Gedaan met laden. U bevindt zich op: Metadata: Sociale contacten Sociale contacten

Metadata: Sociale contacten

Bron

Statistiek Vlaanderen-bevraging (SV-bevraging), Statistiek Vlaanderen

Definities

De frequentie van de sociale contacten wordt in de SV-bevraging opgevolgd via 3 vragen:

  • Hoe dikwijls ontmoet u niet-inwonende familieleden bij u thuis of elders?
  • Hoe dikwijls ontmoet u vrienden of kennissen bij u thuis of elders?
  • Hoe vaak praat u met uw buren?

De antwoordmogelijkheden zijn telkens:
- nooit
- minder dan 1 keer per maand
- 1 of 2 keer per maand
- 1 of 2 keer per week
- dagelijks of bijna dagelijks
- weet niet/geen antwoord.

Personen die ‘weet niet/geen antwoord’, geen van bovenstaande antwoorden of meerdere antwoorden tegelijk aanvinken, worden niet opgenomen in de berekening van de resultaten. Bij de vraag over contacten met familie ging het bij de editie voorjaar 2023 om 28 personen, bij de vraag over contacten met vrienden of kennissen om 18 personen en bij de vraag over contacten met buren om 18 personen.

De gegevens kunnen opgedeeld worden naar onder meer geslacht, leeftijd, huishoudpositie en onderwijsniveau. Bij onderwijsniveau gaat het om volgende groepen:

  • laaggeschoolden: personen zonder diploma of hoogstens een diploma lager secundair onderwijs
  • middengeschoolden: personen met hoogstens een diploma hoger secundair onderwijs of met een diploma post-secundair niet-hoger onderwijs
  • hooggeschoolden: personen met een diploma hoger of universitair onderwijs.

Op basis van de woonplaats van de respondenten kunnen de gegevens worden ingedeeld naar urbanisatiegraad. Bij de urbanisatiegraad wordt een opdeling gemaakt in 6 groepen gemeenten: grootsteden, centrumsteden, stedelijke rand, kleinere steden, overgangsgebied en platteland. Deze indeling is gebaseerd op het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, waarbij enerzijds enkele categorieën zijn samen genomen in ‘kleinere steden’ en anderzijds het buitengebied op basis van het Strategisch Plan Ruimtelijke Economie is opgesplitst in ‘overgangsgebied’ en ‘platteland’.

Er worden in de figuren telkens percentages gepresenteerd over de personen met minstens wekelijks contact. Het gaat om de personen die de antwoordcategorieën ‘1 of 2 keer per week’ of ‘dagelijks of bijna dagelijks’ aanvinken.

Opmerkingen bij de kwaliteit

De gepresenteerde gegevens zijn schattingen gebaseerd op de resultaten van de Statistiek Vlaanderen-bevraging (SV-bevraging). Dat is een bevraging die een aantal keer per jaar wordt afgenomen bij de inwoners van 18 jaar en ouder van het Vlaamse Gewest. De bevraging peilt naar opvattingen, overtuigingen en gedragingen van de bevolking met betrekking tot maatschappelijke en beleidsrelevante thema’s.

Per bevraging worden 6.000 personen op een toevallige manier geselecteerd uit het Rijksregister. De SV-bevraging is een zogenaamde ‘mixed mode’-bevraging. Dat betekent dat de respondenten de vragenlijst op verschillende manieren kunnen invullen. De geselecteerde personen worden eerst per brief uitgenodigd om de bevraging online in te vullen. De vragenlijst wordt zo opgesteld dat hij makkelijk in te vullen is via de smartphone (‘mobile first’-design). Wie niet online deelneemt, krijgt een schriftelijke vragenlijst in de bus. De combinatie van een online en papieren vragenlijst zorgt ervoor dat ook personen die geen of onvoldoende digitale toegang hebben, mee worden opgenomen in de bevraging.

De hier gepresenteerde resultaten zijn gebaseerd op de 7de editie van de SV-bevraging die werd afgenomen in het voorjaar van 2023 (tussen januari 2023 en maart 2023). Aan deze editie namen 1.869 personen deel. Afgezet tegenover de initiële steekproef van 6.000 personen komt dat overeen met een responsgraad van 31,2%. De vragen over sociale contacten werden eerder ook al opgenomen in de 1ste en de 4e editie van de SV-bevraging die werden afgenomen in het voorjaar van 2021 en 2022. Aan die bevragingen namen respectievelijk 2.625 personen en 2.094 personen deel. Afgezet tegenover de initiële steekproef van 6.000 personen komt dat overeen met een responsgraad van 43,8% in 2021 en 34,9% in 2022.

Omwille van de onvermijdelijke verschillen in de respons naar achtergrondkenmerken wordt de uiteindelijke steekproef gewogen voor de berekening van de resultaten. Dat houdt in dat men de ondervertegenwoordigde groepen meer laat doorwegen, terwijl de groepen die oververtegenwoordigd zijn minder gewicht krijgen. Op die manier worden de verhoudingen tussen de verschillende doelgroepen in de uiteindelijke steekproef hersteld en in overeenstemming gebracht met het steekproefkader. Zo bekomt men een representatieve steekproef voor de beoogde doelpopulatie. Bij de weging van de SV-bevraging wordt rekening gehouden met volgende 4 achtergrondkenmerken: geslacht, leeftijd, nationaliteit (Belg/niet-Belg) en urbanisatiegraad.

Bij de interpretatie van de resultaten van de SV-bevraging moet rekening gehouden worden met een onzekerheidsmarge. Die onzekerheidsmarge is groter naarmate de steekproef waarop de cijfers berekend worden, kleiner is. De onzekerheidsmarges worden in de figuren weergegeven door middel van een 95%-betrouwbaarheidsinterval. Dat betekent dat indien de meting 100 keer zou herhaald worden in dezelfde populatie met verschillende steekproeven, de gemeten waarde 95 keer binnen het interval zou liggen dat wordt aangegeven.

Bij de presentatie van de resultaten wordt de evolutie van de totaalscore en de verschillen naar achtergrondkenmerken van het meest recente jaar in beeld gebracht (naar geslacht, leeftijd, huishoudpositie, opleidingsniveau en urbanisatiegraad). Om te oordelen over de verschillen tussen de totaalscores van verschillende jaargangen of de scores van verschillende groepen binnen een bepaald achtergrondkenmerk (bijvoorbeeld tussen mannen en vrouwen), wordt gekeken naar de betrouwbaarheidsintervallen van de meting. Wanneer de betrouwbaarheidsintervallen niet overlappen spreken we van een noemenswaardig verschil.

De resultaten van de SV-bevraging zijn omwille van de gewijzigde methode niet vergelijkbaar met de resultaten van de Survey ‘Sociaal-culturele verschuivingen in Vlaanderen’ (SCV-survey) die vanaf 1996 tot en met 2018 jaarlijks werd afgenomen door Statistiek Vlaanderen. Bij de SV-bevraging gaat het om een ‘mixed mode’-bevraging (online en op papier), bij de SCV-survey ging het om een ‘face-to-face’-bevraging (met interviewers aan huis).

Referenties

Statistiek Vlaanderen: SV-bevraging

Naar de statistiek