Regel 1 - Samenstellingen
Schrijf een koppelteken in samenstellingen met een losse letter, een cijfer, een symbool of een combinatie daarvan.
Een samenstelling is een woord dat bestaat uit twee delen die beide ook zelfstandig kunnen voorkomen (keukentafel = keuken en tafel).
Regel 2 - Samenstellende afleidingen
Schrijf een koppelteken in samenstellende afleidingen met een telwoord in cijfers.
Een samenstellende afleiding is een woord dat is afgeleid van een samenstelling die op zichzelf niet bestaat. Zo is honderdjarig een afleiding op -ig van honderd + jaar, terwijl er geen samenstelling honderdjaar bestaat.
Regel 3 - Afleidingen, verbogen en vervoegde vormen
Schrijf in afleidingen, verbogen en vervoegde vormen een apostrof achter een losse letter, een cijfer, een symbool of een combinatie daarvan.
Zulke woorden bestaan uit een grondwoord en een of meer voorvoegsels, achtervoegsels of uitgangen.
Regel 3.1
UITZONDERING: Schrijf de achtervoegsels -e, -de en -ste in rangtelwoorden aan het cijfer vast.
Regel 3.2
UITZONDERING: Schrijf een koppelteken vóór een losse letter of een cijfer.
Regel 3.3
UITZONDERING: Schrijf een koppelteken vóór het achtervoegsel -achtig.
Regel 4 - Categorie of soort
Schrijf een spatie in combinaties met cijfers of losse letters die een categorie of soort aangeven.
Regel 5
Schrijf een koppelteken in een samenstelling met zulke combinaties.
Behoud de spatie in de combinatie.
Regel 5.1
Schrijf zulke samenstellingen aaneen als het cijfer met letters wordt weergegeven.
Regel 6 - Maataanduiders
Schrijf een spatie tussen een cijfer en een maataanduider.
Regel 7
Schrijf een koppelteken in samenstellingen met een maataanduider die met een symbool wordt weergegeven.
Schrijf het cijfer en de maataanduider in de samenstelling aaneen.
Regel 8 - Conventionele eenheden
Schrijf een conventionele eenheid aaneen.
Een conventionele eenheid is een vaste combinatie van cijfers en letters, meestal in een technische context.
Regel 9
Schrijf een koppelteken in een samenstelling met een conventionele eenheid.
Behoud de schrijfwijze van de eenheid.
Regel 10 - Woordgroepen die met een cijfer beginnen
Behoud de spatie in samenstellingen met een woordgroep die met een telwoord in cijfers begint.
Regel 10.1
Schrijf zulke samenstellingen aaneen als het cijfer met letters wordt weergegeven.
Zie ook
Aaneenschrijven - 01. hoofdregels (los of aaneen, koppelteken of trema)
Aaneenschrijven - 02. klinkerbotsing (koppelteken of trema)
Aaneenschrijven - 03. samenkoppelingen (koppelteken)
Aaneenschrijven - 04. samenstellingen met gelijkwaardige delen (koppelteken)
Aaneenschrijven - 05. combinaties met eigennamen
Aaneenschrijven - 06. namen van talen en dialecten
Aaneenschrijven - 07. getallen, telwoorden en breuken
Aaneenschrijven - 09. combinaties met initiaalwoorden, letterwoorden en verkortingen
Aaneenschrijven - 10. bijzondere voor- en nabepalingen
Aaneenschrijven - 11. combinaties met voorzetsels en bijwoorden
Aaneenschrijven - 12. woordgroepen uit andere talen (behalve het Engels)
Aaneenschrijven - 13. samentrekking (weglatingsstreepje)
Aaneenschrijven - 14. vervoegde vormen van samengestelde werkwoorden
Aaneenschrijven - 15. woordgroep of samenstelling?
Aaneenschrijven - 16. bijzondere combinaties
Afkortingen - 2. spelling van symbolen voor eenheden, grootheden en valuta