Uitvoering EU-GBV-survey: resultaat van interfederale samenwerking
Er is in het maatschappelijke debat momenteel een grote nood aan representatieve gegevens over geweld tegen vrouwen en de nadelige gevolgen ervan. Om aan die nood tegemoet te komen werd vanuit het Interfederaal Instituut voor Statistiek (IIS) beslist om deel te nemen aan de uitvoering van de Europese enquête over geweld tegen vrouwen en andere vormen van interpersoonlijk geweld (EU-GBV-survey). Voor de uitvoering ervan werd een interfederaal samenwerkingsproject opgezet, onder leiding van het Institut wallon de l’évaluation, de la prospective et de la statistique (IWEPS) waaraan naast de Vlaamse Statistische Autoriteit (VSA), het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA) en het Belgische statistiekbureau (Statbel) ook verschillende andere Belgische en Vlaamse overheidsinstanties deelnamen. De samenwerking leverde coherente, kwaliteitsvolle en vergelijkbare gegevens op binnen België over gendergerelateerd geweld.
Context
Tijdens het voorbije decennium hebben heel wat gebeurtenissen de omvang van het geweld tegen vrouwen en de nadelige gevolgen ervan voor de slachtoffers in de schijnwerpers gezet. Ook voor het overheidsbeleid is het probleem van geweld tegen vrouwen een belangrijk aandachtspunt geworden.
Het is in die maatschappelijke en politieke context dat het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, bekend als het Verdrag van Istanbul(opent in nieuw venster), in 2014 van kracht werd en in 2016 door België werd geratificeerd, waardoor het een volledig bindend rechtsinstrument werd. Artikel 11 van de verbintenissen van het Verdrag van Istanbul voorziet in de productie van statistieken en studies om beleidsmakers een beter inzicht te geven in de bestaande situatie en hen aldus een evidence-informed beleid te kunnen laten voeren. Het Verdrag van Istanbul is bovendien het eindpunt van een reeks internationale verklaringen en verbintenissen om de prevalentie van gendergerelateerd geweld (beter) te kwantificeren en om de oorzaken en gevolgen ervan (beter) te begrijpen. Het doel is adequate maatregelen te treffen in de strijd tegen dat geweld. De behoefte aan recente gegevens om het beleid terzake te onderbouwen is dan ook erg groot.
Europese enquête
In 2016 werd op initiatief van Eurostat, het statistiekbureau van de Europese Unie (EU), binnen het Europees statistisch systeem (ESS) een werkgroep opgericht om een enquête over gendergerelateerd geweld op te stellen. De focus van de enquête is breed en omvat zowel geweld op het werk, tussen (ex-)partners als tijdens de kindertijd. Eenmaal gefinaliseerd, werd deze ‘EU survey on gender-based violence against women and other forms of inter-personal violence’ (EU-GBV-survey) voorgesteld aan de verschillende lidstaten (EU-leden of partnerlanden), met het oog op een stapsgewijze gegevensverzameling tussen 2020 en 2023.
Een eerste editie van de EU-GBV-survey werd de voorbije jaren uitgevoerd in 18 lidstaten van de Europese Unie (Oostenrijk, België, Bulgarije, Kroatië, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Letland, Litouwen, Malta, Nederland, Polen, Portugal, Slowakije, Slovenië en Spanje) en in 5 landen die geen lid zijn van de EU (IJsland, Montenegro, Servië, Noord-Macedonië en Kosovo).
Deelnemende partners in België
In België werd de enquête uitgevoerd door het Interfederaal Instituut voor de Statistiek (IIS), via een samenwerkingsproject onder leiding van het Institut wallon de l’évaluation, de la prospective et de la statistique (IWEPS) en met medewerking van het Belgische statistiekbureau Statbel, het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA) en de Vlaamse Statistische Autoriteit (VSA).
In 2019 sloten Statbel en de 3 gewestelijke statistische autoriteiten (IWEPS, BISA, VSA) in het kader van het geïntegreerd statistisch programma van het IIS een Service Level Agreement (SLA) voor 1 jaar af om een organisatorische en financiële samenwerking op te zetten in het kader van de afname en de verwerking van deze enquête in België.
