Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Netto persoonlijk inkomen gemiddeld op 2.079 euro per maand

In 2022 lag het totaal netto van de bevolking van 18 jaar en ouder in het Vlaamse Gewest gemiddeld op 2.079 euro per maand. In 2006 ging het om 1.658 euro per maand (uitgedrukt in van 2021). Dat komt overeen met een stijging van ruim 25% of gemiddeld 1,6% per jaar. Tussen 2021 en 2022 steeg het gemiddeld persoonlijk inkomen met bijna 4%.

Het totale netto persoonlijk inkomen wordt berekend als de som van het beroepsinkomen, het pensioen, de werkloosheidsuitkering en andere persoonlijk inkomens, waarbij de directe belastingen en bijdragen voor de sociale zekerheid in mindering zijn gebracht.

Bovenstaande cijfers werden berekend op basis van het totale persoonlijk inkomen in het jaar voorafgaand aan de enquête. De cijfers van 2022 hebben dus betrekking op het inkomen van 2021.

De EU-SILC-enquête waar deze cijfers op gebaseerd zijn, werd in 2019 ingrijpend vernieuwd. Daardoor is voorzichtigheid geboden bij het maken van vergelijkingen met de resultaten van voorgaande jaren.

Het persoonlijk inkomen bestond in 2022 gemiddeld voor de hele bevolking van 18 jaar en ouder uit 1.465 euro beroepsinkomen (71%), 438 euro pensioenen (21%), 108 euro werkloosheidsuitkeringen (3%) en 68 euro ander inkomen (5%) (vooral uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid, ziekte en invaliditeit).

Meer personen met hoger persoonlijk inkomen in 2022 dan in 2006

Algemeen gezien hadden in 2022 meer personen een hoger persoonlijk inkomen dan in 2006. In 2022 lag bij 49% van de bevolking het persoonlijk inkomen lager dan 2.000 euro per maand, tegenover bij 65% in 2006.

Iets meer dan 5% van de bevolking van 18 jaar en ouder had in 2022 geen persoonlijk inkomen, tegenover 15% in 2006. Bij 34% van de bevolking van 18 jaar en ouder lag het persoonlijk inkomen in 2022 tussen 2.000 en 3.000 euro per maand. In 2006 was dat 24%. Ruim 17% had in 2022 een persoonlijk inkomen van meer dan 3.000 euro per maand, tegenover 10% in 2006.

Sterkere toename van persoonlijk inkomen bij vrouwen

Het gemiddeld netto persoonlijk inkomen van mannen van 18 jaar en ouder lag in 2022 op 2.355 euro, dat van vrouwen op 1.811 euro. Het persoonlijk inkomen steeg bij mannen tussen 2006 en 2022 met bijna 11%, bij vrouwen met maar liefst 50%. Daardoor verminderde het verschil tussen mannen en vrouwen van 921 euro in 2006 tot 544 euro in 2022 (-41%).

Bij mannen daalde het aandeel van het beroepsinkomen in het totaal persoonlijk inkomen van gemiddeld 75% in 2006 tot 72% in 2022. Bij vrouwen daalde het van 70% tot 69%. Bij mannen steeg het aandeel van pensioenen vrij sterk, bij vrouwen licht. Bij zowel mannen als vrouwen daalde het aandeel van werkloosheidsuitkeringen beduidend. Bij beide groepen steeg het aandeel van de andere inkomsten (vooral uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid, ziekte en invaliditeit) vrij sterk.

Hoogste persoonlijk inkomen bij 35- tot 49-jarigen

Het gemiddeld persoonlijk inkomen lag in 2022 bij de 18- tot 34-jarigen op 1.504 euro per maand. Dat is beduidend lager dan bij de 35- tot 49-jarigen (2.663 euro per maand) en de 50- tot 64-jarigen (2.494 euro). Het lag ook iets lager dan bij de 65-plussers (1.653 euro).

Tussen 2006 en 2022 steeg het gemiddelde persoonlijk inkomen het sterkst bij de 65-plussers en de 50- tot 64-jarigen (+37%), gevolgd door de 65-plussers (+36%), de 35- tot 49-jarigen (+23%) en de 18- tot 34-jarigen (+12%).

