Metadata: Ongeschikte woningen
Bron
Woonsurvey, Agentschap Wonen in Vlaanderen en Steunpunt Wonen
Definities
Een ongeschikte woning is een woning die niet voldoet aan de gestelde woningkwaliteitsnormen. Dat wilde in 2023 zeggen dat er minstens één gebrek van categorie II of III was, of 7 gebreken van categorie I.
Categorie I: kleine gebreken die de levensomstandigheden van de bewoners negatief beïnvloeden of die potentieel kunnen uitgroeien tot ernstige gebreken. Een woning met enkele kleine gebreken is niet ongeschikt en niet onbewoonbaar.
Categorie II: ernstige gebreken die de levensomstandigheden van de bewoners negatief beïnvloeden, maar geen direct gevaar voor de veiligheid of gezondheid vormen. Een woning met een gebrek van categorie II is ongeschikt.
Categorie III: ernstige gebreken die mensonwaardige levensomstandigheden veroorzaken of die een direct gevaar vormen voor de veiligheid of de gezondheid van de bewoners. Een woning met een gebrek van categorie III is ongeschikt en onbewoonbaar.
De woningkwaliteitsnormen kunnen geraadpleegd worden in de Vlaamse Codex Wonen (Vlaamse Codex Wonen van 2021, artikel 3.1). Samengevat waren de woningkwaliteitsnormen in 2023 de volgende:
Structurele stabiliteit: stabiliteit van dak, muren en vloeren
Veiligheid: voldoende en veilige elektrische installaties voor de verlichting van de woning en voor het veilige gebruik van elektrische apparaten, veilige gas- en verwarmingsinstallaties (zonder CO-gevaar), veilige trappen, voldoende rookmelders en veilige toegang tot de woning
Gezondheid: geen vochtproblemen, mogelijkheid tot voldoende en veilige verluchting en natuurlijke verlichting en toevoer van drinkbaar water
Minimum aan comfort: minimale sanitaire voorzieningen (goed werkend toilet, badkamer met bad of douche, stromend water, aangesloten op een afvoerkanaal zonder geurhinder), kookgelegenheid (keuken) en drinkbaar water, verplicht verwarmingstoestel in een leefruimte (enkel de aansluiting voorzien volstaat niet), correcte afwerking van vloeren, wanden en plafonds, goede staat van ramen en deuren en vlotte toegang en respect voor de persoonlijke levenssfeer
Minimale isolatie: dakisolatie en dubbele beglazing
Grootte van de woning: de woning moet ruim genoeg zijn, zowel qua oppervlakte als qua plafondhoogte.
Tijdens het Grote Woononderzoek van 2013 waren andere woningkwaliteitsnormen van kracht, en werden ze op een andere manier gequoteerd en gemeten.
De veiligheids-, gezondheids- en woningkwaliteitsnormen waren in 2013 te vinden in de Vlaamse Wooncode. Deze stelt dat elke woning moet voldoen aan de vereisten op vlak van bouwtechnische kwaliteit, de kwaliteit van de technische installaties, de aanwezigheid van basiscomfort, brandveiligheid, toegankelijkheid en het respect voor de persoonlijke levenssfeer en een minimale oppervlakte van de woongedeelten met daarop gebaseerde bezettingsnorm. Er was in 2013 geen onderdeel over minimale isolatie en ook binnen de onderdelen zijn er veranderingen tussen 2013 en 2023.
Opmerkingen bij de kwaliteit
De weergegeven resultaten zijn schattingen op basis van een enquête. Daarom moet rekening gehouden worden met een onzekerheidsmarge. Het gaat om puntschattingen die met een bepaalde betrouwbaarheid in een betrouwbaarheidsinterval liggen. Evoluties in cijfers zijn enkel statistisch significant (veralgemeenbaar naar de populatie) indien de betrouwbaarheidsintervallen van opeenvolgende cijfers elkaar niet overlappen. Hetzelfde geldt bij het vergelijken van cijfers van verschillende groepen: die zijn enkel significant als de betrouwbaarheidsintervallen van de betrokken groepen elkaar niet overlappen. Voor meer detail bij de significantie van de evoluties van de indicatoren verwijzen we naar de rapporten van het Steunpunt Wonen.
