Gedaan met laden. U bevindt zich op: Uitstel of afstel van medische zorg of tandzorg Inkomen en armoede

Uitstel of afstel van medische zorg of tandzorg

Gepubliceerd op 1 maart 2024 • Volgende update: maart 2025
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

In 2023 gaf 1,6% van de bevolking van 16 jaar en ouder in het Vlaamse Gewest aan dat zij in het voorgaande jaar een noodzakelijk medisch of tandheelkundig onderzoek of behandeling moesten uit- of afstellen om financiële redenen. Het gaat om het gecombineerde aandeel personen dat minstens één keer hetzij medische zorg uitstelde, hetzij tandzorg en dit omdat zij het zich financieel niet konden veroorloven. Dat komt overeen met ongeveer 90.000 personen.

De EU-SILC-enquête werd in 2019 ingrijpend vernieuwd. Daardoor is voorzichtigheid geboden bij het maken van vergelijkingen tussen de resultaten van de meest recente jaren en de jaren tot 2018. In de meest recente jaren ligt het aandeel dat medische zorg of tandzorg moet uitstellen telkens iets hoger dan 1%.

Aandeel dat medische zorg of tandzorg moet uit- of afstellen hoogst bij werklozen en huurders

Het aandeel dat medische zorg of tandzorg heeft moeten uit- of afstellen om financiële redenen lag in 2023 het hoogst bij werklozen (8%), huurders (6%) en alleenstaanden (4%).

Aandeel dat medische zorg of tandzorg moet uit- of afstellen om financiële redenen in Vlaams Gewest lager dan in andere gewesten en dan EU27-gemiddelde

In onderstaande Europese vergelijking worden de twee vormen van zorg, tandzorg en medische zorg, telkens apart bekeken.

In het Vlaamse Gewest ligt het aandeel dat medische zorg of tandzorg om financiële redenen uitstelt of afstelt lager dan in de andere Belgische gewesten. In het Vlaamse Gewest ging het bij medische zorg in 2022 om minder dan 1% van de bevolking van 16 jaar en ouder, in het Waalse Gewest om 3% en in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest om 4%. Voor tandzorg lag dat aandeel in het Vlaamse Gewest op 3%, in het Waalse Gewest op 9% en in het Brusselse Gewest op 7%.

Het aandeel dat zorg moet uit- of afstellen om financiële redenen lag in België in 2022 net onder het EU27-gemiddelde, zowel voor medische zorg als voor tandzorg.

Cijfers voor 2023 zijn nog niet voor alle EU-landen beschikbaar. Voor België en de gewesten is dat wel het geval. In België als geheel stelde in dat jaar 2% van de bevolking ouder dan 16 jaar medische zorg uit en 6% stelde tandzorg uit. De aandelen liggen ook in 2023 lager in het Vlaamse Gewest dan in de andere Belgische gewesten. Minder dan 1% van de bevolking van 16 jaar en ouder in het Vlaamse Gewest stelde medische zorg uit. In het Waalse en Brusselse Gewest ging het telkens om 3%. Voor tandzorg lag het aandeel uitstel of afstel op 4% in het Vlaamse Gewest, op 9% in het Waalse Gewest en op 5% in het Brusselse Gewest.