Gedaan met laden. U bevindt zich op: Digitale vaardigheden bij burgers Digitale economie

Digitale vaardigheden bij burgers

Gepubliceerd op 24 april 2024 • Volgende update: april 2026
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

In 2023 had 61% van de inwoners van het Vlaamse Gewest van 16 tot 74 jaar minstens digitale basisvaardigheden. Dat wil zeggen dat zij over de nodige basisvaardigheden beschikken op vlak van het opzoeken en controleren van online informatie, het online communiceren, het gebruiken van software, het beheren van persoonlijke gegevens op het internet en het oplossen van problemen of het omgaan met computers of elektronische apparaten. In 2021 lag dat aandeel op 54%. Ook het aandeel van de bevolking met meer gevorderde vaardigheden steeg van 26% in 2021 naar 29% in 2023.

Het aandeel van de bevolking van 16 tot 74 jaar dat de nodige digitale basisvaardigheden mist daalde tussen 2021 en 2023 van 46% naar 39%. In 2023 had hiervan 33% lage digitale vaardigheden en 6% geen digitale vaardigheden (inclusief de personen die geen internet gebruikten in de voorbije 3 maanden).

Vaardigheden op vlak van informatie, communicatie en probleemoplossing goed ingeburgerd, softwaregebruik en het beheren persoonlijke gegevens minder

Iets meer dan 9 op de 10 inwoners van 16 tot 74 jaar beschikten in 2023 over basisvaardigheden of meer gevorderde vaardigheden op vlak van communicatie (94%), informatie en datageletterdheid (91%) of probleemoplossing (91%). Voor informatie en voor communicatie hadden ongeveer 8 op de 10 personen van 16 tot 74 jaar meer gevorderde vaardigheden, voor probleemoplossing 6 op de 10.

Op vlak van het omgaan met software (digitale contentcreatie) en het beheren van de persoonlijke online informatie (online veiligheid) ligt het aandeel met minstens basisvaardigheden lager (respectievelijk 76% en 69%). Voor het beheren van de persoonlijke online informatie is het aandeel met meer gevorderde vaardigheden het laagst (40%).

Vooral ouderen, laaggeschoolden en mensen met een laag inkomen missen digitale basisvaardigheden

De digitale vaardigheden nemen af met de leeftijd en toe met de scholingsgraad en het inkomen. Naar geslacht is het verschil kleiner. Er is geen verschil naar geboorteland.

Bij de 55- tot 74-jarigen had in 2023 55% geen digitale basisvaardigheden. Bij de jongere leeftijdsgroepen lag dat aandeel op ongeveer 30%.

Bij de laaggeschoolden had 66% geen digitale basisvaardigheden. Bij de middengeschoolden ging het om 45% en bij de hooggeschoolden om 17%.

Bij de personen met een huishoudinkomen tot 1.499 euro had 69% geen digitale basisvaardigheden. Dat aandeel neemt af naarmate het inkomen stijgt. Bij de groep met het hoogste inkomen (vanaf 4.800 euro) gaat het om 25%.

Ten slotte zijn mannen digitaal iets vaardiger dan vrouwen, maar dat verschil is eerder klein.

Aandeel burgers met minstens digitale basisvaardigheden in Vlaamse Gewest hoger dan EU-gemiddelde

In het Vlaamse Gewest beschikte in 2023 61% van de bevolking van 16 tot 74 jaar over minstens digitale basisvaardigheden. In het Waalse Gewest was dat 55% en in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest 65%.

Het aandeel van de bevolking met minstens digitale basisvaardigheden is in het Vlaamse Gewest hoger dan het EU27-gemiddelde (56%). Het aandeel met minstens digitale basisvaardigheden ligt het hoogst in Nederland en Finland (respectievelijk 83% en 82%).

Het aandeel burgers dat meer gevorderde digitale vaardigheden heeft, lag in 2023 in het Vlaamse Gewest op 29%. In Nederland en Finland heeft meer dan de helft van de burgers meer gevorderde digitale vaardigheden.