Vertrouwen in de overheid

In het voorjaar van 2025 gaf 32% van de inwoners van 18 jaar en ouder van het Vlaamse Gewest aan veel of heel veel vertrouwen te hebben in de lokale overheid. Het vertrouwen in de andere bestuursniveaus lag lager. Bij de provinciale overheid ging het om 19%, bij de Vlaamse overheid om 23% en bij de federale en Europese overheid telkens om 17%.

Hoe hoger het bestuursniveau, hoe hoger het aandeel personen dat aangeeft er (heel) weinig vertrouwen in te hebben. Bij de lokale en provinciale overheid ging het in 2025 om respectievelijk 22% en 28%, bij de Vlaamse overheid om 30%, bij de federale en Europese overheid om respectievelijk 40% en 41%.

Bij nagenoeg alle beleidsniveaus daalde het vertrouwen tussen 2021 en 2022. In 2023, 2024 en 2025 lag het vertrouwen weer iets hoger. Enkel bij de Europese overheid bleef het vertrouwen over de jaren min of meer stabiel.

Vergelijkbare cijfers voor de periode vóór 2021 zijn niet beschikbaar.

Het vertrouwen in de lokale overheid was in het voorjaar van 2025 merkelijk hoger bij hooggeschoolden dan bij middengeschoolden. Jongeren hadden ook meer vertrouwen dan 65-plussers. Bij de andere achtergrondkenmerken zijn de verschillen in het vertrouwen in de lokale overheid niet significant.

Personen jonger dan 35 jaar hadden in het voorjaar van 2025 duidelijk meer vertrouwen in de provinciale overheid dan 50-plussers. Ook hadden personen die inwonen bij de ouders meer vertrouwen dan personen die samenwonen met partner zonder kinderen. Bij de andere achtergrondkenmerken zijn de verschillen niet significant.

Bij het vertrouwen in de Vlaamse overheid waren er in het voorjaar van 2025 geen significante verschillen naar geslacht, leeftijd, huishoudtype en opleidingsniveau.

Wat het vertrouwen in de federale overheid betreft, gaven in het voorjaar van 2025 mannen vaker dan vrouwen aan (heel) veel vertrouwen te hebben in de federale overheid. Bij diegenen die alleen wonen is het vertrouwen in de federale overheid hoger dan bij personen die met partner zonder kinderen wonen.

Jongeren hadden in het voorjaar van 2025 duidelijk meer vertrouwen in de Euorpese overheid dan 35-plussers. Ook diegenen die (nog) bij de ouders inwonen, hadden meer vertrouwen in de Europese overheid dan personen die met een partner zonder kinderen wonen. Ook hooggeschoolden geven vaker dan laag- of middengeschoolden aan (heel) veel vertrouwen te hebben in de Europese overheid.