Bedrijfseconomische inkomensindicatoren per landbouwsector
Bedrijfseconomische inkomensindicatoren: duidelijke verschillen tussen sectoren
Binnen de land- en tuinbouwsector was het in de periode 2019-2023 opvallend hoger voor de tuinbouw (375.600 euro per bedrijf in ) dan voor de landbouw (119.500 euro). Het zijn vooral de bedrijven met glasgroenten die het gemiddelde van de tuinbouw omhoogstuwen. Ook binnen de landbouw waren er duidelijke verschillen: de melkveebedrijven scoorden een pak hoger dan de akkerbouw- en vleesveebedrijven, de kloof met de varkensbedrijven was kleiner.
In bepaalde sectoren was het verschil tussen het factor- en aanzienlijk. Vooral in de tuinbouw was dat het geval omdat de tuinbouw een aantal grote bedrijven telt met hoge kosten voor externe (niet-familiale) arbeid en voor bedrijfskapitaal. In de landbouw is de inzet van externe arbeid heel wat lager, waardoor het verschil tussen factor- en bedrijfsinkomen er kleiner is. In de tuinbouw realiseerden de glasgroenten in de periode 2019-2023 een bedrijfsinkomen van 356.000 euro per bedrijf. In de landbouw haalden de melkveebedrijven met 125.000 euro het hoogste bedrijfsinkomen, op de voet gevolgd door de varkensbedrijven (118.800 euro). De vleesveebedrijven waren met een bedrijfsinkomen van 36.300 euro de hekkensluiter.
Het verschil tussen het bedrijfsinkomen en het was gemiddeld kleiner dan het verschil tussen het factor- en bedrijfsinkomen. Dat geeft aan dat het belang van de fictieve pacht en rente minder groot is dan dat van de betaalde . Bij het familiaal arbeidsinkomen bleef het verschil tussen de tuinbouw (197.400 euro) en de landbouw (83.200 euro) duidelijk.
Het verschil tussen het familiaal arbeidsinkomen en het was bij nagenoeg alle sectoren zeer groot. Dat komt omdat de vergoeding voor eigen arbeid een zware (aangerekende) kostenpost is. In de periode 2019-2023 slaagden de tuinbouwbedrijven er gemiddeld genomen in om met 105.400 euro per bedrijf een positief netto bedrijfsresultaat te behalen. Dat betekent dat ze alle productiefactoren kunnen vergoeden en er nog een vergoeding voor het ondernemerschap (winst) overblijft. De landbouwbedrijven toonden een ander beeld: met een netto bedrijfsresultaat van gemiddeld 17.600 euro per bedrijf kan de eigen arbeid worden vergoed, maar blijft er niet veel beloning voor het ondernemerschap over.
Akkerbouw: netto bedrijfsresultaat daalt aanzienlijk
In de sector van de akkerbouw bedroeg het familiaal arbeidsinkomen in 2023 52.200 euro per bedrijf, een daling ten opzichte van het voorgaande jaar. Het familiaal arbeidsinkomen minus de vergoeding voor eigen arbeid geeft het netto bedrijfsresultaat, wat beschouwd kan worden als beloning voor het management van de bedrijfsleider. Hoewel het netto bedrijfsresultaat in 2023 aanzienlijk daalde, bleef het voor het 5de jaar op rij positief (13.100 euro).
Groenten onder glas: netto bedrijfsresultaat stijgt naar 421.000 euro
In 2023 bedroeg het familiaal arbeidsinkomen in de glasgroentesector bijna 524.600 euro. Voor het 10de jaar op rij was het netto bedrijfsresultaat sterk positief en kwam uit op 421.000 euro, dat is ruim drie kwart meer dan in 2022.
Groenten in open lucht: netto bedrijfsresultaat op hoogste niveau sinds 2012
Het factor- en het bedrijfsinkomen van de sector groenten in open lucht nam in 2023 voor het 2de jaar op rij toe. Het familiaal arbeidsinkomen steeg naar 124.800 euro. Het netto bedrijfsresultaat kwam uit op bijna 56.700 euro, het beste resultaat sinds 2012.
Sierteelt onder glas: netto bedrijfsresultaat neemt met ruim de helft af
Na een forse toename in 2022 daalde het familiaal arbeidsinkomen in de sector sierteelt onder glas in 2023 naar 235.500 euro. Na vergoeding voor eigen arbeid bleef het netto bedrijfsresultaat toch sterk positief (139.400 euro), ondanks een daling met ruim de helft in vergelijking met het voorgaande jaar.
Fruit: opmerkelijke stijging van netto bedrijfsresultaat
In 2023 nam het familiaal arbeidskomen in de fruitsector toe tot 236.700 euro, het hoogste niveau sinds 2012. Het familiaal arbeidsinkomen bleek hiermee ruim voldoende om de vergoeding voor eigen arbeid te dekken. Het netto bedrijfsresultaat was zo voor het 5de jaar op rij positief en bedroeg bijna 155.600 euro.
Melkvee: netto bedrijfsresultaat opnieuw negatief
Na een forse toename in 2022 als gevolg van hogere melkprijzen, daalden de opbrengsten bij de gespecialiseerde melkveebedrijven in 2023 opnieuw. Factor-, bedrijfs- en familiaal arbeidsinkomen keerden terug naar het niveau van 2021. Dat was niet meer voldoende om de vergoeding voor eigen arbeid te dragen, waardoor het netto bedrijfsresultaat in 2023 negatief uitkwam op -11.100 euro. In de periode 2012-2023 bleef het netto bedrijfsresultaat in de melkveesector slechts 3 jaar uit het rood.
Vleesvee: netto bedrijfsresultaat sterker negatief
Het familiaal arbeidsinkomen in de vleesveesector is in 2023 met ruim 40% gedaald naar 22.200 euro, het laagste niveau sinds 2020. Net als in de voorgaande jaren was dat onvoldoende om de vergoeding voor eigen arbeid te dekken, waardoor het netto bedrijfsresultaat neerkwam op -37.800 euro.
Varkens: netto bedrijfsresultaat voor het 2de jaar op rij positief
Het familiaal arbeidsinkomen in de varkenssector verdrievoudigde in 2023 nagenoeg tot 251.700 euro. Hierdoor was het netto bedrijfsresultaat opnieuw positief en bedroeg het 183.200 euro, wat een aanzienlijke beloning voor het ondernemerschap betekent.
Legpluimvee: netto bedrijfsresultaat van 432.400 euro
Net als het factor- en bedrijfsinkomen daalde het familiaal arbeidsinkomen in de legpluimveesector licht naar 525.100 euro. Dat bleef echter ruimschoots voldoende om de vergoeding voor eigen arbeid te dekken, waardoor het netto bedrijfsresultaat in 2023 uitkwam op bijna 432.400 euro, het op een na hoogste resultaat sinds 2016.
Slachtpluimvee: netto bedrijfsresultaat stijgt met ruim twee derde
Voor het 2de jaar op rij namen in de sector van het slachtpluimvee zowel het factorinkomen als het bedrijfsinkomen fors toe, resulterend in een familiaal arbeidsinkomen van 705.300 euro. Het netto bedrijfsresultaat bleef daarmee, net als in de voorgaande jaren, sterk positief en bedroeg 639.000 euro, het hoogste resultaat sinds 2016.
Bronnen
- Agentschap Landbouw en Zeevisserij: