Gedaan met laden. U bevindt zich op: Metadata: Bevolkingsvooruitzichten: omvang en groei Bevolkingsvooruitzichten: omvang en groei

Metadata: Bevolkingsvooruitzichten: omvang en groei

Bron

Statistiek Vlaanderen

Definities

De Vlaamse gemeentelijke demografische vooruitzichten 2021-2040 van Statistiek Vlaanderen maken een inschatting van de evolutie van de bevolking en van de huishoudens voor 299 gemeenten van het Vlaamse Gewest. Het aantal inwoners in Herstappe is te klein om op te nemen in de vooruitzichten.

Het aantal inwoners wordt geschat naar leeftijd en geslacht. Er wordt inzake de positie in een huishouden een onderscheid gemaakt tussen personen die alleen wonen en personen die samenwonen met een partner, al dan niet met inwonende kinderen. Het aantal huishoudens wordt geschat naar grootte. Er wordt ook een onderscheid gemaakt tussen huishoudens met en zonder inwonende kinderen. De vooruitzichten vertrekken van de wettelijke bevolking op 1 januari 2020, zoals bepaald door Statbel. De afbakening van een huishouden is gebaseerd op het ingeschreven zijn op eenzelfde hoofdverblijfplaats: dat is de wettelijke woonsituatie van personen.

Voor de vooruitberekening van de bevolking en van de huishoudens werd een ‘microsimulatiemodel’ ontwikkeld. De term microsimulatie verwijst naar het feit dat wordt gewerkt met microgegevens, namelijk alle personen en huishoudens aanwezig in het Vlaamse Gewest op 1 januari 2020. Het vertrekpunt van de simulatie is een basisbestand met personen. Dat bestand bevat naast kenmerken zoals leeftijd en geslacht ook de verwantschapsrelaties in het huishouden. De simulatie bestaat erin dat de personen van het basisbestand doorheen de tijd van kenmerken (kunnen) veranderen: ze verouderen, krijgen kinderen, verhuizen, gaan samenwonen met een partner of gaan weg bij hun partner. Er komen personen bij in het Vlaamse Gewest door geboorte of immigratie (uit een ander gewest of ander land), en er gaan personen weg uit het Vlaamse Gewest door sterfte of emigratie (naar een ander gewest of ander land). Door al deze veranderingen van jaar tot jaar in te schatten worden als het ware toekomstige levenslopen voor alle (nieuwe) inwoners van het Vlaamse Gewest gecreëerd.

Veranderingen bij de ene persoon kunnen gevolgen hebben voor andere personen. Zo zal het vormen van een paar uiteraard altijd gevolgen hebben voor minstens 2 personen. Sterfte impliceert een verandering in de huishoudpositie van de verweduwde partner die alleenwonend of alleenstaande ouder wordt. Deze veranderingen worden in de simulatie verwerkt door het wijzigen van de verwantschapsrelaties naar aanleiding van een gebeurtenis.

Voor alle veranderingen die gesimuleerd worden, werden de kansen geschat uitgaande van trends in het verleden. De volledige werkwijze wordt uiteengezet in de uitgebreide metadata.

Wettelijke bevolking: Statbel rapporteert over de ‘wettelijke bevolking’ (legally resident population) die steunt op het Rijkregister van de natuurlijke personen. Standaard geeft die de stand weer op 1 januari van het kalenderjaar, zoals kan worden afgeleid uit de inschrijvingen in het bevolkingsregister (Belgen en personen met een andere nationaliteit die gemachtigd zijn tot vestiging op het Belgische grondgebied) en het vreemdelingenregister (personen met een andere dan de Belgische nationaliteit die toegelaten of gemachtigd zijn tot een verblijf van meer dan 3 maanden op het Belgische grondgebied, hetzij voor bepaalde of onbepaalde duur). Bepaalde categorieën buitenlanders (bijvoorbeeld diplomatiek en consulair personeel) zijn vrijgesteld van inschrijving in de bevolkingsregisters. In sommige gevallen kunnen zij op eigen vraag wel ingeschreven worden. Enkel in dat geval worden zij meegerekend in de bevolkingscijfers.

