Gedaan met laden. U bevindt zich op: Metadata: Politieke participatie Politieke participatie

Metadata: Politieke participatie

Bron

Statistiek Vlaanderen-bevraging (SV-bevraging), Statistiek Vlaanderen

Definities

Politieke participatie wordt in de SV-bevraging op volgende manier bevraagd:

“Welke van volgende activiteiten heeft u tijdens de afgelopen 12 maanden minstens 1 keer gedaan?
U mag meerdere antwoorden aanduiden.

  • een petitie getekend
  • uw politieke mening geuit door een bericht te posten of te delen op sociale media
  • deelgenomen aan een demonstratie of betoging
  • deelgenomen aan een politieke vergadering of bijeenkomst
  • actief informatie verzameld over plannen of beslissingen van de overheid
  • een politicus gecontacteerd om uw mening te uiten
  • de pers gecontacteerd om uw mening te uiten
  • actief geweest in een burgerbeweging of actiecomité
  • deelgenomen aan een advies-, overleg- of inspraakorgaan van uw gemeente of stad
  • actief geweest binnen een politieke partij of vereniging
  • Ik heb een andere politieke activiteit gedaan (omschrijf): …
  • Ik heb geen politieke activiteit gedaan
  • Weet niet/geen antwoord.”

De gegevens kunnen opgedeeld worden naar onder meer geslacht, leeftijd, huishoudpositie en onderwijsniveau. Bij onderwijsniveau gaat het om volgende groepen:

  • laaggeschoolden: personen zonder diploma of hoogstens een diploma lager secundair onderwijs
  • middengeschoolden: personen met hoogstens een diploma hoger secundair onderwijs of met een diploma post-secundair niet-hoger onderwijs
  • hooggeschoolden: personen met een diploma hoger of universitair onderwijs.

Op basis van de woonplaats van de respondenten kunnen de gegevens worden ingedeeld urbanisatiegraad. Bij de urbanisatiegraad wordt een opdeling gemaakt in 6 groepen gemeenten: grootsteden, centrumsteden, stedelijke rand, kleinere steden, overgangsgebied en platteland. Deze indeling is gebaseerd op het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, waarbij enerzijds enkele categorieën zijn samen genomen in ‘kleinere steden’ en anderzijds het buitengebied op basis van het Strategisch Plan Ruimtelijke Economie is opgesplitst in ‘overgangsgebied’ en ‘platteland’.

Bij de resultaten naar achtergrondkenmerken worden percentages gepresenteerd over de personen die aangeven dat ze minstens 1 van de aangeboden politieke activiteiten hebben gedaan.

Opmerkingen bij de kwaliteit

De gepresenteerde gegevens zijn schattingen gebaseerd op de resultaten van de Statistiek Vlaanderen-bevraging (SV-bevraging). Dat is een bevraging die een aantal keer per jaar wordt afgenomen bij de inwoners van 18 jaar en ouder van het Vlaamse Gewest. De bevraging peilt naar opvattingen, overtuigingen en gedragingen van de bevolking met betrekking tot maatschappelijke en beleidsrelevante thema’s.

Per bevraging worden 6.000 personen op een toevallige manier geselecteerd uit het Rijksregister. De SV-bevraging is een zogenaamde ‘mixed mode’-bevraging. Dat betekent dat de respondenten de vragenlijst op verschillende manieren kunnen invullen. De geselecteerde personen worden eerst per brief uitgenodigd om de bevraging online in te vullen. De vragenlijst wordt zo opgesteld dat hij makkelijk in te vullen is via de smartphone (‘mobile first’-design). Wie niet online deelneemt, krijgt een schriftelijke vragenlijst in de bus. De combinatie van een online en papieren vragenlijst zorgt ervoor dat ook personen die geen of onvoldoende digitale toegang hebben, mee worden opgenomen in de bevraging.

De hier gepresenteerde resultaten zijn gebaseerd op de 9de editie van de SV-bevraging die werd afgenomen in het najaar van 2023 (tussen oktober 2023 en december 2023). Aan deze editie namen 1.983 personen deel. Afgezet tegenover de initiële steekproef van 6.000 personen komt dat overeen met een responsgraad van 33,1%. De vraag over politieke participatie werd ook gesteld in de 3de en 6de editie van de SV-bevraging die werden afgenomen tussen respectievelijk e oktober 2021 en januari 2022 en november 2022 en december 2022. Aan deze edities namen uiteindelijk 1.683 en 2.218 personen deel. Afgezet tegenover de initiële steekproef van 6.000 personen komt dat overeen met een responsgraad van 28,1% en 37,0%.

Omwille van de onvermijdelijke verschillen in de respons naar achtergrondkenmerken wordt de uiteindelijke steekproef gewogen voor de berekening van de resultaten. Dat houdt in dat men de ondervertegenwoordigde groepen meer laat doorwegen, terwijl de groepen die oververtegenwoordigd zijn minder gewicht krijgen. Op die manier worden de verhoudingen tussen de verschillende doelgroepen in de uiteindelijke steekproef hersteld en in overeenstemming gebracht met het steekproefkader. Zo bekomt men een representatieve steekproef voor de beoogde doelpopulatie. Bij de weging van de SV-bevraging wordt rekening gehouden met volgende 4 achtergrondkenmerken: geslacht, leeftijd, nationaliteit (Belg/niet-Belg) en urbanisatiegraad.

Bij de interpretatie van de resultaten van de SV-bevraging moet rekening gehouden worden met een onzekerheidsmarge. Die onzekerheidsmarge is groter naarmate de steekproef waarop de cijfers berekend worden, kleiner is. De onzekerheidsmarges worden in de figuren weergegeven door middel van een 95%-betrouwbaarheidsinterval. Dat betekent dat indien de meting 100 keer zou herhaald worden in dezelfde populatie met verschillende steekproeven, de echte waarde onder de bevolking bij ongeveer 95 steekproeven binnen het interval zou liggen.

Bij de presentatie van de resultaten wordt de evolutie van de totaalscore en de verschillen naar achtergrondkenmerken van het meest recente jaar in beeld gebracht (naar geslacht, leeftijd, huishoudpositie, opleidingsniveau en urbanisatiegraad). Om te oordelen over de verschillen tussen de totaalscores van verschillende jaargangen of de scores van verschillende groepen binnen een bepaald achtergrondkenmerk (bijvoorbeeld tussen mannen en vrouwen), wordt gekeken naar de betrouwbaarheidsintervallen van de meting. Wanneer de betrouwbaarheidsintervallen niet overlappen spreken we van een statistisch verschil. Dat betekent echter niet noodzakelijk dat het verschil inhoudelijk ook noemenswaardig is, dat houdt immers een subjectieve evaluatie in.

De resultaten van de SV-bevraging zijn omwille van de gewijzigde methode niet vergelijkbaar met de resultaten van de Survey ‘Sociaal-culturele verschuivingen in Vlaanderen’ (SCV-survey) die vanaf 1996 tot en met 2018 jaarlijks werd afgenomen door Statistiek Vlaanderen. Bij de SV-bevraging gaat het om een ‘mixed mode’-bevraging (online en op papier), bij de SCV-survey ging het om een ‘face-to-face’-bevraging (met interviewers aan huis).

Referenties

Statistiek Vlaanderen: SV-bevraging

Naar de statistiek