Vertrouwen in de medemens

Ongeveer 6 op de 10 inwoners van het Vlaamse Gewest van 18 jaar en ouder gaven in het voorjaar van 2025 aan dat volgens hen de meeste mensen te vertrouwen zijn (59%). Een iets groter aandeel stelde dat de meeste mensen eerlijk zijn (61%). 47% vond dat de meeste mensen behulpzaam zijn. Het gaat telkens om het aandeel personen dat een score van 6 of meer geeft op een schaal van 0 tot 10 op de 3 stellingen.

Ten opzichte van voorgaande jaren zijn de cijfers vrij stabiel. Het vertrouwen in de meeste mensen en in de behulpzaamheid van de meeste mensen lag in 2022 wel iets lager. Maar sinds 2023 liggen deze cijfers ongeveer weer op hetzelfde niveau als in 2021.

Vergelijkbare cijfers over het vertrouwen in de medemens voor de periode vóór 2021 zijn niet beschikbaar.

Bij de stelling die zegt dat de meeste mensen te vertrouwen zijn, zijn de verschillen naar opleidingsniveau het meest uitgesproken: hooggeschoolden hebben meer vertrouwen in de medemens dan midden- en laaggeschoolden. Naar huishoudpositie zijn er ook verschillen. Personen met partner zonder kind(eren) zijn positiever dan personen die niet met partner maar wel met kind(eren) wonen.

Naar geslacht en leeftijd zijn er geen noemenswaardige verschillen.

Ook bij de stelling die zegt dat de meeste mensen eerlijk zijn, zijn de verschillen naar opleidingsniveau het grootst: hooggeschoolden zijn duidelijk positiever dan midden- en laaggeschoolden. Ook naar huishoudpositie zijn er verschillen. Personen die met een partner zonder kind(eren) samenwonen zijn positiever dan personen die niet met partner maar wel met kind(eren) wonen of die alleen wonen.

De verschillen naar geslacht en leeftijd blijven beperkt.

Bij de stelling die zegt dat de meeste mensen behulpzaam zijn, zijn de verschillen naar leeftijd en huishoudpositie het meest uitgesproken. Naar leeftijd ligt het vertrouwen in de behulpzaamheid van de medemens het laagst bij de 18- tot 34-jarigen. Bij de oudere leeftijdsgroepen ligt dat vertrouwen hoger. Het vertrouwen is het hoogst bij de 65-plussers. Naar huishoudpositie is het vertrouwen in behulpzaamheid het grootst bij personen die met partner zonder kinderen wonen. Het vertrouwen is het laagst bij personen die bij ouders inwonen.

De verschillen naar geslacht en opleidingsniveau blijven beperkt.