Gedaan met laden. U bevindt zich op: EPB in cijfers EPB-beleid
EPB in cijfers
Geldig voor alle bouwaanvragen
Het VEKA maakt jaarlijks rapporten op met een overzicht van een aantal kerncijfers en analyses over de energieprestatieregelgeving, op basis van de ingediende EPB-aangiften.
Onderaan elk rapport vindt u een korte toelichting en kunt u doorklikken naar het volgende of vorige rapport. Terugkeren naar het overzicht? Dat doet u door bovenaan op de knop ‘Vlaanderen’ te klikken.
De cijfers uit de ingediende EPB-aangiften tonen aan dat de Vlaming vooruitziend is en dat de bouwsector al vijf jaar voor datum, (in 2016) klaar was voor de Europese doelstelling om vanaf 2021 nog enkel BEN te bouwen. De ingediende EPB-aangiften van aanvraagjaar 2016 behalen gemiddeld immers al E28. Dat is 22 E-peilpunten beter dan wat wettelijk verplicht was voor die aanvragen (namelijk E50) en 2 E-peilpunten beter dan E30 (pas verplicht vanaf 2021).
De belangrijkste vaststellingen begin 2022:
Aspect
Vaststelling
E-peil
Het gemiddelde E-peil van een nieuwbouwwoning blijft verder dalen en is voor de ingediende aangiften van bouwaanvraagjaar 2019 E16. Dat is 14 E-peilpunten beter dan E30, dat vanaf bouwaanvraagjaar 2021 de norm is (=BEN of Bijna energieNeutraal).
Voor aanvraagjaar 2019 is 90% BEN en bijna 70% behaalt E20 of lager. De kaap van 50.000 BEN-woningen is overschreden.
Ingrijpende energetische renovaties maken 30% uit van alle EPB-plichtige renovaties. Het gemiddelde E-peil blijft al enkele jaren hangen op E50 voor woongebouwen. Dat is ruim onder de E-peileis, die de afgelopen jaren nog E90 was. (Vanaf 2021 zakt de E-peileis naar E70 en vanaf 2022 is de E-peileis E60).
S-peil
82% haalt sinds aanvraagjaar 2018 al S28 of beter, de S-peil-eis die vanaf 2022 geldt.
Minder dan 1% (0,74%) haalt het eisenniveau van S31 niet. Dezelfde trend zet zich door in de ingediende aangiften van aanvraagjaar 2019.
Verslaggevers
Het aantal actieve verslaggevers is sinds 2017 gestabiliseerd, rond 800. Het aantal grote verslaggevers (meer dan 100 aangiften per jaar) blijft toenemen.
Een kleine groep van 183 verslaggevers is zeer actief en diende in 2021 87% van de EPB-aangiften in. Zij vertegenwoordigen 23% van alle verslaggevers. Een grote groep van 607 verslaggevers (77%) diende amper 17% van de EPB-aangiften in.
Hernieuwbare Energie
95% van de bouwheren (aanvraagjaar 2019) kiest bij woningbouw voor hernieuwbare energie en niet voor het alternatief met de 10% strengere E-peileis. Minder dan 5% kiest nog voor de compensatie via het 10% strenger E-peil.
Zonnepanelen is de meest populaire techniek voor hernieuwbare energie: in 65% van de woningen plaatste men voor aanvraagjaar 2019 enkel zonnepanelen. 26% past een combinatie toe van zonnepanelen en een warmtepomp.
Voor aanvraagjaar 2018 plaatst men in 26% van de woongebouwen een warmtepomp. Voor aanvraagjaren 2019 en 2020 is dat 30%, of 1 op 3.
De andere maatregelen of combinaties komen minder vaak voor (1% of lager).
Luchtdichtheidstesten
2006: 1 op 100 woningen
Vanaf 2011: 1 op 3 woningen
Voor aangiften van aanvraagjaar 2019: in 97% van de woongebouwen werd de luchtdichtheid gemeten.
Voor ingrijpende energetische renovaties schommelen de cijfers van het aandeel aangiften met een luchtdichtheidstest voor aanvraagjaren 2015-2019 tussen 17% en 35%.
Ventilatiesystemen
In 38% van de aangiften van de nieuwbouwwoningen van aanvraagjaar 2019 plaatst men een ventilatiesysteem C (met en zonder ) en in 62% van de gevallen systeem D (al dan niet met warmteterugwinning).
Als we naar het aanvraagjaar kijken, zien we dat vanaf aanvraagjaar 2014 het aandeel van systeem D voor alle woongebouwen toeneemt, tot meer dan 50%, en zelfs voorbij 60% als we louter de eengezinswoningen beschouwen.
Bij ingrijpende energetische renovaties wordt in 60% van de gevallen een ventilatieysteem C geplaatst en systeem D vertegenwoordigt een kleine 40%, bij alle woningen samen.