Overnachtingen door verblijfstoeristen

In 2022 werden in totaal 27,5 miljoen toeristische overnachtingen geboekt in het Vlaamse Gewest. Dat zijn er 39% meer dan in 2021. Door het wegvallen van de Covid-maatregelen kwamen er in 2022 vooral weer meer buitenlandse toeristen naar Vlaanderen. In vergelijking met 2021 stegen de binnenlandse overnachtingen met 8%, de buitenlandse met 142%.

In de loop van 2020 en 2021 moesten heel wat logies verschillende maanden de deuren sluiten omwille van de Covid-19-pandemie. In vergelijking met het pre-Covid-jaar 2019 waren er in 2022 4% meer overnachtingen. De verhouding binnenlandse en buitenlandse toeristen lag opnieuw in lijn met de situatie in 2019.

De zakentoeristen waren in 2022 goed voor 17% van de geboekte overnachtingen. De overige overnachtingen gebeurden in het kader van reizen als ontspanning en vakantie. Het herstel van het aantal overnachtingen in 2022 ten opzichte van de periode voor Covid-19 deed zich voor beide motieven voor. Zakentoeristen kwamen iets minder vaak dan in de periode voor Covid-19 naar het Vlaamse Gewest, maar bleven in 2022 wel langer dan in 2019.

Van alle accommodaties kiezen toeristen bij voorkeur voor een hotel. In 2022 ging het om ruim 10,1 miljoen overnachtingen of 37% van het totaal. Gîtes, vakantiewoningen en appartementen waren goed voor 20% van het marktaandeel. Verder gebeurde 15% van de overnachtingen in vakantieparken en 12% in jeugdherbergen en andere jeugdverblijfcentra. 7% of minder van de overnachtingen vond plaats in andere accommodatievormen.

In hotels en gastenkamers verbleven de toeristen gemiddeld 1,8 nachten, in vakantieverblijven 2,7 nachten en in jeugdherbergen, vakantieparken en campings 3 tot 4 nachten. In gîtes, vakantiewoningen en appartementen is de verblijfsduur het langst: toeristen verbleven er in 2022 gemiddeld 5,2 nachten.

Belgen waren in 2022 goed voor bijna 16,4 miljoen overnachtingen of 60% van het totaal aantal overnachtingen in het Vlaamse Gewest. Daarnaast gebeurde 29% van de overnachtingen door toeristen uit de buurlanden. Vooral Nederlanders, maar ook Duitsers en in mindere mate Fransen en Britten komen naar het Vlaamse Gewest op (zaken)vakantie. De resterende 3,2 miljoen overnachtingen (12%) werden gedaan door toeristen uit niet-buurlanden.

31% van alle overnachtingen in het Vlaamse Gewest vond in 2022 plaats aan de kust. In totaal ging het om ruim 8,5 miljoen overnachtingen. Koksijde telde met 1,5 miljoen het hoogste aantal overnachtingen. In De Haan waren er 1,3 miljoen overnachtingen, in Oostende 1,2 miljoen en in Nieuwpoort ruim 900.0000. Daarna volgen De Panne (850.000) en Knokke-Heist (810.000).

De 5 kunststeden (Antwerpen, Brugge, Gent, Leuven en Mechelen) waren samen goed voor ruim 6,6 miljoen overnachtingen of 24% van het totaal. In Antwerpen waren er bijna 2,5 miljoen overnachtingen, in Brugge ruim 1,9 miljoen en in Gent iets minder dan 1,5 miljoen.

De 9 kustgemeenten en de 5 kunststeden waren samen goed voor meer dan de helft van alle overnachtingen. De rest van de overnachtingen vond plaats in de andere Vlaamse gemeenten, met de grootste aantallen in enkele gemeenten in de Kempen (vakantieparken) en in Machelen (nabijheid luchthaven).

In totaal waren er in 2022 27,5 miljoen overnachtingen in het Vlaamse Gewest. Dat zijn er bijna 3 keer meer dan de 9,3 miljoen overnachtingen in het Waalse Gewest en bijna 4,5 keer meer dan de 6,2 miljoen in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.

Toeristen verblijven ook het kortst in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest: ze verblijven er gemiddeld 2 nachten. In het Waalse Gewest gaat het gemiddeld om 2,4 nachten, in het Vlaamse Gewest om 2,6 nachten.

In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest zijn personen met een buitenlandse nationaliteit goed voor 75% van de overnachtingen. In het Vlaamse en Waalse Gewest ligt dat aandeel op 40% en 39%. Daar gaat het vooral om overnachtingen door Belgen (60% en 61%).