Huurders en werklozen hebben vaker hoge woonquote
In 2023 was het verschil in woonquote het meest uitgesproken naar eigenaarschap en activiteitstatus. Bijna de helft van de private huurders had een woonquote groter dan 30%. Bij sociale huurders was dat 16% en bij eigenaars 10%. Naar activiteitstatus vallen de werklozen op: iets meer dan de helft van deze groep had in 2023 een woonquote groter dan 30%.
Naarmate het inkomen stijgt, daalt het aandeel huishoudens met een hoge woonquote. Bij de laagste inkomensgroep had bijna 4 op de 10 huishoudens een woonquote groter dan 30%, bij de hoogste inkomens was dat 1 op de 10.
Ook naar huishoudtype, leeftijd en nationaliteit zijn er verschillen. Alleenstaanden, met of zonder kind(eren), hebben vaker dan koppels een hoge woonquote. Naar leeftijd lag voornamelijk in de jongste leeftijdscategorieën het aandeel met een hoge woonquote hoger. Bij de oudere leeftijdscategorieën lag dat aandeel duidelijk lager. Niet-Belgen hebben vaker een woonquote groter dan 30% dan Belgen.
Naar opleidingsniveau ten slotte waren de verschillen in 2023 minder uitgesproken. Maar het aandeel inwoners met een hoge woonquote stijgt wel naarmate het opleidingsniveau daalt.
Bronnen
- Wonen in Vlaanderen:
- Steunpunt Wonen: