Gedaan met laden. U bevindt zich op: Je bent leraar en vulde Digisnap in. Wat nu? Digisnap

Je bent leraar en vulde Digisnap in. Wat nu?

Je vulde Digisnap in, maar je weet niet wat je nu moet doen? Dit artikel is een leidraad om de rapporten te interpreteren en ermee aan de slag te gaan.

Bekijk en interpreteer de resultaten

Wil je je ICT-competenties verbeteren? Dan is het belangrijk dat je de resultaten van Digisnap juist interpreteert. Nadat je de vragenlijst hebt ingevuld, krijg je 2 rapporten. Je kunt kiezen voor een persoonlijke leersuggestie per competentie of voor een rapport per domein.

1. Leersuggesties per competentie

In dit uitgebreide rapport vind je de resultaten voor elke competentie uit DigCompEdu.

Titel

Aan de titel zie je over welk domein en welke competentie het gaat.

Grafiek

De grafiek geeft aan in welk niveau je zit. Dat zie je aan de zwarte rand rond je resultaat. Hoe hoger de balk, hoe meer collega’s er zich in dat niveau bevinden. Dat wordt uitgedrukt in procent.

Info per niveau

De 3 niveaus worden eerst benoemd. A is het laagste, C het hoogste. Daaronder lees je de gemiddelde score van je groep, je eigen score bij je niveau en het aantal leraren dat in dat niveau zit. Zit je in niveau A, dan zie je meteen of je groeikansen hebt. Zit je in niveau C, dan zie je of je kansen hebt om anderen te helpen.

Persoonlijk opleidingsvoorstel

Onder elke grafiek krijg je tips om het volgende niveau te bereiken. Je krijgt ook een persoonlijk opleidingsvoorstel om je vaardigheden te verbeteren. Via de link naar de databank kun je dankzij de filterfuncties de opleidingen personaliseren op bijvoorbeeld onderwijsniveau en locatie.

2. Rapport per domein

Met dit rapport krijg je een algemeen overzicht van je scores per domein. Je vindt er verschillende weergaven van je resultaten die je helpen te bepalen aan welke domeinen je het best prioriteit kunt geven.

Spindiagram

Hier zie je je eigen score (rood) en de gemiddelde scores van je collega’s (groen). Aan de buitenrand zie je de namen van elk domein. Hoe dichter het vlak naar de buitenrand gaat, hoe hoger je score voor dat domein.

Hier scoren je collega’s gemiddeld hoger voor de meeste domeinen dan jij. Ze scoren bijna 60% voor lesgeven en leren. Jij behaalt daar ongeveer 40% voor. De kans dat je collega’s je kunnen helpen om de bijbehorende competenties te behalen, is groot. Heb je een opleiding gevolgd en vul je Digisnap nog eens in? Dan zie je ook je eigen groei in de vorm van een gemiddelde score van je pogingen (blauw).

Cirkeldiagram

Na het spindiagram is het interessant om je resultaten op competentieniveau te bekijken. In het cirkeldiagram beweeg je over de staven om de naam van de competentie en het bijbehorende resultaat te zien.

Staafdiagram

In de staafdiagrammen kun je je eigen resultaten per domein vergelijken met het gemiddelde resultaat van je collega’s.

In de afzonderlijke staafdiagrammen zie je het exacte aantal collega’s per niveau. A is het beginnersniveau, C het expertniveau.

Kies je prioriteit

Om je ICT-competenties te verbeteren, onderneem je acties. Het doel is om iedere leraar op lange termijn op elke competentie minstens niveau B te laten scoren. We beseffen dat dat niet voor iedereen en voor elke competentie haalbaar is. Daarom is het belangrijk dat je kijkt naar je persoonlijke resultaat en dat je noteert waar je nog groeikansen hebt die aansluiten bij je eigen visie en die van je school. Hou daarbij rekening met andere factoren zoals de infrastructuur in je school.

Kenniscentrum Digisprong raadt aan om 5 competenties te kiezen waarin je jezelf wilt versterken. Kies die op korte, middellange en lange termijn. Deze vragen kunnen je helpen om die keuze te maken:

  • Waaruit haal ik het meeste voordeel om de doelstellingen van mijn school te behalen?
  • Wat helpt mij het meeste in de klas?
  • Waarvoor heb ik vaak hulp nodig?
  • Wat wil ik vlotter kunnen?
  • Wat is haalbaar om meteen mee aan de slag te gaan?
  • Waarvoor heb ik meer tijd nodig?

Tijd voor actie

  • In het rapport ‘leersuggesties per competentie’ krijg je verschillende voorstellen en tips. Lees de tips van de competenties die je als prioriteit koos. Kies daaruit de voorstellen waarmee je aan de slag wilt gaan. Probeer niet te veel ineens te pakken. Meer concrete tips vind je zowel in onze gedrukte fiches als in onze online fiches(opent in nieuw venster).
  • Vulde je Digisnap in met je schoolcode en zie je dat je collega’s hebt die hoog scoren op een competentie? Durf ze om hulp te vragen. Digisnap brengt de resultaten anoniem in kaart, maar met de hulp van de poster van DigCompEdu(PDF bestand opent in nieuw venster) in je leraarskamer maken je collega’s zich vrijwillig bekend. Door jezelf kandidaat te stellen om bij andere competenties je collega’s te helpen, stimuleren jullie elkaar om jullie kennis te delen. Zijn er veel vragen waarbij collega’s elkaar kunnen helpen? Gebruik de inspiratielijst met professionaliseringsinitiatieven(PDF bestand opent in nieuw venster). Wie weet organiseren jullie er binnenkort wel voor elkaar.
  • Zoek opleidingen die passen bij de competenties die je als prioriteit koos. De databank van Digisnap(opent in nieuw venster) is gekoppeld aan KlasCement(opent in nieuw venster). Daar kun je makkelijk je resultaten verfijnen met filters. Waarschijnlijk liggen sommige van je scores op of vlak bij de grens tussen 2 niveaus. Pas met de filters het niveau aan om de nascholingen van een ander niveau te bekijken.

Vraag je directie of ICT-coördinator of je de nascholing kunt volgen die je koos. Bespreek met je collega’s wie welke nascholingen volgt. Zo kunnen jullie je kennis met elkaar delen.

Breng je groei in kaart

Controleer of je professionaliseringsinitiatieven lonen. Neem zeker de tijd om je genoeg bij te scholen en in je klas te testen wat je leert. Vul Digisnap daarna opnieuw in, vergelijk je resultaten en stuur je prioriteiten bij.