Gedaan met laden. U bevindt zich op: Bouwknopen: invoer in de software (huidig) Bouwknopen

Bouwknopen: invoer in de software (huidig)

Geldig voor bouwaanvragen vanaf 01.01.2018 Bekijk tijdslijn

EPB-software 3G

Om in te voeren in de software gaat u als volgt te werk:

  • Stap 1

    Maak eerst voor elk K-peilvolume alle EPB-eenheden aan met de bijhorende energiesectoren, dus ook de van de gemeenschappelijke delen en van de Maak alle gemeenschappelijke aan tussen de EPB-eenheden onderling.

  • Stap 2

    Ga in de knoop van het naar het tabblad ‘Bouwknopen’.

  • Stap 3

    Kies de berekeningswijze (bij wijziging van de ene optie naar de andere blijven de ingevoerde bouwknoopgegevens behouden):

    • optie A
      (alle EPB-eenheden worden met deze optie berekend)
    • optie B
      (alle EPB-eenheden worden met deze optie berekend)
    • optie C
      (alle EPB-eenheden worden met deze optie berekend)
    • per EPB-eenheid
      (u kunt per EPB-eenheid de bouwknopen met een andere optie berekenen).

  • Stap 4

    Als u gekozen hebt voor optie A of B krijg u 2 tabbladen te zien ‘puntvormige bouwknopen’ en ‘lijnvormige bouwknopen’. Selecteer het tabblad waar u bouwknopen wenst in te voeren.

  • Stap 5

    Voeg bouwknopen toe door op het blauwe plusteken te klikken onderaan links van de tabel. Er verschijnt nu een nieuwe regel in de tabel. Als de gegevenslijn van de bouwknoop blauw gekleurd is, is die bouwknoop de ‘actieve bouwknoop’.

  • Stap 6

    Onder de tabel kunt u de gegevens van de actieve bouwknoop aanvullen.

    • Geef een herkenbare naam aan de bouwknoop (dorpel inkomdeur, geveldrager vensterlatei, balkon, venster… ) en voeg eventueel de locatie toe zodat u weet welke bouwknopen u al hebt ingevoerd.
    • Als u al een bouwknoop hebt ingevoerd in de bibliotheek, kunt u deze ook oproepen en worden de gegevens automatisch ingevoerd.
    • Kies de wijze waarop de warmtedoorgangscoëfficiënt van de bouwknoop bepaald is (numeriek via een externe gevalideerde numerieke berekening of met de waarde bij ontstentenis).
    • Vul de numeriek berekende waarde van de warmtedoorgangscoëfficiënt in wanneer u gekozen hebt voor ‘numerieke invoer’ of kies onmiddellijk de overeenstemmende typologie van de bouwknoop indien u de waarde bepaalt aan de hand van de waarde bij ontstentenis.
    • Meer info vindt u bij invoer van een lineaire bouwknoop en invoer van een puntbouwknoop.
  • Stap 7

    Kies de begrenzing van de bouwknoop. Met deze keuze legt u de waarde van de temperatuurreductiefactor vast in functie van de begrenzing.

    • Als de bouwknoop deel uitmaakt van ten minste één constructie die grenst aan de buitenomgeving wordt altijd gerekend met de temperatuurreductiefactor van buitenomgeving. Buitenomgeving heeft de hoogste temperatuurreductiefactor.
    • Als de bouwknoop meerdere begrenzingen heeft verschillend van buitenomgeving zoals AOR of onverwarmde kelder, rekent de software met de hoogste waarde voor de temperatuurreductiefactor van deze begrenzingen.
      U kunt dan een keuze maken uit de overzichtstabel ‘scheidingsconstructies’ van de waartoe de bouwknoop behoort.

Invoer van een lineaire bouwknoop

  • Stap 1

    Kies het type van lineaire bouwknoop.

    Het type gecombineerde bouwknoop kunt u slechts selecteren als u vooraf koos voor numerieke berekening.

  • Stap 2

    Leg het onderbrekingstype vast indien u de keuze ‘waarde bij ontstentenis’ geselecteerd heeft als berekeningswijze.

  • Stap 3

    Als de bouwknoop gemeenschappelijk is voor twee of meerdere beschermde volumes wijzigt u de standaardwaarde van 1 voor het ‘aantal beschermde volumes’ naar het aantal gemeenschappelijke beschermde volumes.

  • Stap 4

    Eenzelfde type bouwknoop kan voorkomen in verschillende EPB-eenheden (bijvoorbeeld: geveldrager boven een vensteropening) of over meerdere EPB-eenheden doorlopen (bijvoorbeeld: een balkon over de ganse gevelbreedte van een appartementsgebouw).

    • Bij eenzelfde voorkomend type bouwknoop binnen eenzelfde EPB-eenheid kunt u:
      • de totale lengte van het type bouwknoop invoeren (bijvoorbeeld: som van alle lengten van geveldragers boven de vensters van de vensters van de EPB-eenheid);
      • of per constructiedeel elk segment afzonderlijk invoeren. Zo weet u precies welke gelijkaardige bouwknopen u al ingevoerd hebt.
    • Bij een doorlopende bouwknoop over verschillende EPB-eenheden deelt u de ganse bouwknooplengte op in verschillende ‘segmenten’. Per afzonderlijke EPB-eenheid heeft u dan één segment met bijhorende lengte.
  • Stap 5

    Selecteer per segment de energiesector(en)/functione(e)le delen vast waartoe de bouwknoop behoort. Elk segment behoort meestal tot slechts 1 energiesector/functioneel deel. Slechts wanneer een bouwknoop gemeenschappelijk is aan twee of meerdere energiesectoren of functionele delen mag u meerdere selecties maken per bouwknoopsegment.

  • Stap 6

    Kies de begrenzing van de bouwknoop (zie stap 7 bij ‘EPB-software 3G’).

Invoer van een puntbouwknoop

Voor puntbouwknopen zijn op basis van de onderbreking van de isolatielaag de volgende typologieën mogelijk bij de keuze ‘waarde bij ontstentenis’:

  • onderbreking door metalen elementen
  • onderbreking door andere materialen dan metaal

Naargelang de keuze van het type onderbreking dient u voor de berekening van de waarde bij ontstentenis voor puntbouwknopen

  • ofwel de lengte van de zijde van het omschreven vierkant
  • ofwel de sectie van de doorsnede van de onderbreking in te voeren
  • door op het blauwe plusteken te klikken onderaan links van de tabel ‘energiesectoren/functionele delen’ kunt u alle energiesectoren selecteren waarin deze puntbouwknoop voorkomt. Er verschijnt nu een nieuwe regel in de tabel. Daarna vult u het aantal identieke puntbouwknopen in dat voorkomt in de energiesector of in het functioneel deel.

Bij puntbouwknopen die gemeenschappelijk zijn aan meerdere K-peilvolumes of meerdere energiesectoren of functionele delen moet u de invloed ervan zelf vastleggen en invoeren via numerieke invoer.

  • Bereken de Xdeel-waarde van de puntbouwknoop

Invoer van een gecombineerde bouwknoop

Dit type bouwknoop kunt u op 3 manieren invoeren in de software:

  • voer elke samenstellende bouwknoop afzonderlijk in hetzij met de waarden bij ontstentenis of met een numeriek berekende waarde per samenstellende bouwknoop.
  • Bepaal via een externe berekening één totale waarde voor de psi-waarde van de gecombineerde bouwknoop
    • aan de hand van een gevalideerde numerieke berekening voor de totale gecombineerde bouwknoop
    • aan de hand van de waarde bij ontstentenis van de gecombineerde bouwknoop in zijn geheel.

Kies bij berekeningswijze steeds voor ‘numerieke waarde’. Enkel dan kunt u als ‘type bouwknoop’ kiezen voor ‘gecombineerd’.

Aandachtspunten

  • De keuze scheidingsconstructies in contact met de grond (bijvoorbeeld: ) is niet mogelijk omdat de bouwknopen in het vlak van een scheidingsconstructie in contact met volle grond geen bouwknopen zijn. Een bouwknoop van het type funderingsaansluiting behoort altijd tot een buitenscheidingsconstructie.
  • Het is niet mogelijk om bouwknopen te kopiëren. U kunt wel eenzelfde type bouwknoop hergebruiken door gebruik te maken van de bibliotheek:
  1. Maak een bouwknoop aan in de bibliotheek.
  2. Via de bibliotheekbalk kunt u daarna de bouwknoop uit de bibliotheek op het project toepassen (icoon).
  3. Omgekeerd kunt u een bouwknoop uit het project opslaan in de bibliotheek (icoon).