Gedaan met laden. U bevindt zich op: Metadata: Personeelsleden universiteiten Personeelsleden universiteiten

Metadata: Personeelsleden universiteiten

Bron

Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR), bewerking Statistiek Vlaanderen

Definities

Professoren en gastprofessoren: het zelfstandig academisch personeel (ZAP) en het integratiekader onderwijzend personeel groep 3 (OP3 = docent, hoofddocent, hoogleraar en gewoon hoogleraar).

Assistenten: het assisterend academisch personeel (AAP) en het integratiekader onderwijzend personeel groep 2 (OP2 = assistent, doctor-assistent en werkleider) en groep 1 (OP1 = lector en hoofdlector).

Doctorale en postdoctorale onderzoekers: zowel de bursalen als de onderzoekers met contracten van bepaalde of onbepaalde duur, gefinancierd buiten de werkingsuitkeringen.

Opmerkingen bij de kwaliteit

Cijfers over de personeelsleden van de universiteiten zijn afkomstig van de VLIR. Het betreft een telling van het personeel op 1 februari van het jaar.

Enkel personeelsleden met een bezoldiging (wedde of beurs) op de datum van telling worden in de databank en de statistieken opgenomen. In de personeelsgegevens worden zowel de feitelijke personeelsleden (zogenaamde titularis op de stoel) opgenomen als hun feitelijke plaatsvervangers. De feitelijke personeelsleden worden, evenals hun plaatsvervangers, voor hun feitelijke tewerkstellingsratio meegerekend.

Tot de groep van personeel, bezoldigd ten laste van de werkingsuitkeringen, behoren het zelfstandig en assisterend academisch personeel (ZAP en AAP) en het administratief en technisch personeel (ATP).

Wat betreft het zelfstandig academisch personeel worden ook de bezoldigde gastprofessoren ten laste van de werkingsuitkeringen en de leden van het ZAP die met vervroegd pensioen gaan, en een deel van hun activiteiten van onderwijs, onderzoek of wetenschappelijke dienstverlening voortzetten en hiervoor een vergoeding van de universiteit ontvangen ten laste van de werkingsuitkeringen (artikel V.44 §2 van de Codex Hoger Onderwijs) opgenomen.

Tot de groep van personeel, bezoldigd ten laste van andere bronnen dan de werkingsuitkeringen, behoren het wetenschappelijk personeel (WP) en het administratief en technisch personeel (ATP).

Tot deze groep behoren eveneens:

  • de doctoraatsbursalen en postdoctorale onderzoekers met beurs, mits zij onder toepassing van RSZ vallen
  • de personeelsleden werkzaam op de universiteiten, maar rechtstreeks door financierende instellingen betaald
  • de personeelsleden, werkzaam in de sociale sector, indien ze door de universiteit worden bezoldigd.

Met ingang van het academiejaar 2013-2014 zijn de academische hogeschoolopleidingen volledig geïntegreerd in de universiteiten. Bijgevolg werden ook de betrokken personeelsleden van het onderwijzend en administratief personeel overgenomen door de universiteiten. Deze personeelsleden behouden hun statuut en rechtspositie, en kunnen op termijn overgaan naar universitaire statuten.

Het overgekomen Onderwijzend Personeel is in aparte personeelscategorieën zichtbaar:

  • OP 1 (Onderwijzend Personeel groep 1): de lector en de hoofdlector
  • OP 2 (Onderwijzend Personeel groep 2): de assistent, de doctor-assistent en de werkleider
  • OP 3 (Onderwijzend Personeel groep 3): de docent, de hoofddocent, de hoogleraar en de gewoon hoogleraar.

Het overgekomen administratief en technisch personeel is niet als aparte groep herkenbaar in de statistieken, maar is opgenomen in de tabellen van het ATP. Ook eventueel overgekomen niet-statutair personeel is niet apart herkenbaar. Afhankelijk van het feit of het hier gaat om onderzoekers of ondersteunend personeel worden deze personen gerekend bij het wetenschappelijk personeel buiten de werkingsuitkeringen of bij het ‘ATP’. Gastprofessoren worden ingedeeld in de bestaande categorie ‘gastprofessoren’.

De gegevens van de personeelsleden werkzaam op de universiteiten, maar rechtstreeks betaald door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO-Vlaanderen), het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO), het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB), het Interuniversitair Micro-Elektronica Centrum (Imec) of de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) worden in de statistieken opgenomen en rechtstreeks bevraagd bij deze onderzoeksinstellingen.

Volgende groepen van personeel zijn niet in de personeelsgegevens opgenomen:

  • het personeel, bezoldigd ten laste van de universitaire ziekenhuizen of klinieken
  • de jobstudenten, tewerkgesteld aan de universiteiten
  • de vrijwillig wetenschappelijke medewerkers, evenals onbezoldigde gastprofessoren.

Personeelsleden, die binnen eenzelfde universiteit verschillende graden bekleden en/of ten laste van verschillende financieringsbronnen worden bezoldigd, zijn per graad en/of per bron van financiering opnieuw geregistreerd, echter telkens met hetzelfde volgnummer.

Vanaf het academiejaar 2019-2020 werden personeelsleden van de SLO’s (Specifieke Lerarenopleiding) uit de CVO’s (Centra voor Volwassenonderwijs) geïntegreerd in de universiteiten. Dit zorgt voor een stijging in de categorie OP 1.

Referenties

Vlaamse interuniversitaire Raad (VLIR): Personeelsstatistieken(opent in nieuw venster)

Naar de statistiek