Metadata: Vertrouwen in de overheid
Contactorganisatie
Vlaamse Statistische Autoriteit
Metadatafiche laatste update
02/09/2025
Databron
De gegevens voor deze statistiek worden verzameld in het kader van de SV-bevraging die georganiseerd wordt door de Vlaamse Statistische Autoriteit. De SV-bevraging is een bevraging onder de bevolking van 18 jaar en ouder van het Vlaamse Gewest en wordt verschillende keren per jaar georganiseerd in verschillende edities. De bevraging peilt naar opvattingen, overtuigingen en gedragingen van de bevolking met betrekking tot maatschappelijke en beleidsrelevante thema’s. Zie het technisch document(PDF bestand opent in nieuw venster) voor een overzicht over welke thema’s werden bevraagd tijdens welke editie.
De organisatie van het veldwerk gebeurt steeds door een marktonderzoeksbureau onder de coördinatie van de Vlaamse Statistische Autoriteit. De SV-bevraging is een zogenaamde ‘mixed mode’-bevraging. Dat betekent dat de respondenten de vragenlijst op verschillende manieren kunnen invullen. De getrokken steekproefpersonen worden telkens eerst gecontacteerd per brief via de post met de vraag om de bevraging via de website van Statistiek Vlaanderen in te vullen. In deze uitnodiging wordt echter ook aangekondigd dat later een papieren vragenlijst zal worden gestuurd indien de steekproefpersoon de vragenlijst niet online kan of wil invullen. Na ongeveer 1 week krijgen nonrespondenten een herinneringsbrief toegestuurd met opnieuw een uitnodiging om de vragenlijst online in te vullen. Na ongeveer twee weken wordt een tweede herinnering gestuurd om de vragenlijst in te vullen online of via een bijgevoegde papieren invulformulier die gratis kan worden teruggestuurd.
De vragenlijst wordt zo opgesteld dat hij makkelijk in te vullen is via de smartphone (‘mobile first’-design) maar ook op papier. Vragen worden daarom bewust kort gehouden en in begrijpelijke taal opgesteld, doorverwijzingen tussen vragen worden zoveel mogelijk vermeden.
Meer info vindt u in de technische nota SV-bevragingen(PDF bestand opent in nieuw venster).
Statistische populatie
Voor alle edities van de SV-bevraging bestaat het steekproefkader uit alle inwoners van het Vlaamse Gewest van 18 jaar of ouder die geregistreerd staan in het Rijksregister en deel uitmaken van particuliere huishoudens (dus geen gemeenschappelijke huishoudens zoals woonzorgcentra of gevangenissen). Het steekproefkader bevat zowel geregistreerde Belgen als niet-Belgen. Er wordt telkens een willekeurige steekproef getrokken van 6.000 inwoners.
Variabelen
Het vertrouwen in de overheid wordt in de SV-bevraging gemeten door de volgende vragen.
Hoeveel vertrouwen heeft u in …
- Uw lokale overheid
- Uw provinciale overheid
- De Vlaamse overheid
- De federale (Belgische) overheid
- De Europese overheid
De antwoordmogelijkheden zijn telkens:
- Heel weinig
- Weinig
- Niet veel, niet weinig
- Veel
- Heel veel
- Weet niet/geen antwoord
De resultaten van de SV-bevraging zijn omwille van de gewijzigde methode niet vergelijkbaar met de resultaten van de Survey ‘Sociaal-culturele verschuivingen in Vlaanderen’ (SCV-survey) die vanaf 1996 tot en met 2018 jaarlijks werd afgenomen door Statistiek Vlaanderen. Bij de SV-bevraging gaat het om een ‘mixed mode’-bevraging (online en op papier), bij de SCV-survey ging het om een ‘face-to-face’-bevraging (met interviewers aan huis).
Bewerkingen
Personen die “weet niet” antwoorden of niet antwoorden op de vragen over het vertrouwen in de overheid, worden niet opgenomen in de berekening van de resultaten. De statistieken worden berekend als het aandeel respondenten dat ‘veel vertrouwen’ of ‘heel veel vertrouwen’ antwoordde ten opzicht van alle substantiële antwoorden.
De statistieken worden steeds berekend voor alle respondenten en voor de volgende subgroepen: mannen, vrouwen, 18- tot 34 -jarigen, 35- tot 49 -jarigen, 50- tot 64 -jarigen, 65- jarigen en ouder, alleenwonenden, respondenten wonend met partner zonder kinderen, respondenten wonend met partner en kind(eren), respondenten wonend zonder partner maar wel met kind(eren), respondenten wonend bij ouders, laaggeschoolden (personen zonder diploma of hoogstens een diploma lager secundair onderwijs), middengeschoolden (personen met hoogstens een diploma hoger secundair onderwijs of met een diploma postsecundair niet-hoger onderwijs) en hooggeschoolden (personen met een diploma hoger of universitair onderwijs).
De data worden gewogen aan de hand van post-stratificatiegewichten op basis van leeftijd, geslacht, nationaliteit en urbanisatiegraad van de woonplaats. De gewichten worden berekend via raking in R. Betrouwbaarheidsintervallen worden berekend rekening houdend met ongelijke selectiekansen als gevolg van de post-stratificatiegewichten via procedures voor complexe steekproeven. Betrouwbaarheidsintervallen voor percentages worden eerst berekend op de logit van de kansen, en nadien terug getransformeerd naar de schaal van de percentages.
Accuraatheid
De statistieken worden berekend op basis van de verschillende edities van de SV-bevraging. Zo’n bevraging geeft een waardevol beeld van meningen, attitudes en gedragingen in de bevolking. Toch zijn er methodologische aandachtspunten die bij de interpretatie niet uit het oog verloren mogen worden. Antwoorden zijn gevoelig voor selectiebias (wie deelneemt verschilt vaak systematisch van wie afhaakt of weigert), en dit kan de resultaten vertekenen. Ook kan de manier waarop vragen geformuleerd zijn ertoe leiden dat antwoorden meer een indruk van wensen en opvattingen weerspiegelen dan feitelijke gedragingen. Omdat het telkens om een momentopname gaat, kunnen actuele gebeurtenissen en maatschappelijke discussies ook een invloed hebben op de antwoorden. Om die redenen is het belangrijk de resultaten steeds met de nodige nuance te duiden en waar mogelijk te koppelen aan andere gegevensbronnen.
Voor de verschillende edities van de SV-bevraging werd steeds een responsgraad bereikt tussen ongeveer 30% en 35%. Ook al is dit een behoorlijk goede responsgraad in vergelijking met veel andere bevragingen, toch beantwoordt steeds een meerderheid van de steekproefpersonen de vragenlijst niet. De steekproefpersonen die niet antwoorden kunnen sterk verschillen van de steekproefpersonen die wel antwoorden.
Omwille van de onvermijdelijke verschillen in de respons naar achtergrondkenmerken wordt de uiteindelijke steekproef gewogen voor de berekening van de resultaten. Dat houdt in dat ondervertegenwoordigde groepen meer gewicht krijgen bij de berekening van de statistieken, terwijl de groepen die oververtegenwoordigd zijn minder gewicht krijgen. Op die manier worden de verhoudingen tussen de verschillende bevolkingsgroepen in de uiteindelijke steekproef hersteld en in overeenstemming gebracht met de Vlaamse bevolking. Bij de weging van de SV-bevraging wordt rekening gehouden met volgende 4 kenmerken: geslacht, leeftijd, nationaliteit (Belg/niet-Belg uit de EU/niet-Belg van buiten de EU) en urbanisatiegraad. De weging zorgt er dus voor dat de respondenten representatief zijn voor de Vlaamse bevolking op deze kenmerken. Dit betekent echter niet automatisch dat ze ook representatief zijn voor de vragen waarop de statistieken worden berekend. Voorzichtigheid blijft dus geboden.
Statistieken kunnen ook vertekend zijn door toevallige selectiefouten, omdat slechts een willekeurige steekproef van de bevolking van het Vlaamse Gewest wordt benaderd in plaats van de hele bevolking. Bij de interpretatie van de resultaten van de SV-bevraging moet daarom rekening gehouden worden met deze onzekerheid. De onzekerheid is groter naarmate de steekproef waarop de cijfers berekend worden, kleiner is. Cijfers die worden berekend op minder dan 100 respondenten worden daarom niet gepubliceerd omdat deze onvoldoende betrouwbaar zijn.
Deze onzekerheid door de steekproeftrekking kan echter berekend worden en vertaald naar onzekerheidsmarges, ook wel betrouwbaarheidsintervallen genoemd. Voor de statistieken werd steeds een 95%-betrouwbaarheidsinterval berekend. Dat betekent dat indien de meting 100 keer zou herhaald worden in dezelfde populatie met verschillende steekproeven, de echte waarde onder de bevolking bij ongeveer 95 steekproeven binnen het interval zou liggen. Bij de berekening van de betrouwbaarheidsintervallen wordt ook de invloed van de gewichten in rekening gebracht. De gewichten hebben immers als doel om vertekening op de geschatte percentages te verminderen maar kunnen er ook voor zorgen dat de er meer onzekerheid is rond deze schattingen en de betrouwbaarheidsintervallen groter worden.
Bij de presentatie van de resultaten wordt de evolutie van de totaalscore en de verschillen naar achtergrondkenmerken van het meest recente jaar in beeld gebracht (zoals naar geslacht, leeftijd, huishoudpositie en opleidingsniveau). Om te oordelen over de verschillen tussen de totaalscores van verschillende jaargangen of de scores van verschillende groepen binnen een bepaald achtergrondkenmerk (bijvoorbeeld tussen mannen en vrouwen), wordt gekeken naar de betrouwbaarheidsintervallen van de meting. Wanneer de betrouwbaarheidsintervallen niet overlappen spreken we van een statistisch verschil. Dat betekent echter niet noodzakelijk dat het verschil inhoudelijk ook noemenswaardig is, dat houdt immers een subjectieve evaluatie in.
Ook de vragen zelf kunnen zorgen voor vertekening. Zo kunnen respondenten systematisch vragen verkeerd interpreteren, kunnen ze te weinig cognitieve inspanning leveren om de vraag nauwkeurig te beantwoorden of kunnen ze sociaal wenselijke antwoorden geven. Daarnaast kunnen antwoorden willekeurig verschillen afhankelijk van het moment waarop en de context waarin de vragenlijst wordt ingevuld. Goede vragenlijsten worden zo opgesteld dat de risico’s op dit soort vertekeningen zo goed mogelijk worden gereduceerd. Dit is echter geen exacte wetenschap. In vergelijking met andere vraagverwoordingen, kan een bepaalde vraag goed werken bij één respondent in een bepaalde context maar minder goed bij een andere respondent in een andere context.
Vergelijkbaarheid
Geografisch vergelijkbaar en vergelijkbaar in de tijd binnen de SV-bevraging.
Referenties
Statistiek Vlaanderen: SV-bevraging