VB 25053 - Beding van aanwas effectenportefeuille
- Nummer
25053
- Datum beslissing
3 juni 2025
- Publicatiedatum
25 juli 2025
Heffing
- Erfbelasting
- Schenkbelasting
Wettelijke basis
- art. 2.7.1.0.3. VCF
- art. 2.7.1.0.5. VCF
- art. 2.8.1.0.1. VCF
- art. 2.8.4.1.1. VCF
I. Voorwerp van de aanvraag
1. De aanvraag heeft tot doel bevestiging te verkrijgen dat de voorgestelde aanwasovereenkomst tussen de hierna vermelde echtgenoten rechtsgeldig is en beschouwd kan worden als een contract onder bezwarende titel (kanscontract).
2. Tevens verzoeken de aanvragers bevestiging dat de artikelen 2.8.1.0.1 VCF en 2.8.4.1.1, §2, VCF niet van toepassing zullen zijn, en dat er derhalve geen schenkbelasting verschuldigd zal zijn. Bovendien vragen de aanvragers bevestiging dat de artikelen 2.7.1.0.3, 3°, VCF en 2.7.1.0.5 VCF niet van toepassing zullen zijn bij het overlijden van één van de partijen, zodat er geen erfbelasting verschuldigd zal zijn.
II. Omschrijving van de verrichting(en)
II.A. Identiteit van de aanvrager en de partijen
3. De aanvraag wordt ingediend door […] te […] namens:
3.1. de heer X, geboren te […] op xx.xx.1962, rijksregisternummer […], wonende te […] en zijn echtgenote;
3.2. mevrouw Y, geboren te […] op xx.xx.1962, rijksregisternummer […], wonende te […].
De echtgenoten Van X - Y zijn gehuwd te […] op xx.xx.1990, onder het stelsel van scheiding van goederen.
4. De echtgenoten X - Y hebben 2 kinderen.
II. B. Beschrijving van de voorgenomen verrichting(en)
5. De partijen verklaren samen eigenaar te zijn van een effectenportefeuille, […] bij de bank […], die hen voor de geheelheid in volle eigendom toebehoort, ieder van hen voor de onverdeelde helft.
Om te voorkomen dat de effecten na het overlijden van één van de aanvragers verdeeld zouden worden onder erfgenamen, wensen de aanvragers elkaar te beschermen met een beding van aanwas. Dit beding heeft tot doel ervoor te zorgen dat de volledige eigendom van de effecten bij de langstlevende terechtkomt.
De partijen zullen hierbij onderling de volgende overeenkomst sluiten: de partijen komen bij wijze van kanscontract onder bezwarende titel overeen dat bij het overlijden van de eerststervende van hen, zijn of haar aandeel in volle eigendom in de vermelde effecten zal toekomen aan de langstlevende. Aldus staat ieder van de aanvragers zijn of haar aandeel in volle eigendom in de effecten af aan de andere, onder de opschortende voorwaarde van zijn of haar vóór het overlijden, en verkrijgt ieder van hen als tegenprestatie voor deze afstand een gelijke kans om de effecten die toebehoren aan de andere te verwerven, indien hij of zij het langst leeft.
De partijen verklaren dat het doel van deze overeenkomst om de levenskwaliteit en levensstandaard te kunnen behouden voor het geval zij zelf de langstlevende zijn, alsook om hen de nodige zekerheid en flexibiliteit te bieden.
In het geval van feitelijke scheiding van meer dan zes maanden om een andere reden dan overmacht, gezondheidsredenen of omstandigheden met betrekking tot het werk, beschouwen de partijen hun gemeenschappelijk leven als formeel beëindigd, zodat deze overeenkomst vervalt, tenzij de partijen vervolgens formeel in een apart document het voortduren van dit contract bevestigen. Het bewijs van inschrijving in de bevolkingsregisters op verschillende adressen wordt geacht een weerlegbare vermoeden van feitelijke scheiding te zijn.
Deze overeenkomst zal automatisch eindigen in geval van beëindiging van hun huwelijk.
6. De aanwasovereenkomst zal worden gesloten onder de volgende voorwaarden:
• De overeenkomst is tussen partijen afgesloten voor onbepaalde duur.
• De overeenkomst is tussen partijen afgesloten onder bezwarende titel.
• De aanwas zal plaatsvinden ten voordele van de langstlevende van hen voor het volledige aandeel van de eerststervende in de effecten, met ingang van het overlijden van de eerststervende, zonder terugwerkende kracht.
• De aanwas zal automatisch in werking treden bij het overlijden van de eerststervende en op de volle eigendom.
• De aanwas is beperkt op de portefeuille. Deze portefeuille is een enkelvoudig goed, dat een feitelijke algemeenheid van goederen uitmaakt bestaande uit meerdere bestanddelen (effecten en contanten). Deze samenstelling kan gewijzigd worden ingevolge zaakvervanging, belegging en wederbelegging van de bestanddelen die de feitelijke algemeenheid uitmaken.
• Indien deze overeenkomst van aanwas een nietige bepaling zou bevatten, beslissen de aanvragers dat deze nietige bepaling voor niet geschreven zal worden gehouden, zodat zij volgens de uitdrukkelijke wil van de partijen niet de nietigheid van de volledige overeenkomst van aanwas tot gevolg kan hebben.
• De partijen komen overeen dat, gedurende de duur van deze overeenkomst, zij zich in vrijwillige mede-eigendom bevinden, waarop de bepalingen van artikel 3.75 van het Burgerlijk Wetboek niet van toepassing zijn.
De partijen verklaren echter dat, indien deze overeenkomst is vervallen, zij wensen te verklaren dat artikel 3.75 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing is, zodat elke partij, indien nodig, de mogelijkheid heeft om uit onverdeeldheid te komen.
• De partijen komen overeen dat zolang deze overeenkomst van aanwas geldt en zij beiden in leven zijn, zij noch de effecten, noch hun aandeel in de effecten mogen vervreemden, in pand geven of met andere zakelijke rechten bezwaren, tenzij met de uitdrukkelijke instemming van de andere partij bij deze overeenkomst.
• Elke partij kan het contract beëindigen door wederzijds akkoord, met inachtneming van een redelijke termijn.
• Het uitdrukkelijk akkoord van beide partijen is vereist voor alle verrichtingen betreffende die rekening.
De aanwasovereenkomst beperkt op geen enkele manier de mogelijkheid voor de partijen om gezamenlijk deze effecten te schenken.
III. Motivering van de aanvraag
7. De aanvragers voldoen aan de vereisten voor een kanscontract, zoals blijkt uit de volgende argumenten:
a) Gelijkwaardigheid van overlevingskansen: De aanvragers hebben dezelfde leeftijd en verkeren in een vergelijkbare goede gezondheid
b) Gelijkwaardige investeringen: Beide partijen bezitten eenzelfde aandeel in de effectenportefeuille, wat hun investering volledig gelijk maakt.
Het contract weerspiegelt een evenwichtige kansverdeling.
De aanvragers verwijzen naar de voorafgaande beslissingen van Vlabel, waaronder de beslissingen nr. 16009 dd. 21/03/2016, 21074 dd. 17/01/2022, 22016 dd. 09/05/2022, 17044 dd. 17/04/2023, waarin gelijkaardige aanwasovereenkomsten tussen echtgenoten als kanscontracten werden beschouwd.
IV. Beslissing
Gelet op artikel 3.22.0.0.1 VCF komt het besluitvormingsorgaan tot de volgende voorafgaande beslissing:
8. Onder voorafgaande beslissing wordt verstaan de juridische handeling waarbij de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie overeenkomstig de bepalingen die van kracht zijn, vaststelt hoe de bepaling van de VCF wordt toegepast op een bijzondere situatie of verrichting, die op fiscaal vlak nog geen uitwerking heeft gehad.
9. De Vlaamse Belastingdienst doet geen uitspraak over de rechtsgeldigheid van overeenkomsten op burgerlijk vlak.
10. Volgende artikelen uit de VCF worden onderzocht:
- Artikel 2.7.1.0.3, eerste lid, 3° VCF, dat luidt als volgt:
“Worden met het oog op de heffing van het successierecht als legaten beschouwd :
1° alle schulden die uitsluitend bij uiterste wil erkend zijn;
2° alle schuldbekentenissen van sommen die voorkomen als een contract onder bezwarende titel, maar die een bevoordeling inhouden en die niet aan de schenkbelasting of het registratierecht op de schenkingen zijn onderworpen;
3° alle schenkingen van roerende goederen die de erflater heeft gedaan onder de opschortende voorwaarde of termijn die vervuld wordt ingevolge het overlijden van de schenker.
Het eerste lid, 3°, is niet van toepassing bij de realisatie van een beding van terugval die de erflater heeft bedongen in het voordeel van een derde voor een vruchtgebruik dat de erflater zich heeft voorbehouden”;
- Artikel 2.7.1.0.5 VCF dat luidt als volgt:
“§ 1. De goederen waarvan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie het bewijs levert dat de erflater er kosteloos over beschikte gedurende de vijf jaar vóór zijn overlijden, worden geacht deel uit te maken van zijn nalatenschap, tenzij de bevoordeling onderworpen is aan de schenkbelasting of het registratierecht op de schenkingen onder de levenden. De erfgenamen of legatarissen hebben een verhaalsrecht ten aanzien van de begiftigde voor de successierechten die op die goederen voldaan zijn.
Als door de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie of door de erfgenamen en legatarissen bewezen wordt dat de bevoordeling toekwam aan een bepaalde persoon, wordt die als legataris van de geschonken zaak beschouwd.
Voor de toepassing van deze paragraaf wordt een bevoordeling waarvoor een vrijstelling van de schenkbelasting is toegepast, gelijkgesteld met een bevoordeling die aan de schenkbelasting of aan het registratierecht op de schenkingen onder de levenden is onderworpen.
§ 2. De termijn van vijf jaar, vermeld in paragraaf 1, wordt evenwel op zeven jaar gebracht als het gaat om aandelen en activa als vermeld in artikel 2.8.6.0.3.
