Gedaan met laden. U bevindt zich op: Metadata: Geconsolideerde schuld Geconsolideerde schuld

Metadata: Geconsolideerde schuld

Bron

Cijfers over Vlaamse overheid: Departement Financiën en Begroting (DFB), Instituut voor Nationale Rekeningen (INR), Nationale Bank van België (NBB)

Cijfers over lokale overheden: Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB)

Definities

Om hun uitgaven te financieren gaan overheden schulden aan. Hieronder de diverse soorten schulden van de Vlaamse overheid binnen het kader van het Europese Stelsel voor nationale en regionale rekeningen (ESR). ESR wordt gebruikt door de lidstaten van de Europese Unie en werd geactualiseerd in 2010 (ESR 2010).

Geconsolideerde schuld: som van de financiële schulden (en in uitzonderlijke gevallen ook de overige schulden) van alle tot de consolidatiekring van de Vlaamse overheid behorende entiteiten. De consolidatiekring geeft aan welke instellingen worden opgenomen in de berekening van de geconsolideerde begroting en jaarrekening.

De geconsolideerde schuld omvat:

  • de directe schuld,
  • de indirecte schuld,
  • alle financiële schulden (en in uitzonderlijke gevallen ook de overige schulden) van alle entiteiten die volgens de ESR-normering behoren tot de perimeter ‘Vlaamse Overheid’,
  • een deel van de gewaarborgde schuld,
  • een deel van de PPS-schuld.

Er worden algemeen gezien 2 concepten voor geconsolideerde schuld gehanteerd.

Concept-INR: concept van het Instituut voor Nationale Rekeningen (INR, Vlaamse Gemeenschap – Bijdrage tot de geconsolideerde bruto schuld ‘Maastricht’) dat wordt gebruikt voor de weergave van de evolutie tijdens de periode 2004-2017 op nationaal niveau en voor Europese vergelijkingen. De bijdrage tot de geconsolideerde bruto schuld is gelijk aan de geconsolideerde bruto schuld minus de door de deelgebieden aangehouden consolideerbare activa.

Concept-DFB-VO: ruimer concept van het departement Financiën en Begroting van de Vlaamse Overheid (DFB-VO), waarbij enkele correcties worden uitgevoerd op de INR-schuld. De belangrijkste correctie is de opname van de schuld met betrekking tot de financiering van de ziekenhuizen die sedert 2016 ten laste is van de Vlaamse begroting en die het INR rapporteert bij de interregionale eenheden daar de verdeling over de verschillende gemeenschappen en gewesten nog niet vast staat. Het departement FB wil echter de Vlaamse schuld niet onderschatten en rapporteert daarom een voorlopig cijfer volgens eigen berekeningen.

Directe schuld: de schuld die de Vlaamse overheid is aangegaan om aan haar netto financieringsbehoefte te kunnen voldoen. Immers, wanneer de financieringsbehoefte groter is dan de beschikbare eigen middelen, moet de Vlaamse overheid lenen om aan haar financieringsverplichtingen te voldoen.
Directe schuld ontstaat ook wanneer de Vlaamse overheid schulden overneemt van een derde partij en die schulden uitdrukkelijk erkent als eigen schuld in een decreet.
Ten slotte kan er ook directe schuld ontstaan omdat de Vlaamse overheid leent ten voordele van de geconsolideerde overheidsentiteiten en deze bedragen dan doorgeeft aan de entiteiten. Deze laatste vorm zal in de toekomst toenemen daar de Vlaamse overheid zich goedkoper rechtstreeks kan financieren op de kapitaalmarkt dan dat geconsolideerde overheidsentiteiten met een waarborg van de Vlaamse overheid zich zelf financieren op de kapitaalmarkt.

Indirecte schuld: leningen aangegaan door een andere rechtspersoon dan de Vlaamse overheid waarvan de Vlaamse overheid de aflossing en rentebetaling volledig of gedeeltelijk ten laste neemt.

Gewaarborgde schuld: lening waarbij de Vlaamse overheid garant staat voor de terugbetaling ervan. Aan onderstaande entiteiten werden in het verleden de meeste waarborgen verstrekt:

  • de Watergroep (grootste drinkwaterbedrijf van Vlaanderen),
  • de sociale huisvestiging met als voornaamste actoren Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) en het Vlaamse Woningfonds (VWF),
  • het Vlaamse infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA),
  • School Invest en de DBFM Scholen van Morgen (PPS-project),
  • grote, middelgrote en kleine ondernemingen via de Vlaamse Participatiemaatschappij (PMV).

PPS-schuld: schuld aangegaan in het kader van PPS-projecten (publiek-private samenwerking), een instrument om publieke investeringen te realiseren. Bij een PPS-project werkt een overheid samen met een of meer privébedrijven om een investering te realiseren. Het kan gaan om het bouwen van publieke infrastructuur, zoals wegen, bruggen en tunnels, maar ook publiek vastgoed zoals scholen, bibliotheken en sportinfrastructuur.

Geconsolideerde gewaarborgde schuld: het grootste deel van de gewaarborgde schuld behoort toe aan entiteiten uit de consolidatiekring en valt bijgevolg onder de geconsolideerde schuld.

Niet-geconsolideerde gewaarborgde schuld: waarborgen voor entiteiten die niet behoren tot de consolidatiekring. Het betreft een beperkt deel van de gewaarborgde schuld.

Lokale besturen

De geconsolideerde schuld van de lokale besturen omvat de ‘financiële schulden’ als gevolg van aangegane leningen, leasings of soortgelijke overeenkomsten.

De cijfers zijn afkomstig van de jaarrekeningen van de lokale overheden. Het betreft hoofdzakelijk vastgestelde jaarrekeningen die door de gemeenteraad en OCMW-raad besproken zijn. Daarnaast zijn er in beperkte mate ook voorlopige, niet-vastgestelde jaarrekeningen. De jaarrekeningen zijn pas definitief na de goedkeuring door de gouverneur of de bevoegde minister.
De bedragen hebben betrekking op de gerealiseerde transacties, niet op de geraamde cijfers uit de begroting en haar herzieningen.

Lokale besturen:

  • gemeentebesturen (inclusief de districten van de stad Antwerpen)
  • openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW)
  • autonome gemeentebedrijven (AGB)
  • welzijnsverenigingen
  • provinciebesturen
  • autonome provinciebedrijven (APB)

De overige lokale besturen, zoals politiezones en hulpverleningszones, zijn niet opgenomen in de cijfers.

Aantal inwoners

Voor de berekening van de geconsolideerde schuld per inwoner van de Vlaamse gemeenten wordt het aantal inwoners op 1 januari van het betrokken jaar gebruikt als noemer.

Het gaat zowel bij de Vlaamse overheid als bij de lokale besturen telkens om bedragen in lopende prijzen. Dat zijn prijzen van het betrokken jaar, niet gecorrigeerd voor de inflatie.

Opmerkingen bij de kwaliteit

Het Departement Financiën en Begroting (DFB), het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB), het Instituut voor Nationale Rekeningen (INR) en de Nationale Bank van België (NBB) bieden betrouwbare gegevens over de financiële verrichtingen van de Vlaamse overheden.

Voor de lokale besturen betreft het de cijfers van de besturen die op het moment van opmaak van de statistiek hun jaarrekening al gerapporteerd hebben aan ABB.

Referenties

Vlaamse overheid:

Lokale besturen:

Naar de statistiek