Gedaan met laden. U bevindt zich op: Digitale toegankelijkheid voor lokale overheden Digitale toegankelijkheid

Digitale toegankelijkheid voor lokale overheden

Je digitale informatie moet voor iedere gebruiker toegankelijk zijn. Zo werk je mee aan een inclusieve samenleving waarin iedereen kan meedoen.

Digitale toegankelijkheid is een onderdeel van inclusie

Digitale toegankelijkheid

Digitale toegankelijkheid betekent dat je websites, applicaties, multimedia en digitale bestanden zo ontwerpt dat ze toegankelijk voor iedereen zijn, ook voor mensen met een handicap en ouderen.

  • In alle omstandigheden.
  • Met gelijk welke browser, laptop, smartphone of tablet.
  • Of je nu een handicap hebt of niet.
  • Of je nu hulptechnologie gebruikt of niet, zoals software die hardop leest wat er op je scherm te zien is.

Je digitale diensten en informatie zijn toegankelijk wanneer ze voldoen aan deze 4 voorwaarden:

  • Waarneembaar

    Iedereen moet de inhoud goed kunnen waarnemen.

    Bijvoorbeeld: genoeg contrast tussen de achtergrondkleur en de kleur van de letters.

    Denk ook aan mensen die niet kunnen zien of horen. Zij moeten visuele of auditieve informatie via een ander zintuig kunnen waarnemen.

  • Bedienbaar

    Iedereen moet je digitale diensten en informatie eenvoudig kunnen gebruiken en er de weg in vinden.

    Bijvoorbeeld: bezoekers kunnen je website ook gebruiken zonder muis, bijvoorbeeld alleen met hun toetsenbord of met een hulpmiddel zoals een schermlezer of stembesturing.

  • Begrijpelijk

    Iedereen moet de inhoud en de opbouw kunnen begrijpen en doen wat de bedoeling is.

    Bijvoorbeeld: wie een formulier moet invullen, krijgt een goede uitleg en duidelijke meldingen bij fouten.

  • Robuust

    De inhoud en alle functionaliteiten moeten in alle omstandigheden juist weergegeven worden.

    Functionaliteiten zijn dingen die gebruikers kunnen doen op een website of met een app, bijvoorbeeld iets opzoeken, chatten of een kaart gebruiken. Voor een juiste weergave moet de code goed geprogrammeerd zijn.

    Bijvoorbeeld: de inhoud wordt goed weergegeven in verschillende webbrowsers en met verschillende hulpmiddelen, zoals een schermlezer. Een schermlezer is een hulpmiddel dat voorleest wat er op het scherm te zien is.

Waarom is digitale toegankelijkheid belangrijk?

Iedereen heeft recht op toegang tot diensten en informatie, ook online. Denk aan diensten en informatie van overheden, bedrijven, organisaties, webshops enzovoort.

Het voordeel is dat je je niet meer moet verplaatsen voor die diensten of informatie. Maar dan moeten ze wel goed ontworpen en voor iedereen toegankelijk zijn. Als je werkt aan digitale toegankelijkheid, zorg je daarvoor.

Digitale toegankelijkheid is goed voor iedereen: jong en oud, ervaren en onervaren internetgebruikers, of die nu klaarwakker zijn of moe, in een drukke trein zitten of rustig thuis, op een smartphone of aan een laptop.

Met digitale toegankelijkheid zorg je ervoor dat iedereen gelijkwaardig en onafhankelijk kan deelnemen aan de samenleving, op vlak van werkgelegenheid, onderwijs, politiek, cultuur, sport enzovoort. Je bereikt meer mensen en haalt betere resultaten met je diensten en informatie.

Voor wie een handicap heeft, is digitale toegankelijkheid extra belangrijk. Een paar voorbeelden:

  • Voor wie doof of slechthorend is, valt gesproken info (deels) weg, tenzij je voor ondertitels of een vertaling naar Vlaamse Gebarentaal zorgt.

  • Sommige lichamelijke handicaps maken het moeilijk om een toetsenbord of muis te gebruiken. Er bestaan aangepaste hulpmiddelen, maar die werken niet altijd goed op een ontoegankelijke website.

Wettelijke verplichting

Europese richtlijn en Bestuursdecreet

Alle websites en mobiele applicaties van overheidsorganisaties moeten voldoen aan de Europese norm voor digitale toegankelijkheid (EN 301 549 V1.1.2)(PDF bestand opent in nieuw venster)

In deze norm staan de eisen waaraan ICT-toepassingen moeten voldoen om toegankelijk te zijn voor mensen met een handicap. De norm verwijst voor de eisen voor websites en applicaties door naar niveau AA van de WCAG 2.1.