De steekproef van de Woonsurvey, bestaande uit inwonende referentiepersonen, werd getrokken uit het rijksregister van huishoudens van het Vlaamse Gewest. Het onderzoek, de resultaten en de uitspraken hebben dus enkel betrekking op het deel van de woningvoorraad waar er huishoudens gedomicilieerd zijn. Langdurig leegstaande woningen, tweede verblijven, studentenkamers, woningen bewoond door personen zonder legaal verblijfstatuut,… zijn niet in het onderzoek opgenomen. Referentiepersonen zonder domicilie of die verblijven in een collectieve voorziening vallen buiten beschouwing.
De initiële basis-steekproefselectie voor de Woonsurvey 2023 bestond uit 2 trekkingen, in totaal goed voor 14.283 referentiepersonen. Deze steekproeftrekkingen zijn gestratificeerd op gemeentelijk niveau. Voor de eerste trekking is de kans voor een gemeente om geselecteerd te worden evenredig aan het bevolkingsaantal van die gemeente. De tweede trekking gebeurt met “teruglegging”, waardoor sommige (grotere) gemeenten meermaals voorkomen. Door een lage respons en de vrees voor een te lage representatie van sociale huurders in de steekproef, zijn er 1.241 extra sociale huurders geselecteerd via een koppeling aan administratieve data van de sociale huisvesting (Wonen in Vlaanderen). Dankzij deze ophoging bevat de survey genoeg sociale huurders om betrouwbare uitspraken te doen over deze groep.
De Woonsurvey 2023 bestond uit 2 delen: een face-to-face bevraging en de zogenaamde woningscreening. Tijdens het interview werd bewoners gevraagd naar hun sociaaleconomische kenmerken, de kenmerken van hun woning en woonomgeving. Deze bevraging volgt de CAPI-methode (Computer Assisted Personal Interviewing). De respondent vult hierbij een digitale vragenlijst in onder begeleiding van een (fysiek aanwezige) interviewer. Tijdens de woningscreening werd een objectieve meeting van de staat en kwaliteit van de woning uitgevoerd door organisatie Vastgoedexperts. Technisch opgeleide experts screenen hierbij de woning aan de hand van het technisch verslag woningkwaliteit.
Het finaal aangeleverde basisbestand van de Woonsurvey 2023 bevat 4.467 observaties wat overeen komt met 29 % van de bruto steekproef. Indien enkel rekening wordt gehouden met de geldige adressen die ook effectief bevraagd zijn, stijgt de responsgraad naar 32%. Na data-cleaning en het samenbrengen van de data zijn er 4.417 bruikbare observaties voor de bevraging, waarvan 2.706 respondenten voor de woningscreening.
De vergelijking tussen 2013 en 2023 van de statistiek die aangeeft dat de woning van ontoereikende kwaliteit (2013)/ongeschikt (2023) is, moet met enige voorzichtigheid worden gedaan. De statistiek geldt in zijn eigen tijd onder de dan geldende woningkwaliteitsnormen. Het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 (Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021) is gebaseerd op de Huisvestingscode en een reeks decreten, waarvan een aantal pas na 2013 van kracht werden of die aangepast werden na 2013. Bijna alle gebreken die in 2013 bestonden, werden behouden in 2021. Toch is een beperkt aantal gebreken verdwenen, en andere toegevoegd. Een aantal veranderingen in woningkwaliteitsnormen werden toegepast tussen 2013 en 2023 zoals voldoende rookmelders, dakisolatie en dubbele beglazing. Deze kunnen een aanzienlijke impact op de woningkwaliteit hebben. Zo is het ontbreken van rookmelders een gebrek van categorie II wat dus een ongeschiktverklaring met zich meebrengt.
Naast de inhoud van de woningkwaliteitseisen en het quoteren van de woningkwaliteitsgebreken in het technisch verslag is ook de manier van rapporteren gewijzigd. Waar door de technisch experten in 2023 het technisch verslag volledig gevolgd werd en zij ook opgeleid waren om woningcontroles uit te voeren in het kader van Woonsurvey 2023, was dit in 2013 niet het geval. De vragenlijst die toen werd gebruikt voor de screening was wel gebaseerd op het Technisch Verslag maar was een beperktere versie ervan. De uitvoering van de screening gebeurde in 2013 door enquêteurs die weliswaar een meerdaagse opleiding tot het screenen van de woning hadden gekregen maar geen training om conformiteitsonderzoeken uit te voeren zoals het team dat in 2023 de screening uitvoerde.
Referenties
Wonen in Vlaanderen: Website
Steunpunt Wonen: Website(opent in nieuw venster)