituatie van de ouders, de opleiding van de ouders, de huisvesting, het stimulatieniveau van de kinderen en de gezondheid. Wanneer een gezin op 3 of meer van deze 6 criteria zwak scoort, wordt gesteld dat de kinderen uit dat gezin in kansarmoede leven.

Opmerkingen bij de kwaliteit

Het opzet van het onderzoek verschilde in 2022 van vorige edities. In de vorige edities was het gebruik en noden en drempels bij het gebruik van kinderopvang de centrale vraag en werden de antwoorden enkel op basis van een bevraging gezocht. In 2022 kaderde het rapport in een onderzoek naar kinderopvang voor baby’s en peuters en de link met tewerkstelling in Vlaanderen, uitgevoerd door IDEA Consult en HIVA in het kader van het VIONA-onderzoeksprogramma in opdracht van het departement Werk en Sociale Economie en het Agentschap Opgroeien. Om de doelstellingen van het onderzoek te volbrengen, werden diverse onderzoeksmethoden tegelijk ingezet. Het gaat om deskstudie, verkennende interviews, een online enquête bij 4.322 respondenten, 14 diepte-interviews en een analyse van administratieve gegevens, via een koppeling van data uit het Datawarehouse Arbeidsmarkt en Sociale Bescherming van de Kruispuntbank Sociale Zekerheid en data van het Agentschap Opgroeien.

Voor de hier opgenomen cijfers wordt enkel gebruik gemaakt van de bevindingen op basis van de bevraging.

In het kader van de kwaliteit dient wel voor ogen gehouden te worden dat het onderzoeksopzet en de vraagstelling van dit longitudinaal onderzoek in 2018 en 2022 ingrijpend werden gewijzigd. Er zijn nieuwe vragen opgenomen en oude geschrapt, de steekproefomvang is sterk verruimd en de bevragingsmethoden en de definiëring en berekening van het opvang gebruik zijn gewijzigd. Omwille van deze verschillen zijn de bevindingen van deze studie niet helemaal te vergelijken met de bevindingen uit voorgaande onderzoeken en is voorzichtigheid geboden bij uitspraken over longitudinale tendensen.

In 2022 werd een enquête bij zowel gebruikers als niet-gebruikers van formele kinderopvang georganiseerd. De doelstelling van deze online bevraging was om zicht te krijgen op:

Elementen die we niet uit een databank-analyse kunnen halen:

  • de drempels bij niet-gebruikers, het gebruik van informele kinderopvang, de noden voor (bijkomende) kinderopvang, de drempels hierbij, …
  • bijkomende inzichten met betrekking tot de impact van kinderopvang op de werksituatie en op eventuele andere domeinen.

De populatie bestond uit ouders van kinderen tussen 3 en 30 maanden (op het moment van lancering van de survey (maart 2022)), die met een e-mailadres bekend zijn bij Kind en Gezin, waarvoor een dienstverlening in het Nederlands, Frans of Engels is aangegeven, en waarvoor geen discretievereiste bestaat met betrekking tot het doorgeven van informatie. Deze populatie bestond uit 151.807 ouders van kinds van 3 tot en met 30 maanden oud die in het Vlaamse Gewest wonen. Volgens de gegevens van Agentschap Opgroeien zijn dat 99.887 gebruikers en 51.920 niet-gebruikers van formele kinderopvang. Uit deze populatie werd een toevalsteekproef getrokken van gebruikers en niet-gebruikers van formele kinderopvang. De groep niet-gebruikers werd bewust oververtegenwoordigd om tot een proportioneel aandeel niet-gebruikers te komen (er was immers een relatief lagere responsgraad bij niet-gebruikers). Voor zowel de groep gebruikers als niet-gebruikers werd een gestratificeerde toevalsteekproef getrokken, rekening houdende met provincie en leeftijd van het kind als stratificatievariabelen. Ouders waarvoor als taal van dienstverlening geen Nederlands, Frans of Engels werd genoteerd (7.225 ouders), ouders die niet gekend zijn met een emailadres, of ouders die een discretievereiste hebben opgegeven (280 ouders), werden uitgesloten. Deze steekproef bestond (uitgezonderd bounced emailadressen) uit 26.668 ouders, of 17,6% van de volledige populatie, waarvan 13.625 gebruikers en 13.043 niet-gebruikers van formele kinderopvang (volgens de gegevens van Agentschap Opgroeien). Na cleaning werden 4.322 antwoorden ontvangen, waarvan 4.014 volledige antwoorden.