Gedaan met laden. U bevindt zich op: Productie en gebruik elektriciteit Energie

Productie en gebruik elektriciteit

Gepubliceerd op 19 december 2025 • Volgende update: november 2026
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Correctie gepubliceerd op 5 december 2025

Bij elke update van deze statistiek kunnen er nog kleine wijzigingen optreden bij de cijfers van de meest recente jaren. De voorbije jaren werden deze wijzigingen echter niet mee opgenomen en werd enkel het cijfer voor het meest recente jaar toegevoegd aan de tijdreeks. Op 5 december om 17u.45 werden alle (kleine) correcties van de voorbije jaren wel mee opgenomen. Iets wat in de toekomst bij elke update zal gebeuren.

Netto-invoer van elektriciteit hoger door lagere nettoproductie van elektriciteit

In 2024 lag de totale bruto-elektriciteitsproductie in het Vlaamse Gewest op 40.458 (GWh). Na aftrek van het eigenverbruik door de centrales, de netverliezen en het gebruik voor batterij-opslag, was er netto 36.658 GWh Vlaamse elektriciteit beschikbaar voor de eindconsument (netto elektriciteitsproductie).

Het Vlaamse elektriciteitsgebruik door de eindconsument steeg in 2024 met 4% ten opzichte van 2023 en kwam daarmee op 51.714 GWh. In 2024 lag de nettoproductie van elektriciteit 29% lager dan het gebruik in het Vlaamse Gewest en werd netto 15.056 GWh ingevoerd.

In 2014, 2015 en 2018 lag de eigen productie het laagst door het stilleggen van enkele kerncentrales en was het aandeel van de netto invoer het grootst. In september 2022 werd Doel 3 gesloten en nam de eigen productie verder af. In maart 2023 werd de productie van elektriciteit uit biomassa in de centrale van Rodenhuize stopgezet. In 2024 heeft Doel 4 beduidend minder gewerkt (laagste niveau sinds 2018).

Kernenergie en klassieke brandstoffen blijven belangrijkste productiebronnen

Kernenergie en klassieke brandstoffen (inclusief chemische warmte) waren in 2024 de belangrijkste productiebronnen van elektriciteit. Zij waren goed voor 35% en 39% van de totale Vlaamse bruto elektriciteitsproductie. Klassieke brandstoffen omvatten hoofdzakelijk fossiele brandstoffen maar ook biomassa en stoom. Wind, water en zon zorgden samen voor 25% van de productie.

Tussen 2010 en 2024 daalde het aandeel van de productie van elektriciteit uit klassieke brandstoffen (inclusief chemische warmte) van 58% naar 39%. Het aandeel van wind, water en zon steeg in dezelfde periode van bijna 2% naar 25%. Het aandeel van de productie door kernenergie bleef ongeveer constant tot 2022, afgezien van schommelingen door het tijdelijk stilleggen van enkele kerncentrales in de periode 2012 – 2015 en 2018 - 2020. Door het definitief stilleggen van Doel 3 vanaf september 2022 en de lagere productie van Doel 4 in 2023 en 2024 is de productie van elektriciteit uit kernenergie vanaf 2023 gedaald. Tussen 2010 en 2024 daalde het aandeel van de elektriciteitsproductie uit kernenergie van 41% naar 35%.

Bronnen