Gedaan met laden. U bevindt zich op: Metadata: Fietsbezit Fietsbezit

Metadata: Fietsbezit

Bron

Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW), Onderzoek Verplaatsingsgedrag

Definities

Het betreft het fietsbezit op huishoudniveau, niet op individueel niveau. Het gaat zowel om elektrische fietsen als niet-elektrische fietsen, inclusief kinderfietsen maar exclusief brom- en snorfietsen.

In de gezinsvragenlijst wordt volgende vraag gesteld aan de respondenten om te peilen naar het aantal fietsen in het huishouden:
“Welke voertuigen heeft uw gezin ter beschikking? (Hou zowel rekening met
voertuigen die u zelf gekocht heeft, met bedrijfsvoertuigen of eventueel nog andere
bijvoorbeeld via een systeem van autodelen). Gelieve bij elk voertuig het aantal te
vermelden. Schrijf “0” voor elke soort van voertuig waarover uw gezin niet beschikt.
Met een gezin bedoelen we alle personen die wonen op het adres waar u feitelijk
woont.”
Daarbij wordt gevraagd om onder meer de aantallen voor ‘elektrische fiets’ en ‘(kinder)fiets’ in te vullen.

Opmerkingen bij de kwaliteit

Het veldwerk voor het meest recente Onderzoek Verplaatsingsgedrag (OVG 7) ging in oktober 2023 van start en liep tot en met november 2024. De methodiek van OVG 7 verschilt met de voorgaande OVG-metingen. Voor het eerst was er in geen enkele fase van het bevragingsproces nog een enquêteur betrokken. In OVG 7 werd net zoals in OVG 6 samengewerkt met het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.    

De steekproef werd aanzienlijk verhoogd om diepere analyses en meer gerichte conclusies rond de verplaatsingen van doelgroepen mogelijk te maken, maar vooral om uitspraken te kunnen doen voor elk van de 15 vervoerregio’s. Voor de vervoerregio’s Antwerpen, Gent, Limburg, Vlaamse Rand en Westhoek werd telkens een steekproef van 9600 personen geselecteerd. Voor de andere 10 vervoerregio’s (Aalst, Brugge, Kempen, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Vlaamse Ardennen en Waasland) lag de steekproef telkens op 6.400 personen. Elk kwartaal werd een kwart van de steekproef getrokken. De steekproef werd per kwartaal gelijk verdeeld over de dagen en weken om gefaseerd te verzenden. Dit om een gelijke verdeling te bekomen van de invuldagen.   

26.711 inwoners van het Vlaamse Gewest namen uiteindelijk deel aan het onderzoek. 21.812 vulden online de enquête in, 4.899 deden dat op papier.  

Door de gewijzigde methodiek is het niet mogelijk om resultaten van OVG 7 zomaar te vergelijken met resultaten van eerdere bevragingen. Die cijfers zijn dan ook niet zichtbaar in de hier getoonde grafieken.  

Meer details over de gebruikte methodologie bij het Onderzoek Verplaatsingsgedrag vindt u terug in het analyserapport.

Referenties

Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW): Onderzoek Verplaatsingsgedrag

Naar de statistiek