Die verplichte digitale toegankelijkheid komt van de Europese richtlijn voor toegankelijkheid van overheidswebsites en mobiele applicaties (WAD). In Vlaanderen werd deze richtlijn omgezet in het Bestuursdecreet(opent in nieuw venster).

Lidstaten moeten jaarlijks verslag uitbrengen aan de EU over de stand van zaken. Voor Vlaanderen is Inter het ondersteunings- en controleorgaan digitale toegankelijkheid (OCODT).

Dat betekent dat Inter erop toeziet dat overheden hun digitale toegankelijkheid verbeteren en hen daarbij ondersteunt. En niet alleen overheden moeten hun websites toegankelijk maken, maar ook bepaalde organisaties waarbij de overheid nauw betrokken is.

European Accessibility Act

Sinds 28 juni 2025 gelden er in alle EU-lidstaten nieuwe toegankelijkheidseisen op basis van de European Accessibility Act (EAA). Die Europese richtlijn moet producten en diensten toegankelijk maken voor personen met een handicap.

Het gaat vooral om producten en diensten die belangrijk zijn om zelfstandig aan de samenleving te kunnen deelnemen. In sommige gevallen geldt de verplichting ook voor lokale besturen.

De richtlijnen voor toegankelijkheid van webcontent (WCAG)

Het World Wide Web Consortium (W3C) is een non-profitorganisatie die normen voor het wereldwijde web ontwerpt. Het ontwikkelde samen met experts van over de hele wereld de richtlijnen voor toegankelijkheid van webcontent: WCAG (Web Content Accessibility Guidelines)(opent in nieuw venster).

Dit zijn richtlijnen om websites en applicaties toegankelijk te maken, ook voor mensen met een handicap op het vlak van:

  • zicht, bijvoorbeeld blinde, slechtziende of kleurenblinde mensen
  • gehoor, bijvoorbeeld dove of slechthorende mensen
  • mobiliteit, bijvoorbeeld mensen die moeite hebben om een muis of toetsenbord te gebruiken
  • informatie lezen of begrijpen, bijvoorbeeld mensen met dyslexie of leermoeilijkheden

De richtlijnen vertrekken vanuit de 4 principes van webtoegankelijkheid: waarneembaar, bedienbaar, begrijpelijk en robuust.

Er zijn drie verschillende niveaus:

  • A: basisbruikbaarheid voor een grote groep van gebruikers.
  • AA: meer dan basisbruikbaarheid, met goede bruikbaarheid voor meer bijzondere groepen gebruikers. Dit is de wereldwijde standaard.
  • AAA: uitstekende bruikbaarheid, ook voor een doelpubliek met heel bijzondere noden.

Enkele tips om aan de slag te gaan

Er is veel informatie waarmee je aan de slag kunt. Elke verbetering is een stap vooruit voor je website of applicatie.

Enkele tips:

  • Ontwikkel je nieuwe digitale diensten en informatie? Heb dan van in het begin en in elke tussentijdse fase aandacht voor digitale toegankelijkheid.

  • Bepaal voor je bestaande digitale diensten en informatie wat belangrijk is om eerst aan te pakken. Vertrek daarbij van wat je bezoekers nodig hebben.

    • Begin met de manier waarop mensen hun weg vinden op je site of in je app: als die niet toegankelijk is, krijgt de gebruiker weinig of niets mee van de toegankelijke inhoud.

    • Begin met de meest gebruikte onderdelen.

    • Begin met onderdelen die op elke pagina terugkomen.

  • Laat een toegankelijkheidsaudit uitvoeren.
    Via de overheidsopdracht van de FOD Beleid & Ondersteuning(opent in nieuw venster) kan elke verantwoordelijke voor overheidswebsites of mobiele toepassingen werken aan digitale toegankelijkheid. Hier bestel je een volledige audit.(opent in nieuw venster) Je krijgt dan een verslag zodat je weet wat je moet verbeteren.

  • Stel eisen bij aanbestedingen. Neem erin op dat het resultaat aan de voorwaarden voor toegankelijkheid moet voldoen.

  • Ga na wat belangrijk is voor je bezoeker: ga in gesprek met ervaringsdeskundigen en geef de bezoeker de mogelijkheid om makkelijk feedback te geven.
  • Test je digitale dienst of informatie op de meest voorkomende problemen door gebruikerstesten te organiseren.
  • Zorg ervoor dat in jouw organisatie iemand verantwoordelijk is voor toegankelijkheid. Zo blijf je er aandacht voor hebben en weten je medewerkers aan wie ze vragen kunnen stellen.

