Gedaan met laden. U bevindt zich op: Uren beroepsarbeid per week Arbeid

Uren beroepsarbeid per week

Gepubliceerd op 4 mei 2023 • Volgende update op 3 mei 2024
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Werkenden gemiddeld ruim 37 uur per week aan de slag

In 2022 lag het gemiddeld aantal of werkuren van de van 20 tot 64 jaar in het Vlaamse Gewest op 37,3 uur per week, even hoog als in 2021. Hierbij wordt alleen rekening gehouden met de hoofdactiviteit van de werkenden, niet met eventuele nevenactiviteiten. Tussen 1999 en 2022 lag het aantal werkuren telkens tussen 37,3 en 38,7 uur per week.

Voltijds werkenden doen ruim 42 uur per week, deeltijds werkenden bijna 25 uur

Voltijds werkenden (meer dan 35 werkuren per week) werkten in 2022 gemiddeld 42,2 uur per week. In de periode 1999-2022 lag het aantal werkuren van deze groep telkens tussen 42,3 uur en 43,6 uur per week.

Het gemiddeld aantal werkuren van deeltijds werkenden (35 of minder uren per week) steeg van 22,7 uur per week in 1999 tot 24,8 uur in 2022, iets hoger dan in 2021 (24,6 uur). In de periode 2017-2020 bedroeg het gemiddeld aantal werkuren iets meer dan 25 uur per week.

Vrouwen werken 6 uur per week minder dan mannen

Het aantal werkuren van werkende mannen bedroeg in 2022 gemiddeld 40,2 uur per week, het laagste aantal werkuren gemeten sinds 1999. Dat aantal lag in de periode 1999-2020 telkens tussen 41,2 uur en 42,3 uur per week.

Bij werkende vrouwen steeg het aantal werkuren van 32,8 uur per week in 1999 tot 34,1 uur in 2022. Het verschil tussen mannen en vrouwen daalde van gemiddeld 8,4 uur per week in 1999 tot gemiddeld 6,1 uur in 2022.

Vrouwen werken vaker deeltijds, mannen vaker voltijds of meer

Bij mannen werkte in 2022 veruit de grootste groep (61,6%) tussen 36 en 40 uur. Bij vrouwen presteerde ook het grootste deel 36 tot 40 uur per week, maar dat aandeel lag met 44,3% veel lager dan bij mannen.

Veel meer vrouwen dan mannen werkten deeltijds (35 of minder uren week): 42,6% van de vrouwen tegenover 12,8% van de mannen.

Aan de andere kant presteerde 25,6% van de mannen meer dan 40 uur per week, tegenover 13,1% van de vrouwen.

Iets minder werkuren bij 55-plussers dan bij jongere leeftijdsgroepen

Het aantal werkuren lag in 2022 bij 20- tot 34-jarigen gemiddeld op 37,0 uur per week, bij 35- tot 44-jarigen op 37,9 uur en bij 45- tot 54-jarigen op 38,1 uur. De 55-plussers werkten gemiddeld 35,9 uur per week, ongeveer 2 uur minder dan de jongere leeftijdsgroepen.

Bij de 20- tot 34-jarigen lag het aantal werkuren in 2022 iets lager dan in 1999 (37,8 uur per week). Bij de 35- tot 44-jarigen en 45- tot 54-jarigen was er tussen 1999 en 2022 een lichte stijging van 0,6 uur per week. Bij de 55-plussers daalde het aantal werkuren met bijna 3 uur per week sinds 1999 (toen nog 38,6 uur per week).

Iets minder werkuren bij laaggeschoolden

In de leeftijdsgroep 25 tot 64 jaar bedroeg het aantal werkuren in 2022 bij hooggeschoolde werkenden gemiddeld 38,1 uur per week. Bij middengeschoolden was dat 37,2 uur en bij laaggeschoolden 35,7 uur.
Het verschil tussen hooggeschoolden en laaggeschoolden lag in 2022 op 2,5 uur per week en het verschil tussen hooggeschoolden en middengeschoolden op bijna 1 uur. In 1999 was het aantal werkuren van de 3 onderwijsgroepen nog bijna gelijk. In vergelijking met 2021 is het gemiddeld aantal werkuren bij de de 3 groepen nagenoeg gelijk gebleven in 2022.

Zelfstandigen presteren veel meer werkuren dan werknemers

Zelfstandigen werkten in 2022 gemiddeld 47,0 uur per week, terwijl werknemers gemiddeld 35,7 uur per week actief waren in hun hoofdactiviteit. Werknemers met een voltijdse baan presteerden in 2022 gemiddeld 40,3 uur per week.

Bij zelfstandigen daalde het aantal werkuren fors: van 54,4 uur per week in 1999 tot 47,0 uur in 2022. Bij werknemers bleef het aantal werkuren vrijwel constant tussen 1999 en 2022. Het verschil tussen zelfstandigen en voltijds werkende werknemers daalde van 14,5 uur per week in 1999 tot 6,8 uur in 2022.

Bijna geen verschil in aantal werkuren naar huishoudtype

In 2022 waren werkende alleenstaanden zonder kinderen ten laste 38,1 uur per week aan de slag. Alleenstaanden met kinderen werkten 35,9 uur per week. Bij koppels zonder kinderen lag het aantal werkuren per week in 2022 op 36,9 uur en bij koppels met kinderen op 38,1 uur per week. De verschillen naar huishoudtype zijn dus klein.

Tussen 2012 en 2022 bleef het aantal werkuren per week voor de diverse huishoudtypes bijna constant.

Minder werkuren bij werkenden met hinder door handicap of langdurig gezondheidsprobleem

In 2022 presteerden werkende personen met hinder tijdens hun dagelijkse activiteiten wegens een handicap of langdurig gezondheidsprobleem gemiddeld 33,6 uur per week, tegenover 35,3 in 2021. In de periode 2009-2022 schommelde dat aantal licht. Personen zonder hinder werkten in 2022 gemiddeld 38,1 uur. Bij deze groep schommelde het aantal werkuren tussen 38,0 en 38,7 uur per week.
Het verschil tussen de 2 groepen daalde van 4,2 uur per week in 2009 tot 2,7 uur in 2021, maar steeg weer tot 4,4 uur in 2022.

Iets minder werkuren bij werkende personen geboren buiten de Europese Unie

Werkende personen geboren in België werkten in 2022 gemiddeld 37,5 uur per week en personen geboren in een ander land van de Europese Unie (EU27) 37,0 uur. Werkende personen geboren buiten de Europese Unie presteerden in 2022 35,7 uur per week.
In de periode 2007-2022 waren er voor de 3 groepen slechts minimale veranderingen in het aantal werkuren per week.

Gemiddeld aantal werkuren in Vlaams Gewest ongeveer even hoog als EU-gemiddelde

Het Vlaamse Gewest scoorde in 2022 met gemiddeld 37,3 werkuren per week iets hoger dan het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (36,9 uur), het Waalse Gewest (36,2 uur) en België als geheel (36,9 uur).

In de Europese Unie (EU27) bedroeg het gemiddeld aantal werkuren in 2022 37,5 uur per week. In het Vlaamse Gewest lag het aantal werkuren dus nagenoeg even hoog als het EU-gemiddelde.
In Griekenland (41,0 uur) lag het gemiddeld aantal werkuren het hoogst, gevolgd door Polen (40,4 uur) en Bulgarije (40,2 uur). Nederland kende het laagste gemiddeld aantal werkuren per week (33,2 uur), voorafgegaan door Duitsland (35,3 uur) en Denemarken (35,4 uur).