De statistische instellingen betrokken van bij de start ook verschillende andere overheidsinstanties bij het project: het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM), safe.brussels en qual.brussels van de Brusselse Gewestelijke Overheidsdienst, het Agentschap Binnenlands Bestuur en het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (dat op 1 juni 2023 fuseerde met het Agentschap Zorg en Gezondheid tot het nieuwe Departement Zorg), en het Agentschap Justitie en Handhaving (waarvan een deel, bij het begin van de enquête, ressorteerde onder het vroegere Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin) van de Vlaamse overheid, de Direction de l’Égalité des chances van de Federatie Wallonië-Brussel (FWB) en de Direction de l’Intégration des personnes d’origine étrangère et de l’Égalité des chances van de Waalse overheidsdienst. De bovengenoemde entiteiten van de Vlaamse overheid zorgden samen voor de nodige financiering van het project vanuit Vlaanderen.
Verloop van de samenwerking
De eerste SLA die de organisatorische en financiële samenwerking opzette, werd tot en met het statistisch programma 2023 jaarlijks verlengd. Daarbij werd achtereenvolgens gefocust op het formaliseren van een akkoord tussen de regeringen die de enquête financierden, het ontwikkelen van de steekproefmethodologie, de vertaling van de Europese vragenlijst, het opstellen van een bestek voor het uitvoeren van de enquête door een veldwerkbureau, de gunning van de opdracht, de opvolging van de dienstverlener, de opleiding van de enquêteurs, alsook de verificatie, het opschonen en analyseren van de gegevens.
Dit 5 jaar durende proces werd in 2023 afgesloten met de levering van de gegevens aan Eurostat, de ter beschikkingstelling door Statbel van de microgegevens aan de onderzoekswereld(opent in nieuw venster) en het opstellen van een statistisch rapport over gendergerelateerd geweld in België onder leiding van het IWEPS. Dat rapport werd half april 2024 gepubliceerd.
Inhoud van de enquête
De EU-GBV-survey is gebaseerd op een geharmoniseerde methodologie(opent in nieuw venster) en vragenlijst voor alle deelnemende landen met het oog op een maximale kwaliteit en vergelijkbaarheid van de gegevens. De EU-GBV-survey bestaat uit 5 delen met vragen over intiem partnergeweld, niet-partnergeweld, geweld in de kindertijd, stalking en seksuele intimidatie op het werk. Er werd niet alleen gepeild naar verschillende vormen van geweld, maar ook naar de psychologische en fysieke gevolgen en de impact van het geweld op het privéleven en het beroepsleven van het slachtoffer. In België kozen de onderzoekers er ook voor om te peilen naar de ervaringen van de eerste lockdown tijdens de Covid-19-crisis.
Op de website van Eurostat(opent in nieuw venster) is meer informatie beschikbaar over de vragenlijst, samen met de eerste resultaten van de deelnemende landen.
Belgische steekproef
In België werd een representatieve steekproef van de bevolking tussen 18 en 74 jaar getrokken uit het rijksregister. De enquête werd afgenomen tussen juli 2021 en augustus 2022. Na het verwerken van de verzamelde gegevens bevat de Belgische EU-GBV-database de antwoorden van 5.494 personen: 4.529 vrouwen en 965 mannen. De database omvat meer dan 950 variabelen.
De steekproef van de EU-GBV-survey werd van meet af aan zo opgezet dat er op gewestelijk niveau gerapporteerd kan worden over het slachtofferschap van vrouwen. Gezien de beperkte grootte van de steekproef voor mannen is het echter niet mogelijk om op gewestelijk niveau de situatie van mannen weer te geven of vergelijkingen tussen mannen en vrouwen te maken.
Slotbeschouwing
Deze samenwerking was de eerste samenwerking binnen het IIS om gezamenlijk een EU-enquête op te zetten van A tot Z, gaande van de financiering van de enquête, over de afname van de enquête tot de analyse en publicatie van de resultaten. Deze samenwerking levert daardoor coherente, betrouwbare en vergelijkbare gegevens binnen België over een maatschappelijk zeer relevant thema als gendergerelateerd geweld.
Meer weten?
Voor meer informatie kan je terecht bij Myriam Vanweddingen(opent in uw e-mail applicatie) (VSA).