Eigendomsmarkt vooral eengezinswoningen, huurmarkt vooral meergezinswoningen
De meerderheid van de huishoudens die eigenaar zijn wonen in een eengezinswoning (86%), terwijl de huishoudens die huren op de private markt voornamelijk in meergezinswoningen wonen (70%). De sociale huisvesting kent een meer gelijke verdeling van woningtypes, met een kleine meerderheid van meergezinswoningen (56%).
De profielen van de huishoudens die in eengezinswoningen of meergezinswoningen wonen verschillen. In eengezinswoningen wonen vaker koppels met kind(eren), 46- tot 64-jarigen, werkenden, hooggeschoolden, Belgen en huishoudens uit de hoogste inkomenscategorie. In meergezinswoningen vindt men vaker alleenstaanden, 18- tot 34-jarigen, werklozen, niet-Belgen en huishoudens uit de laagste inkomenscatgorie.
Meer meergezinswoningen bij nieuwbouw en in steden
Het stijgend aandeel meergezinswoningen in de woningvoorraad is toe te schrijven aan een toenemend aandeel hiervan in de nieuwbouw. Het aandeel meergezinswoningen ligt in de bouwperiode na 2000 hoger dan in de vroegere bouwperiodes.
In de grootsteden zijn bijna 6 op de 10 woningen meergezinswoningen. In minder verstedelijkt gebied neemt dat aandeel af. Buiten de steden is 22% van de woningen een meergezinswoning, 78% is een eengezinswoning.
Naar provincie telt Antwerpen het hoogste aandeel meergezinwoningen met 38%, in de overige provincies ligt dat aandeel tussen 20% en 30%.
Bronnen
- Agentschap Wonen in Vlaanderen:
- Steunpunt Wonen: