Problematische afwezigheden
Aandeel problematisch afwezige leerlingen hoger dan voor coronacrisis
3,7% van de leerplichtige leerlingen in het secundair onderwijs was in het schooljaar 2021-2022 problematisch afwezig. Het gaat om leerlingen die 30 halve dagen of meer afwezig zijn zonder geldige reden.
Het aandeel problematisch afwezige leerlingen was in het schooljaar 2019-2020 gedaald tot 1,4%. Dat hing samen met de lange periode van afstandsleren in het voorjaar van 2020. Als gevolg van de coronacrisis konden de lessen niet meer op school doorgaan. Nadien steeg het aandeel problematisch afwezige leerlingen weer tot boven het niveau van voor de coronacrisis.
Deze cijfers hebben enkel betrekking op de minderjarige en dus leerplichtige leerlingen uit het secundair onderwijs.
Problematische afwezigheden hoogst in deeltijds onderwijs
In het deeltijds onderwijs was in het schooljaar 2021-2022 46,0% van de leerlingen problematisch afwezig. In het voltijds gewoon secundair was dat 2,9%, in het buitengewoon secundair 11,8 %.
Jongens zijn vaker problematisch afwezig dan meisjes in het voltijds gewoon secundair onderwijs. In het buitengewoon secundair onderwijs zijn meisjes iets vaker problematisch afwezig. In het deeltijds onderwijs is er weinig verschil tussen beide groepen.
Problematische afwezigheden grootst in bso en onthaalklas anderstalige nieuwkomers
In het voltijds gewoon secundair onderwijs waren in het schooljaar 2021-2022 de leerlingen in de onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers (okan) het vaakst problematisch afwezig. Daarna volgen leerlingen uit het beroepssecundair onderwijs (bso). In het algemeen secundair onderwijs (aso) lag het aandeel problematische afwezigheden het laagst.
Bronnen
- Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming: