Aardappelverkoop zorgt voor groeiende omzet op de hoeve

Korte keten telt steeds meer spelers. Naast de meest gekende hoevewinkels en boerenmarkten omvat het intussen ook bijvoorbeeld automaten, groenteabonnementen, CSA-initiatieven en voedselteams. De gangbare marktstudies brengen door deze verscheidenheid niet de volledige verkoop in de korte keten in kaart. In dit artikel geeft VLAM een zicht op de verkoop via hoevewinkels en boerenmarkten, gebaseerd op het onderzoek van GfK Belgium, dat het aankoopgedrag bij 5.000 Belgische gezinnen volgt. Aanvullend wordt ook het netwerk van de andere initiatieven in kaart gebracht.

Uit het GfK-onderzoek blijkt dat de betere verkoop van verse aardappelen vorig jaar zorgde voor een kleine omzetstijging in het hoevekanaal. In Vlaanderen was de stijging groter dan in de rest van het land. De aankoopfrequentie in het hoevekanaal is licht toegenomen. Naast het directe contact met de boer, de versheid en de meerwaardebeleving, biedt de hoeve meestal ook een prijsvoordeel voor de consument.

Vlaming grootste fan van korte keten
De Belg koopt gemiddeld 9 keer op de hoeve of de boerenmarkt en hij besteedt er zo’n 116 euro. Dat is 0,5% meer dan vorig jaar. Deze stijging kwam volledig op het conto van het hoevekanaal (+1,5%). De boerenmarkten kenden zelfs een daling van 6,5%.
Deze rechtstreekse verkoop was vorig jaar goed voor ruim 92 miljoen euro. Hiervan werd 82 miljoen euro gerealiseerd op de hoeve. De boerenmarkten vertegenwoordigden de overige 10 miljoen euro.
70% van de rechtstreekse verkoop situeert zich in Vlaanderen, waar de korte keten bovendien nog meer terrein won dan in de rest van België. In deze regio steeg de rechtstreekse verkoop met 2,6% en één op de vijf Vlamingen koopt al eens in de korte keten. Dat is beduidend meer dan in de zuiderse landshelft, waar slechts één Waal op de tien klant is in de korte keten.
De korte keten volgt de globale trend van een dalend aantal winkelbezoeken van de Belg. Zo daalt ook het aantal keer dat men op de hoeve en de boerenmarkt koopt, maar er wordt wel meer uitgegeven per keer.

Vlees en agf-producten sterkhouders van verkoop op hoeve en boerenmarkt
De grootste omzetmaker op de hoeve & boerenmarkt is vlees met 26% van de omzet, gevolgd door de agf-producten (aardappelen: 14%, groenten: 15% en fruit: 17%). In Vlaanderen is de agf-categorie relatief belangrijker dan in de rest van het land. De verkoop van aardappelen, fruit en groenten is in deze regio goed voor ruim de helft (55%) van de omzet op hoeve en boerenmarkten.
Aardappelen zijn dus een belangrijk product in de korte keten en vorig jaar stegen zowel de aardappelprijzen als het aangekochte volume. De omzetstijging voor de verkoop op hoeve & boerenmarkten is dus te danken aan de goede aardappelverkoop.
De prijzen voor zuivel en vlees zijn vorig jaar op de hoeve opvallend sneller gestegen dan in de supermarkt. Beide categorieën kennen hierdoor een omzetstijging, maar de aangekochte volumes binnen de zuivelcategorie daalden wel sterk.

Het hoogste aantal hoevekopers vinden we bij aardappelen. 8 Belgische gezinnen op 100 kochten vorig jaar verse aardappelen op de hoeve. Ook fruit scoort, net zoals groenten, met 6 kopers op 100 hoog. Verder in het rijtje volgen eieren met 4, vlees met 3 en zuivel ook met 3 op 100. In Vlaanderen ligt het aantal kopers enkele eenheden hoger dan gemiddeld.
Op de boerenmarkt zijn de agf-producten met fruit op kop de belangrijkste omzetmakers en is gevogelte belangrijker dan andere vleessoorten. Voor België wordt meer dan de helft van de omzet op de boerenmarkt gerealiseerd door de agf-categorie. In Vlaanderen is dit zelfs twee derde.

Wie koopt wat op de hoeve en de boerenmarkt?
Het kerncliënteel van de hoeve bestaat vooral uit gepensioneerden. Samen met de welgestelde gezinnen met kinderen staan zij in voor ruim 60% van de hoeve-omzet. Ook de gezinnen met slechts één kostwinnaar worden belangrijkere klanten voor de hoeve.
Op de hoeve koopt men ook vaker producten van biologische oorsprong dan in andere kanalen. 18% van de totale besteding op de hoeve gaat naar producten van biologische origine. Dit is beduidend hoger dan voor de totale voedingsmarkt, waar het marktaandeel van verse biologische voeding slechts 2 à 3% bedraagt.
Het kerncliënteel van de boerenmarkt is gelijkaardig aan dat van de hoeve met een iets hoger aandeel van de welgestelden (gezinnen met kinderen en gepensioneerden) en de tweeverdieners.

Waarom koopt men op de hoeve?
Naast het directe contact met de boer, de versheid en de meerwaardebeleving, biedt de hoeve meestal ook een prijsvoordeel. Er zijn wel grote prijsverschillen tussen de verschillende producten. De hoeve is voor aardappelen bijvoorbeeld het goedkoopste aankoopkanaal. Ook voor vlees, groenten, fruit en melk liggen de prijzen op de hoeve op of onder het niveau van de supermarkt. Voor huisbereide zuivelproducten zoals yoghurt, ijs en kaas daarentegen is de hoeve duurder dan de supermarkt en zijn de prijzen vergelijkbaar met die van de speciaalzaak.

Korte keten, meer dan hoevewinkels & boerenmarkten
Naast hoevewinkels en boerenmarkten komen er steeds meer alternatieve verkooppunten bij. Daarom brengt VLAM ook de evolutie van de verschillende spelers in de korte keten in kaart.
In mei 2015 noteerden de verschillende partners voor de eerste keer de grootte van hun netwerk. Volgende jaren kunnen we dan beter de evolutie opvolgen van het aantal initiatieven, klanten en deelnemers.

  • Rechtvanbijdeboer.be
    o Aantal registraties: 747
    o Aantal verkooppunten: 1457
  • Groenteabonnementen
    o Aantal boeren met groenteabonnementen: 35
    o Aantal afhaalpunten: 357
    o Aantal abonnees van groenteabonnementen: 7140
  • CSA
    o Aantal CSA-boerderijen: 40
    o Aantal leden van CSA-boerderijen: 5672
  • Voedselteams
    o Aantal Voedselteams: 175
    o Aantal leden van voedselteams: 3130
  • Boeren&Buren
    o Aantal B&B-teams: 22
    o Aantal gebruikers: 12719

 

Nota aan de redactie: het volledige dossier met bijhorende grafiek kan u hieronder downloaden.

Download documenten