Het Rijksregister omvat ook het wachtregister voor asielzoekers (tegenwoordig verzoekers om internationale bescherming) waarin personen worden ingeschreven ‘die zich vluchteling verklaren of die vragen om als vluchteling te worden erkend’. Daarnaast is er nog het wachtregister voor EU-burgers in afwachting van woonstcontrole. Personen ingeschreven in het wachtregister worden niet meegeteld in de bevolkingscijfers.

Alleenwonend: iemand is alleenwonend als hij of zij als enige persoon deel uitmaakt van een privaat huishouden.

Privaat huishouden: private huishoudens worden onderscheiden van collectieve huishoudens, zoals religieuze gemeenschappen, rusthuizen, weeshuizen, studenten- en werkliedenhuizen, ziekenhuizen en gevangenissen. Alle huishoudens die niet collectief zijn, zijn private huishoudens. In de waarnemingen is de afbakening van een huishouden gebaseerd op het ingeschreven zijn op eenzelfde hoofdverblijfplaats in het Rijksregister. De cijfers betreffen dus de wettelijke situatie, die kan afwijken van de feitelijke situatie. Zo wonen sommige jongeren bijvoorbeeld alleen of ongehuwd samen, maar blijven ze officieel bij de ouder(s) gedomicilieerd. In de simulatie worden geen adressen gebruikt, maar alle huishoudleden worden verondersteld samen te wonen.

Partner: een partner is iemand die samenwoont met een persoon van het andere geslacht in hetzelfde huishouden en met hem of haar een paar vormt. Voor gehuwde paren is de identificatie eenvoudig. Voor niet-gehuwde paren werden een aantal beslissingsregels opgesteld. In de mate van het mogelijke zijn dat dezelfde beslissingsregels als deze die gebruikt worden om de LIPRO-typologie op te stellen (Lodewijckx & Deboosere, 2008). De LIPRO-typologie kijkt echter uitsluitend naar de verwantschapsrelaties met de referentiepersoon. Door vergelijkbare regels op te stellen voor alle leden van een huishouden, is het mogelijk om ook partners te identificeren van andere personen dan de referentiepersoon. Zo kan er meer dan 1 (gehuwd of ongehuwd) paar aanwezig zijn in eenzelfde huishouden. Meer uitleg hierover in het uitgebreidere metadatadocument.

Om methodologisch-technische redenen werden enkel partners van verschillend geslacht (heteroseksuele paren) geïdentificeerd, zowel bij de waarnemingen als bij de verwachtingen. Partners van hetzelfde geslacht (homoseksuele paren) kunnen uiteraard in eenzelfde huishouden wonen, maar werden niet gespecifieerd als paar, ook niet als ze gehuwd zijn. De huidige ontwikkeling van het model laat een simulatie van het aantal en de samenstelling van homoseksuele paren niet toe.

Kind: een kind is iemand die samenwoont met 1 ouder of 2 ouders in eenzelfde huishouden, ongeacht de leeftijd. Ook een 40-jarige is een kind als hij of zij bij (een) ouder(s) woont. Ouders zijn niet noodzakelijk de biologische ouder(s) van een kind of van alle inwonende kinderen. Kinderen van de partner met wie wordt samengewoond, worden beschouwd als kinderen van de persoon zelf. Ook hier werd de LIPRO-typologie uitgebreid en werden volgens een aantal beslissingsregels kinderen geïdentificeerd die niet de kinderen zijn van de referentiepersoon en zijn/haar partner.