De hele organisatie mee

Digitale toegankelijkheid moet je binnen de volledige organisatie aanpakken: iedereen heeft een verantwoordelijkheid.

  • Er is politiek engagement nodig om te werken aan (digitale) toegankelijkheid.

  • Het bestuur ontwikkelt een visie, bepaalt het ambitieniveau en beslist over het budget.

  • De algemeen directeur moet ervoor zorgen dat je organisatie de wetgeving en regelgeving voor digitale toegankelijkheid kent en toepast.

  • Het management bewaakt dat iedereen kan doen wat nodig is, door de juiste strategie, kennis en andere benodigdheden te voorzien.

  • De diensthoofden brengen samen met de medewerkers de visie en strategie in de praktijk.

  • Digitale toegankelijkheid moet in alle onderdelen en werkprocessen van je organisatie zitten.

  • Die wetgeving en regelgeving moet je toepassen op heel wat domeinen:

    • Aankoop: digitale toegankelijkheid moet een vast onderdeel van je inkoopproces zijn en een voorwaarde bij aanbestedingen.

    • Projecten: digitale toegankelijkheid moet een vast onderdeel zijn van het verloop van elk project.

    • Communicatie: je digitale producten moeten aan de eisen van toegankelijkheid voldoen.

    • Informatietechnologie (IT): je moet de toegankelijkheid van de software en systemen in je organisatie verzekeren.

    • Personeelszaken (HR): je laat je medewerkers opleidingen volgen om hun vaardigheden en kennis van digitale toegankelijkheid te ontwikkelen.

De gemeente neemt een voorbeeldrol op als opdrachtgever, organisator en werkgever.

Stel een visietekst en actieplan op om digitale toegankelijkheid een vast onderdeel te maken van je werking en dienstverlening. Inter kan je via het chartertraject ‘Naar een toegankelijke gemeente’ begeleiden naar een breed kwaliteitsvol en integraal toegankelijkheidsbeleid. Het doel is om toegankelijkheid op een duurzame manier op te nemen in je dagelijks beleid en management, je werking, dienstverlening en communicatie.

Stel eisen aan leveranciers

Stel eisen bij aanbestedingen en geef aan in het contract dat het resultaat aan de toegankelijkheidsvoorwaarden moet voldoen. De Vlaamse Overheid heeft modelclausules gemaakt om in de opdracht op te nemen.

Inhoud is aan het laden

Ömer heeft cerebrale parese en legt uit waarom digitale toegankelijkheid belangrijk is voor zijn zelfstandigheid.

  • Wie blind is, kan werken met een schermlezer. Dat is een hulpmiddel dat voorleest wat er op het scherm te zien is. Anderen werken ook met een brailleleesregel. Die zet de tekst op het scherm via een schermlezer om in braille. Om deze hulpmiddelen vlot te kunnen gebruiken moeten je websites, applicaties of documenten toegankelijk zijn.

Inhoud is aan het laden

12-jarige Victor is blind en getuigt over zijn ervaringen met digitale (on)toegankelijkheid.

  • Gebruikers met autisme of ADHD hebben duidelijke en overzichtelijke informatie nodig, zonder veel afleiding zoals overbodige geluiden of flitsende beelden.

  • Informatie voor mensen met een verstandelijke beperking moet in makkelijk begrijpbare taal geschreven zijn, liefst met afbeeldingen erbij om alles nog duidelijker te maken.

Digitale inclusie

Digitale toegankelijkheid maakt deel uit van digitale inclusie. Digitale inclusie slaat op alles waarmee je zorgt dat niemand uitgesloten raakt door de digitalisering van de samenleving. Want die digitalisering betekent dat mensen steeds meer online moeten voor diensten en informatie.

Daarvoor hebben ze nodig:

  • betaalbare en kwaliteitsvolle toegang tot apparaten, programma’s en het internet,

  • vaardigheden: weten hoe digitale diensten en informatie te gebruiken,

  • een persoonlijk of professioneel netwerk dat ondersteunt waar nodig,

  • inclusion by design: gebruiksvriendelijke diensten en producten die bij de ontwikkeling rekening houden met de noden van diverse doelgroepen.

Publicatie

Ook VVSG hecht bijzondere aandacht aan digitale inclusie en digitale toegankelijkheid.

Inter schreef een bijdrage over digitale toegankelijkheid in het magazine Lokaal, editie december 2024.