Advies 52.661/1 van 28 januari 2013
- Type
Besluiten van de Vlaamse Regering
- Thema
Normenhiërarchie
Relevante passage uit advies
In artikel 43 van het ontwerp werden de gevallen opgesomd waarin de toegekende steun, binnen tien jaar na de indieningsdatum van de steunaanvraag, geheel of gedeeltelijk kon worden teruggevorderd. Benevens gevallen die betrekking hadden op het naleven van de voorwaarden inzake transformatiesteunverlening, die het voorwerp uitmaakte van de ontworpen regeling (artikel 43, 5°), werden er een aantal gevallen vermeld die niet direct verband hielden met het naleven van de voorwaarden inzake transformatiesteun (artikel 43, 1° tot 4°).
Wat de in artikel 43, 5°, bedoelde gevallen betrof, moest erop worden gewezen dat overeenkomstig de regeling die inzake terugvordering van toegekende subsidies is uitgewerkt in de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, in een algehele terugvordering van subsidies wordt voorzien ingeval de voorwaarden waaronder de subsidie werd verleend niet werden nageleefd, de subsidie niet werd aangewend voor de doeleinden waarvoor ze werd verleend, of de noodzakelijke controle wordt verhinderd. (zie artikel 13 van de wet van 16 mei 2003). De inleidende zin van artikel 43 van het ontwerp, waarin ook melding werd gemaakt van de mogelijkheid van een gedeeltelijke terugvordering, diende derhalve zo te worden gelezen dat de mogelijkheid van gedeeltelijke terugvordering niet gold wanneer de terugvordering gebeurde met toepassing van artikel 43, 5°( Artikel 40 van het decreet van 16 maart 2012 bepaalde trouwens uitdrukkelijk dal de Vlaamse Regering de gevallen van terugvordering vaststelde "met behoud van de toepassing van [onder meer) de bepalingen in de wet van 16 mei 2003 [".] (en] het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof [".]").
Wat de overige gevallen betrof die in artikel 43 van het ontwerp werden vermeld en waarin tot een terugvordering van de verleende steun kon worden overgegaan, diende te worden opgemerkt dat een aantal van die gevallen in zeer ruime bewoordingen waren omschreven. Dat is onder meer het geval voor het bepaalde in artikel 43, 4°, dat inhield dat ook maar de minste overtreding van de milieuwetgeving en de wetgeving op de ruimtelijke ordening die wordt begaan binnen vijf jaar na het beëindigen van de investeringen en opleidingen, aanleiding diende te geven tot het terugvorderen van de toegekende steun. Een bepaling van die aard is niet enkel weinig bevorderlijk voor de rechtszekerheid en kan afbreuk doen aan de bij de betrokken ondernemingen gewekte verwachtingen, maar dreigde in hoofde van die ondernemingen tevens een quasi-sanctionerend karakter te krijgen naar aanleiding van inbreuken die geen direct verband vertoonden met de voorwaarden inzake transformatiesteun als zodanig (In zoverre de terugvordering zou neerkomen op een bijkomende sanctionering van de betrokken ondernemingen zou dit trouwens gevolgen hebben voor zowel bet vereiste van een voldoende nauwkeurige omschrijving van de te sanctioneren inbreuken, als voor het vereiste van meer uitgewerkte waarborgen met bet oog op een effectieve rechtsbescherming).
Dergelijke vaststelling kon op nog andere onderdelen van artikel 43 van het ontwerp worden betrokken zodat de steller van het ontwerp er goed aan deed om de opsomming van de gevallen waarin tot terugvordering van transformatiesteun moest worden overgegaan, in het licht van wat hierboven werd uiteengezet aan een bijkomend onderzoek zou onderwerpen en die opsomming, waar nodig, zou preciseren. ( Advies 52.661/1 van 28 januari 2013 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van strategische transformatiesteun aan ondernemingen in het Vlaamse Gewest, p.7-8, art.43)