Huishoudens met inwonende kinderen: huishoudens met kinderen zijn huishoudens waar minstens 1 kind (ongeacht zijn/haar leeftijd) bij een ouderpaar of bij een alleenstaande ouder woont. De kinderen in een huishouden hebben niet noodzakelijk dezelfde (biologische) ouders. De kinderen in een huishouden kunnen zelfs tot verschillende generaties behoren. In een huishouden met een moeder, dochter en kleindochter zijn er 2 kinderen.

Huishoudens met een ouderpaar en huishoudens met een alleenstaande ouder: net zoals er meer dan 1 paar kan aanwezig zijn in een huishouden, kunnen er ook meer dan 1 ouderpaar of meer dan 2 alleenstaande ouders in een huishouden leven. Bij de huishoudens met kind(eren) wordt een onderscheid gemaakt tussen huishoudens met een ouderpaar en huishoudens met 1 ouder. Die opdeling is gemaakt op basis van de jongste ouder in het huishouden. Als de jongste ouder samenwoont met een partner, wordt het huishouden bestempeld als een huishouden met een ouderpaar. Als de jongste ouder niet samenwoont met een partner, wordt gesproken van een huishouden met 1 ouder (alleenstaande ouder). Voor huishoudens bestaande uit meer dan 1 generatie betekent dat concreet dat bijvoorbeeld een huishouden bestaande uit een paar met dochter en kleindochter wordt bestempeld als een eenoudergezin. Een huishouden bestaande uit een ouderpaar met kind en een grootouder van dat kind wordt beschouwd als een huishouden met een ouderpaar. Berekeningen wijzen uit dat in 3% van de huishoudens met kind(eren) er nog bijkomende ouders aanwezig zijn in het huishouden naast het ouderpaar of de alleenstaande ouder die werden gedefinieerd op basis van de (jongste) leeftijd. Niet verrassend komt dat vaker voor bij huishoudens met alleenstaande ouders (6%) dan bij huishoudens met ouderparen (2%).

Opmerkingen bij de kwaliteit

De demografische vooruitzichten zijn het resultaat van een louter mechanische simulatie: de hypothesen zijn gebaseerd op waarnemingen inzake demografische evoluties uit het recente verleden en eventuele beredeneerde wijzigingen hierin. De vooruitzichten houden enkel rekening met lokale veranderingen (ruimtelijke planning en/of bouwprojecten bijvoorbeeld) of bredere sociaaleconomische veranderingen als ze al weerspiegeld werden in de voorbije demografische evolutie. Er moet ook expliciet gewezen worden op de kleine schaal van de Vlaamse gemeentelijke demografische vooruitzichten die een invloed kan hebben op de stabiliteit van de resultaten op gemeentelijk niveau. Bijgevolg worden de eerste 10 jaar beschouwd als een aanvaardbare horizon (tot 2030). De vooruitzichten na 2030 worden enkel meegegeven als algemeen referentiekader.

Tot slot: deze vooruitzichten vallen samen met de jaren tijdens en volgend op de gezondheidscrisis ten gevolge van de COVID-19-pandemie. Deze disruptieve gebeurtenis heeft tot gevolg dat de hypothesen van de vooruitzichten, zeker wat betreft de eerste projectiejaren (2021-2025) niet zomaar kunnen afgeleid worden uit trends van het verleden. Met uitzondering van partiële gegevens over sterfte en vruchtbaarheid in 2020 waren andere gegevens over 2020 op het moment van de berekeningen (in mei 2021) nog niet beschikbaar. De hypothesen die in deze vooruitzichten worden gehanteerd, steunen daarom in grote mate op algemene beredeneerde tendensen. De hypothesen inzake sterfte, vruchtbaarheid en migratie werden afgetoetst met verschillende experten bij het Federaal Planbureau, Statbel, IWEPS, BISA en academici.

Referenties

Statbel: Bevolking(opent in nieuw venster)

Lodewijckx, E. & Deboosere, P. (2008). SVR-Technisch Rapport 2008/2 - LIPRO: een classificatie van huishoudens(opent in nieuw venster). Brussel: Studiedienst Vlaamse Regering.