Starters hoger onderwijs naar opleidingsniveau moeder
Aandeel starters hoger onderwijs piekt in uitstroomjaar 2019-2020, gevolgd door een daling
Van alle leerlingen die op het einde van het schooljaar 2020-2021 uitstroomden uit het secundair onderwijs startte 68% in 2021-2022 in het hoger onderwijs. Dat aandeel stijgt sterk naarmate het opleidingsniveau van de moeder toeneemt. Bij de leerlingen met een lag dat aandeel op 46%. Bij de leerlingen met een ging het om 63%, bij de leerlingen met een om 84%.
Voor de leerlingen die in 2018-2019 uitstroomden was er een vrij plotselinge stijging, vooral bij diegenen met een laagopgeleide moeder. Dat is het gevolg van de overheveling van de praktijkgerichte HBO5-opleidingen van het volwassenenonderwijs naar de hogescholen in 2019-2020. Het volwassenenonderwijs behoort niet tot het hoger onderwijs, waardoor cursisten in het volwassenenonderwijs niet tot de starters hoger onderwijs worden gerekend. De HBO5-opleidingen (nu graduaatopleidingen genoemd) zijn populairder bij studenten met een laagopgeleide moeder. Ook in 2019-2020 was er een stijging. Dat wordt mogelijk verklaard door een sterke stijging van de inschrijvingen HBO-verpleegkunde in 2020-2021, maar ook door de coronacrisis. De zomer van 2020 was voor jongeren die zich kwalificeerden met een diploma secundair onderwijs immers geen gunstige periode om werk te zoeken, wat de doorstroom naar hoger onderwijs kan versterkt hebben. In uitstroomjaar 2020-2021 daalden de cijfers. Dat komt deels omdat in het laatst gerapporteerde schooljaar alleen cijfers beschikbaar zijn over de jongeren die zich in het daaropvolgende jaar inschrijven in het hoger onderwijs. De jongeren die zich later inschrijven komen dan nog niet in beeld.
Na stijging volgt daling aandeel starters hoger onderwijs
Om de vergelijkbaarheid over de jaren zuiver te maken, geven we hieronder een grafiek waarin alleen rekening gehouden wordt met de jongeren die hoger onderwijs gestart zijn in het jaar dat direct volgt op het uitstroomjaar. De stijging van de participatiegraad in de uitstroomjaren 2018-2019 en 2019-2020 wordt bevestigd. De daling van de participatiegraad voor de leerlingen die het secundair onderwijs uitstroomden in 2020-2021 wordt eveneens bevestigd, maar de daling is nu minder scherp.
Meisjes stromen vaker door naar hoger onderwijs dan jongens, ongeacht opleidingsniveau moeder
Meisjes stromen veel vaker door naar het hoger onderwijs dan jongens. In het uitstroomjaar 2020-2021 ging het bij meisjes om 76% van de uitstromers uit het secundair onderwijs, bij jongens om 60%. Dat verschil tussen jongens en meisjes doet zich voor ongeacht het opleidingsniveau van de moeder, maar is wel kleiner bij uitstromers met een hoogopgeleide moeder dan bij uitstromers met een laag- of middenopgeleide moeder.
Bronnen
- Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming: