Gedaan met laden. U bevindt zich op: Aankomsten door verblijfstoeristen Toerisme

Aankomsten door verblijfstoeristen

Gepubliceerd op 4 juli 2023 • Volgende update: juni 2024
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

In 2022 opnieuw iets meer toeristische aankomsten dan in pre-Covid-jaar 2019

In 2022 werden in totaal 10,6 miljoen toeristische aankomsten geregistreerd in het Vlaamse Gewest. Dat zijn er 54% meer dan in 2021. In de loop van 2020 en 2021 moesten heel wat logies verschillende maanden de deuren sluiten omwille van de Covid-19-pandemie. In vergelijking met het pre-Covid-jaar 2019 waren er in 2022 123.000 of 1% meer toeristische aankomsten.

De zakentoeristen waren in 2022 goed voor 20% van de geboekte aankomsten. De overige aankomsten gebeurden in het kader van reizen als ontspanning en vakantie. Het herstel van het aantal aankomsten in 2022 ten opzichte van de periode voor Covid-19 deed zich vooral voor bij de reizen in het kader van ontspanning en vakantie. De zakenreizigers kwamen nog iets minder vaak opnieuw naar het Vlaamse Gewest. Maar diegenen die kwamen, bleven wel langer in het Vlaamse Gewest dan in 2019.

Toeristen kiezen vooral hotel als logiesvorm

55% van de aankomsten werden in 2022 geregistreerd in een hotel. Gîtes, vakantiewoningen en appartementen en ook jeugdherbergen en jeugdverblijfcentra waren goed voor 10% van de aankomsten. Alle andere logiesvormen haalden een aandeel van minder dan 10%.

In hotels en gastenkamers verbleven de toeristen gemiddeld 1,8 nachten, in vakantieverblijven 2,7 nachten en in jeugdherbergen, vakantieparken en campings 3 tot 4 nachten. In gîtes, vakantiewoningen en appartementen is de verblijfsduur het langst: toeristen verbleven er in 2022 gemiddeld 5,2 nachten.

Vooral toeristen uit eigen land

Bij 57% van alle aankomsten in het Vlaamse Gewest in 2022 ging het om Belgische toeristen. Toeristen uit de buurlanden waren goed voor 31% van alle aankomsten. Vooral Nederlanders, maar ook Duitsers en Fransen komen vaak naar het Vlaamse Gewest op vakantie. De overige 12% van de aankomsten gebeurde door toeristen afkomstig uit andere landen dan de buurlanden.

Kust, kunststeden en gemeenten met vakantieparken zijn meest populair

Een groot aandeel van de toeristen reisde in 2022 naar de 5 Vlaamse kunststeden (Antwerpen, Brugge, Gent, Leuven en Mechelen): 34% van de aankomsten of bijna 3,6 miljoen aankomsten werd in de kunststeden geregistreerd. Antwerpen spant de kroon met 1,3 miljoen aankomsten, in Brugge gaat het om 1,1 miljoen en in Gent om bijna 800.000 aankomsten.

Ook in de kustgemeenten kwamen in 2022 in totaal 2,3 miljoen toeristen aan. Dat komt overeen met 21% van alle toeristen. Koploper is Oostende (480.000 aankomsten). Daarna komen Koksijde en De Haan met elk 300.000 aankomsten. Blankenberge, Nieuwpoort en De Panne volgen met 220.000 tot 240.000 aankomsten.

In alle andere gemeenten samen vond 45% van de aankomsten plaats, met de grootste aantallen in enkele gemeenten met vakantieparken in de Kempen. Ook enkele andere steden, zoals Ieper, Hasselt en Kortrijk ontvingen meer dan 100.000 toeristen per jaar.

Meer aankomsten in Vlaams Gewest dan in andere gewesten

In 2022 waren er 10,6 miljoen aankomsten in het Vlaamse Gewest, tegenover 3,9 miljoen in het Waalse Gewest en 3,2 miljoen in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.

Toeristen verblijven ook het kortst in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest: ze verblijven er gemiddeld 2 nachten. In het Waalse Gewest gaat het gemiddeld om 2,4 nachten, in het Vlaamse Gewest om 2,6 nachten.

In het Vlaamse Gewest is 57% van de aangekomen toeristen Belg. In het Waalse Gewest ligt dat aandeel iets hoger (65%). In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest zijn er veel minder Belgische aankomsten. Daar gebeuren 73% van de aankomsten door buitenlandse toeristen.