Gedaan met laden. U bevindt zich op: Advies 62.264/3 van 8 november 2017 Adviezen Raad van State

Advies 62.264/3 van 8 november 2017

Advies
Type

Besluiten van de Vlaamse Regering

Thema

Regelgeving door verwijzing

Relevante passage uit advies

Uit het ontworpen artikel 45bis.6, tweede lid, van de wegcode vloeide voort dat de normen vermeld in bijlage III, I, 5 van richtlijn 2014/47/EU moesten worden nageleefd. De bepalingen van die bijlage werden zelf niet omgezet bij het te nemen besluit en uit de verwijzingen ernaar kon worden opgemaakt dat dat ook niet de bedoeling was van de stellers van het ontwerp. Een dergelijke omzetting van richtlijnbepalingen door verwijzing ernaar wordt in beginsel afgeraden, omdat ze geen effectieve omzetting van die bepalingen in het interne recht waarborgt. Het Hof van Justitie is immers van oordeel dat de omzetting in het interne recht daadwerkelijk op een voldoende bepaalde en duidelijke wijze moet worden verzekerd. De techniek van omzetting door verwijzing is in elk geval uit den boze als de richtlijnbepalingen waarnaar wordt verwezen, facultatief zijn of nog een beoordelingsruimte laten aan de lidstaten. Dat is ook het geval wanneer er bestaande internrechtelijke bepalingen zijn die strijdig zijn met de betrokken richtlijnbepalingen. Dat was weliswaar niet zo voor bijlage III, I, 5, van richtlijn 2014/47/EU, dat voor bepaalde onderdelen van de ladingzekering de toepasselijke EN-, ISO- en EUMOS-normen vermeldde. Dat onderdeel van die bijlage, die een loutere opsomming van normen bevatte, was voldoende duidelijk geformuleerd om rechtstreeks door de betrokkenen te worden toegepast. Het onderdeel in kwestie was evenwel niet van een dergelijke omvang dat zou kunnen worden aangenomen dat het verkieslijk was om ernaar te verwijzen, veeleer dan erg technische voorschriften te kopiëren in interne rechtsregels. De ontworpen verwijzing ernaar leek louter ingegeven te zijn door het gegeven dat “een eventuele wijziging van deze normen niet noopt tot een aanpassing van artikel 45bis van de wegcode”. In die omstandigheden kon de omzetting door verwijzing naar die bijlage dan ook niet worden gebillijkt.

Het gegeven dat die normen door middel van de verwijzing naar bijlage III, I, 5, bij richtlijn 2014/47/EU als een verplichting werden opgenomen in de wegcode, deed bovendien een bijkomend probleem ontstaan, aangezien die normen niet waren bekendgemaakt. (Hetzelfde geldt voor de verwijzing in het ontworpen artikel 45bis.3, tweede lid, 6°, van de wegcode naar bijlage B van EN 12195:2010 en naar de bijlage van de normen IMO/UNECE/ILO.)

Het knelpunt van de ontbrekende bekendmaking van technische normen waarnaar in Europese en Belgische rechtsregels wordt verwezen, zou op een horizontale manier moeten worden onderzocht en opgelost. Mochten er voor het oplossen daarvan bijzondere redenen zijn om bij bijzondere wet af te wijken van de gebruikelijke bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, moet erop worden toegezien dat die bekendmaking beantwoordt aan de essentiële randvoorwaarden op het gebied van toegankelijkheid en kenbaarheid van een officiële bekendmaking. Essentieel daarbij is de beschikbaarheid van een Nederlandse versie van de betrokken normen. Daarnaast mag, als voor het consulteren van de voornoemde normen een vergoeding wordt gevraagd, het bedrag ervan de toegankelijkheid van die normen niet op onevenredige wijze belemmeren.

Zolang er geen dergelijke wettelijke regeling tot stand is gekomen, wordt in de ontworpen regeling gerefereerd aan normen die niet overeenkomstig artikel 190 van de Grondwet zijn bekendgemaakt en die bijgevolg niet tegenwerpbaar zijn aan iedereen. Onder die omstandigheden lijkt het onverenigbaar met artikel 190 van de Grondwet om de betrokken norm niet ter beschikking te stellen van alle burgers in de Nederlandse taal op de daartoe geëigende manier, namelijk via bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Er moest worden besloten dat in het ontworpen artikel 45bis.6, tweede lid, van de wegcode niet kon worden verwezen naar de normen vermeld in bijlage III, I, 5, van richtlijn 2014/47/EU. Er kon ook niet mee worden volstaan om in het ontworpen artikel 45bis.6, tweede lid, van de wegcode rechtstreeks naar normen te verwijzen, door te bepalen dat de zekeringsmethoden en -middelen aan de aldaar vermelde EN-, ISO- en EUMOS-normen moesten voldoen, gelet op het gebrek aan bekendmaking ervan.

Het ontworpen artikel 45bis.6, tweede lid, van de wegcode moest dan ook worden herzien in het licht van het voorgaande. ( Advies 62.264/3 van 8 november 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, wat betreft de ladingzekering, p. 5-6, punt 6)