Gedaan met laden. U bevindt zich op: Advies 48.592/l/V van 7 september 2010 Adviezen Raad van State

Advies 48.592/l/V van 7 september 2010

Advies
Type

Besluiten van de Vlaamse Regering

Thema

Overbodige bepalingen

Relevante passage uit advies

In casu bepaalde artikel 2 het toepassingsgebied van de ontworpen regeling en hernam daartoe de bepalingen van artikel XI.1 van het decreet van 13 juli 2001.

Bepalingen die alleen maar een hogere norm in herinnering brengen door die over te nemen of te parafraseren, horen evenwel in beginsel niet thuis in een uitvoeringsregeling, onder meer omdat daardoor onduidelijkheid dreigt te ontstaan omtrent de juridische aard van de overgenomen bepalingen en erdoor verkeerdelijk de indruk wordt gewekt dat de overgenomen regels kunnen worden gewijzigd door de overheid die de regels overneemt. Enkel wanneer het voor een goed begrip van de ontworpen regeling onontbeerlijk is dat bepalingen uit een hogere rechtsnorm worden overgenomen, kan dergelijke werkwijze worden gebillijkt, en dan enkel op voorwaarde dat de oorsprong van de betrokken regels wordt vermeld (door het aanbrengen van de vermelding "overeenkomstig artikel... van het decreet van ...") en dat de overname correct en letterlijk gebeurt om geen onduidelijkheid te doen ontstaan omtrent de juiste draagwijdte ervan.

Met betrekking tot artikel 2 van het ontwerp was een dergelijke werkwijze evenwel in elk geval af te raden, nu artikel XI.1 van het decreet van 13 juli 2001 sinds zijn inwerkingtreding op 1 januari 2001 verschillende malen was gewijzigd (Laatst bij decreet van 9 juli 2010 betreffende het onderwijs XX, waarbij met ingang van 1 september 2009 de personeelsleden van de pedagogische begeleidingsdiensten van het toepassingsgebied bepaald in artikel XI.1 werden uitgezonderd. Van die uitzondering is evenwel geen spoor terug te vinden in artikel 2 van het ontwerp) en de (temporele) gevolgen van die wijzigingen, door de slechts gedeeltelijk gedifferentieerde terugwerkende kracht van artikel 2 van het ontwerp, voor een deel veronachtzaamd leek te worden. Bovendien stemde artikel 2 van het ontwerp niet geheel overeen met het toepassingsgebied bepaald in artikel XI. 1 van dat decreet. Zo bepaalde artikel 2, §2, van het ontwerp dat het besluit niet van toepassing is op, onder meer, de universiteiten, terwijl in dergelijke uitsluiting niet is voorzien in artikel XI.1.

Teneinde elke onduidelijkheid omtrent de conformiteit van artikel 2 van het ontwerp met artikel XI.1 van het decreet van 13 juli 2001 te vermijden, zowel inhoudelijk als wat de temporele toepassing ervan betreft, kan artikel 2 eenvoudigweg worden gesteld als volgt:

"Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden bedoeld in artikel XI. 1 van het decreet van 13 juli 2001 betreffende het onderwijs-XIII-Mozaïek".

Artikel 2 dient dan in zijn geheel uitwerking te hebben met ingang van 1 januari 2001. (Advies 48.592/l/V van 7 september 2010 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de volledige tenlasteneming door de werkgever in de onderwijssector van de vervoerskosten voor het openbaar vervoer naar en van het werk en de toekenning van een fietsvergoeding voor het woon-werkverkeer, p. 4-5, art. 2)