Het aandeel van het beroepsinkomen in het persoonlijk inkomen lag in 2022 gemiddeld op 92% bij de 18- tot 34-jarigen en de 35- tot 49-jarigen, op 80% bij de 50- tot 64-jarigen en op 7% bij de 65-plussers. Bij de 50- tot 64-jarigen nam dat aandeel sterk toe tussen 2006 en 2022, terwijl het aandeel van de pensioenen en werkloosheidsuitkeringen bij deze leeftijdsgroep sterk daalde. Bij de 65-plussers nam het aandeel van beroepsinkomen eveneens sterk toe en daalde het aandeel van pensioenen. Bij alle groepen steeg het aandeel van de andere inkomsten vrij sterk.

Veel hoger persoonlijk inkomen bij hooggeschoolden

Het gemiddeld netto persoonlijk inkomen van hooggeschoolden lag in 2022 gemiddeld op 2.582 euro per maand. Bij middengeschoolden bedroeg het 1.802 euro per maand en bij laaggeschoolden 1.351 euro.

Tussen 2006 en 2022 nam het netto persoonlijk inkomen bij laaggeschoolden toe met 14%, bij middengeschoolden met 20% en bij hooggeschoolden met 10%.

Het aandeel van het beroepsinkomen in het persoonlijk inkomen daalde bij laaggeschoolden van gemiddeld 42% in 2006 tot 28% in 2022. Bij middengeschoolden daalde dat aandeel van 79% in 2006 tot 65% in 2022 en bij hooggeschoolden van 86% tot 82%. Bij laaggeschoolden daalde het aandeel van de werkloosheidsuitkeringen fors en bij de 2 andere onderwijsniveaus in beperkte mate. Het aandeel van de pensioenen en andere inkomsten nam duidelijk toe bij alle onderwijsniveaus.

Lager persoonlijk inkomen bij personen met hinder door handicap of langdurig gezondheidsprobleem

In 2022 hadden personen met hinder in de dagelijkse bezigheden wegens een handicap of een langdurig gezondheidsprobleem een persoonlijk inkomen van gemiddeld 1.729 euro per maand. Bij personen zonder hinder ging het om 2.191 euro per maand.

Tussen 2006 en 2022 steeg het persoonlijk inkomen bij personen met hinder met 28% en bij personen zonder hinder met 25%.

Bij personen met hinder bestond het persoonlijk inkomen in 2022 gemiddeld voor 40% uit beroepsinkomen, voor 38% uit pensioenen, voor 3% uit werkloosheidsuitkeringen en voor 19% uit andere inkomsten. Bij personen zonder hinder lag het aandeel van het beroepsinkomen in 2022 op 78%, naast 17% pensioenen, 3% werkloosheidsuitkeringen en 2% andere inkomsten.

Lager persoonlijk inkomen bij personen geboren buiten EU

In 2022 lag het netto persoonlijk inkomen bij personen geboren buiten de Europese Unie (EU) gemiddeld op 1.500 euro per maand. Bij personen geboren in België lag dat op 2.125 euro en bij personen geboren in een ander EU-land dan België op 2.052 euro.

Het persoonlijk inkomen van personen geboren buiten de EU steeg tussen 2009 en 2022 met 22%. Bij personen geboren in België nam het toe met 20% en bij personen geboren in de EU (buiten België) met 17%.

Bij personen geboren buiten de EU bestond het persoonlijk inkomen in 2022 gemiddeld voor 77% uit beroepsinkomen, voor 6% uit pensioenen, voor 8% uit werkloosheidsuitkeringen en voor 9% uit andere inkomsten. Bij personen geboren in België lag het aandeel van het beroepsinkomen in 2022 op 70%, naast 22% pensioenen, 3% werkloosheidsuitkeringen en 5% andere inkomsten. Bij personen geboren in de EU (buiten België) bedroegen die aandelen respectievelijk 80%, 5%, 9% en 6%.

Laagste persoonlijk inkomen in Waals Gewest

In 2022 lag het gemiddeld netto persoonlijk inkomen in het Vlaamse Gewest (2.079 euro per maand) beduidend hoger dan in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (1.828 euro) en in het Waalse Gewest (1.775 euro).

Het persoonlijk inkomen in het Vlaams Gewest steeg met 25% in de periode 2006-2022, in het Waalse Gewest met 14% en in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest met 6%.

In het Vlaamse Gewest bestond het persoonlijk inkomen in 2022 gemiddeld voor 71% uit beroepsinkomen, voor 21% uit pensioenen, voor 3% uit werkloosheidsuitkeringen en voor 5% uit andere inkomsten. In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest lag het aandeel van het beroepsinkomen gemiddeld op 75%, naast 12% pensioenen, 8% werkloosheidsuitkeringen en 5% andere inkomsten. In het Waalse Gewest bedroegen die aandelen respectievelijk 64%, 22%, 6% en 8%.