De termijn van zeven jaar, vermeld in het eerste lid, wordt teruggebracht tot drie jaar als de kosteloze beschikking dagtekent van voor 1 januari 2012.”;
- Artikel 2.8.1.0.1 VCF dat luidt als volgt:
“Overeenkomstig artikel 1, artikel 19 en artikel 31 van het federale Wetboek van Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten wordt de schenkbelasting gevestigd naar aanleiding van de registratie of de verplichting tot registratie van akten of geschriften die tot bewijs strekken van een schenking onder de levenden.”;
- Artikel 2.8.4.1.1, §2, VCF dat luidt als volgt:
“§ 2. Het tarief van de schenkbelasting voor de schenkingen van roerende goederen bedraagt:
1° 3% voor een verkrijging in de rechte lijn en tussen partners;
2° 7% voor een verkrijging door alle andere personen.
Dat tarief is niet van toepassing op de schenkingen onder de levenden van roerende goederen die met legaten worden gelijkgesteld met toepassing van artikel 2.7.1.0.3, 3°.”.
11. Er wordt vanuit fiscaal oogpunt aanvaard dat de betrokken goederen niet zijn onderworpen aan de schenkbelasting (maar bij onroerende goederen wel aan het verkooprecht) mits het contract beperkt is, via beschikking onder bijzondere titel, en ten bezwarende titel is.
12. Het contract is onder bijzondere titel, wanneer de overeenkomst niet de algemeenheid van de goederen betreft die de partij bij zijn overlijden zal nalaten, en evenmin een evenredig deel van de goederen die de partij zal nalaten, noch al zijn onroerende goederen, al zijn roerende goederen, of een evenredig deel van al zijn onroerende goederen of van al zijn roerende goederen bij zijn overlijden.
13. In casu is het voorgelegde ontwerpcontract onder bijzondere titel aangezien het contract betrekking heeft op een “effectenportefeuille” die specifiek in de overeenkomst wordt omschreven en die de aanvragers ieder voor onverdeelde helft toebehoort.
14. Een effectenportefeuille wordt beschouwd als een feitelijke universaliteit. Bijgevolg aanvaardt Vlabel dat het contract m.b.t. de effectenportefeuille betrekking heeft op de effectenportefeuille in zijn geheel, zonder dat hiermee afbreuk wordt gedaan aan de vereiste dat het contract onder bijzondere titel moet zijn.
15. De Vlaamse Belastingdienst aanvaardt dat de zakelijke subrogatie speelt als die conventioneel is voorzien of die plaatsheeft uit kracht van de wet, overeenkomstig artikel 3.10 BW.
Het contract m.b.t. de effectenportefeuille zal dus uitwerking krijgen op de effectenportefeuille zoals deze is samengesteld op het ogenblik van het overlijden van één van de partijen ongeacht de gewijzigde samenstelling hiervan ingevolge transacties van wederbelegging.
16. Het contract wordt aanzien als een kanscontract ten bezwarende titel wanneer de kansen evenwichtig zijn. Er wordt niet vereist dat de kansen gelijk zijn. Er dient wel sprake te zijn van een gelijkaardige levensverwachting van de betrokken partijen en er dient een gelijkwaardige inleg te zijn.
17. Een gelijkaardige levensverwachting kan niet enkel worden beoordeeld op basis van sterftetabellen maar kan ook worden beïnvloed door specifieke factoren zoals de gezondheidstoestand van de partijen, bepaalde activiteiten die ze uitvoeren, een overlijden dat kort volgt op het sluiten van het contract, etc...
18. De gelijkaardigheid van de levensverwachting dient aanwezig te zijn bij het afsluiten van het contract. Het is evenwel mogelijk dat pas bij de realisatie van het contract blijkt dat bij het afsluiten van het contract niet aan deze voorwaarde was voldaan.
19. Uit de gegevens vermeld in de aanvraag blijkt dat er in casu sprake is van een gelijkaardige levensverwachting. De aanvragers hebben beiden een leeftijd van respectievelijk 63 en 62 jaar. Zij verklaren beiden in dezelfde goede gezondheidstoestand te verkeren.
20. De gelijkwaardigheid van inleg wordt beoordeeld bij het afsluiten van het contract, niet bij het realiseren van de opschortende voorwaarde (een goed kan in waarde stijgen of dalen).
21. Uit de gegevens vermeld in het kanscontract gevoegd bij de aanvraag blijkt dat de inleg van de aanvragers gelijkwaardig is.
22. Op basis van de elementen en feiten vermeld in de aanvraag tot voorafgaande beslissing en haar bijlagen kan worden besloten dat het in casu om een beding van aanwas/kanscontract gaat en er bijgevolg noch erfbelasting, noch schenkbelasting geheven zal worden in toepassing van de artikelen 2.7.1.0.3, eerste lid, 3°, 2.7.1.0.5, 2.8.1.0.1 en 2.8.4.1.1, §2, VCF.
Deze beslissing heeft alleen betrekking op de schenk – en de erfbelasting en doet geen uitspraak over andere belastingen. Deze beslissing spreekt zich bovendien niet uit over de mogelijke toepassing van niet door de aanvrager opgeworpen artikelen van de VCF.