De eigen belastingen van het Vlaamse Gewest waren in 2023 goed voor 16,7 miljard euro. Dat is 9% meer dan in 2022 (in lopende prijzen). Het gaat om de gewestbelastingen en vanaf 2015 ook om de gewestelijke opcentiemen op de personenbelasting. De totale ontvangsten van de Vlaamse overheid lagen in 2023 op 57,4 miljard euro. Het aandeel van de eigen belastingen in de totale ontvangsten of de fiscale autonomie van de Vlaamse overheid lag daarmee op 29%.
Tussen 2009 en 2021 nam de fiscale autonomie toe van 18% tot 32%. In 2015 ging de fiscale autonomie met een sprong omhoog. In dat jaar stelde de 6de staatshervorming de personenbelasting open voor gewestelijke opcentiemen. De federale overheid verlaagde het tarief van de personenbelasting met ongeveer 25%. De gewesten passen sindsdien hierop opcentiemen toe. Dat is het percentage berekend boven op de federaal gebleven personenbelasting dat rechtstreeks bestemd is voor de Vlaamse begroting.
De gewesten kunnen de tarieven van deze opcentiemen per belastingschijf laten variëren. Slechts onder bepaalde voorwaarden kunnen ze afwijken van de progressiviteit van de federale belasting. Progressiviteit van belastingen wil zeggen: hoe hoger de belastingschijf, hoe hoger het belastingtarief. Het Vlaamse Gewest past 1 tarief of belastingschijf toe. Tot en met 2017 bedroegen de opcentiemen 35,117%, vanaf 2018 33,257%. Dat leverde in 2023 9,5 miljard euro bruto opcentiemen op aan het Vlaamse Gewest. Dat is 16% meer dan in 2022. De uitvoering van de bruto-opcentiemen behelst 2 componenten: de netto-opcentiemen en de fiscale uitgaven. Een fiscale uitgave is een minderontvangst wegens fiscale tegemoetkoming. De afwijkingen worden beschouwd als fiscale uitgave in de mate dat de nagestreefde doelstelling ook via een rechtstreekse subsidie kan bereikt worden. Deze fiscale uitgaven, waarvan de belangrijkste de woonbonus is, worden afgebouwd.