De digitale vaardigheden nemen af met de leeftijd en toe met de scholingsgraad en het inkomen. Naar geslacht is het verschil kleiner. Er is geen verschil naar geboorteland.
Bij de 55- tot 74-jarigen had in 2023 55% geen digitale basisvaardigheden. Bij de jongere leeftijdsgroepen lag dat aandeel op ongeveer 30%.
Bij de laaggeschoolden had 66% geen digitale basisvaardigheden. Bij de middengeschoolden ging het om 45% en bij de hooggeschoolden om 17%.
Bij de personen met een huishoudinkomen tot 1.499 euro had 69% geen digitale basisvaardigheden. Dat aandeel neemt af naarmate het inkomen stijgt. Bij de groep met het hoogste inkomen (vanaf 4.800 euro) gaat het om 25%.
Ten slotte zijn mannen digitaal iets vaardiger dan vrouwen, maar dat verschil is eerder klein.