Veelgestelde vragen over het Digiplan
De Vlaamse Regering keurde een conceptnota goed over het digitaliseringsbeleid in onderwijs. Die nota staat bekend als het Digiplan en moet de digitalisering van het Vlaamse onderwijs bestendigen als opvolger van de Digisprong. Hieronder vind je een antwoord op veelgestelde vragen over het nieuwe Digiplan.
Deze eerste lijst met veelgestelde vragen werd opgesteld in mei 2025. De modaliteiten van het Digiplan worden de komende maanden verder uitgewerkt.
Het beleid moet zich aanpassen aan veranderende omstandigheden en inzichten, ook in het onderwijs.
Er zijn verschillende redenen waarom de Digisprong het Digiplan geworden is. Eerst en vooral de tijdsgeest. De Digisprong is in het leven geroepen tijdens de coronapandemie. Toen was een laptop voor elke leerling de enige manier om (afstands)onderwijs te garanderen. Maar ook het budgettaire kader is veranderd. De Digisprong werd medegefinancierd door Europees geld, het Digiplan wordt enkel betaald met Vlaamse middelen.
Intussen tonen verschillende internationale studies aan dat een laptop niet per se bijdraagt tot betere leerresultaten, integendeel. Overmatig schermgebruik zorgt voor een afname van de motorische vaardigheden, het concentratievermogen en het mentale welzijn van de leerlingen. Die trend wil het Digiplan breken door te kiezen voor maximale leerwinst en een beter welzijn.
Over twee jaar volgt een eerste evaluatie en kan er bijgestuurd worden waar nodig.
De Vlaamse Regering trekt 325 miljoen euro uit voor de digitalisering van het Vlaamse onderwijs.
Het Digiplan zet in op toegankelijke digitale leermiddelen voor elk kind. Niet in de vorm van één laptop per leerling in het basisonderwijs, maar wel in de vorm van betere infrastructuur en een gedeeld aanbod. Denk daarbij aan moderne computerklassen, een uitleendienst of laptopkarren. Dat doen we omdat kinderen meer vruchten plukken van ‘pen en papier’. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat dat beter is voor hun motorische en cognitieve ontwikkeling.
Scholen zullen zich verder professionaliseren en we vragen dat laptops gerichter ingezet worden, met de focus op leerwinst.
Eigenlijk geeft het Digiplan de scholen meer vrijheid om digitale leermiddelen in te zetten waar ze dat zelf willen, zolang het gebeurt in het belang van het kind en de kwaliteit van het onderwijs. Vanaf het secundair kunnen scholen wel nog kiezen voor een individuele laptop per leerling, al wordt dat niet meer verplicht of actief gestimuleerd door de overheid. Voorwaarde is wel dat scholen in een uitleendienst voorzien voor leerlingen die daarom verzoeken.
In totaal trekt de Vlaamse Regering hier 325 miljoen euro voor uit.
Scholen in het basisonderwijs zullen inderdaad collectieve infrastructuur voorzien, zoals verbeterde ICT-lokalen, laptopkarren of een uitleendienst van laptops. Er wordt daarvoor een overgangsscenario voorzien, zodat scholen niet op 1 september 2025 helemaal van nul moeten starten (zie volgende vraag).
Secundaire scholen behouden de vrijheid om te kiezen voor een collectief of individueel aanbod. De bestaande BYOD- (bring your own device), huur- of koopsystemen kunnen dus blijven bestaan, zolang de kostprijs op een proportionele manier wordt doorgerekend aan de ouders en de scholen een laptop garanderen voor elk kind.
Het Digiplan werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering, wat betekent dat het nu wordt uitgerold. We zorgen ervoor dat de scholen nog middelen ontvangen in 2025. Scholen krijgen tot 1 september 2026 de tijd om te werken aan een ICT-beleidsplan en een herziening van hun pedagogisch beleid. Scholen kunnen er ook voor kiezen om hun digitaliseringsmiddelen over te dragen om het bijhorende beleid doorheen de tijd te hervormen.
Neen. Scholen die een ICT-beleidsplan hebben, kunnen dat behouden. Voor scholen die dat niet hebben, voorzien we een hulptool die het Kenniscentrum Digisprong aanbiedt. De ICT-beleidsplanner is een soort leidraad die scholen zonder ICT-beleidsplan kunnen volgen. Het is niet verplicht de tool te gebruiken.
We zien wel dat scholen met een ICT-beleidsplan beter scoren op digitale didactiek dan scholen zonder.
Het Digiplan voorziet een laptop voor elke leerkracht. Het doel is net om de laptop beter in te zetten waar nodig, met de focus op leerwinst. De Vlaamse Regering voorziet ook extra budget om leerkrachten op te leiden, onder meer rond cybersecurity en de gevaren van sociale media.
Het is net de bedoeling dat de leerkracht de laptop efficiënter en gerichter gaat inzetten, op voorwaarde dat de leerling er leerwinst mee kan boeken.
Neen. Scholen moeten zich wel aantoonbaar professionaliseren in digitale didactiek en een keurmerk helpt scholen kwaliteitsvolle professionaliseringsprogramma’s herkennen. Indien gewenst kunnen scholen nog gebruik maken van professionaliseringen zonder keurmerk, waaronder aantoonbare interne kennisdeling en professionalisering.
We merken dat nog te weinig scholen zich bewust zijn van de gevaren. Letterlijk alles en iedereen kan het slachtoffer worden van hacking. Dus ook scholen. Daarom is het belangrijk dat scholen daar actief op inzetten. De Vlaamse Regering heeft 10 miljoen euro uitgetrokken voor professionalisering, daar is cybersecurity een onderdeel van.
Het afleggen van de Vlaamse toetsen of andere gestandaardiseerde toetsen kan opgevangen worden met de collectieve middelen, omdat het niet over elke leerling van een volledige school gaat. De Vlaamse toetsen bijvoorbeeld zijn er op dit moment enkel voor het vierde leerjaar basisonderwijs en het tweede jaar secundair onderwijs. Zoiets kan opgevangen worden met computerlokalen, uitleendiensten of laptopkarren. In de vorige Digisprong waren er laptops voor het vijfde en zesde leerjaar. Toen bestond ook de vrees dat het niet zou lukken om alle leerlingen van het vierde leerjaar samen de Vlaamse toetsen te laten afleggen. In de praktijk is er op dat vlak geen enkel probleem vastgesteld.
Absoluut. Het Digiplan bevat meer waarborgen voor een betaalbare schoolfactuur. Scholen moeten de toegang tot digitale leermiddelen voor iedere leerling verzekeren. Wanneer de school vereist dat de digitale leermiddelen na de schooluren worden gebruikt, wordt een uitleendienst via bruikleen aangeboden aan de leerlingen. Daarvoor kan een gebruikersvergoeding en waarborg worden gevraagd om het eigenaarschap en de goede zorg voor de toestellen te waarborgen.
Het Rekenhof stelde in september 2024 vast dat secundaire scholen nog steeds gebruikersbijdragen en waarborgen vroegen voor digitale leermiddelen, ondanks de ruime subsidiëring door de Digisprong.
Om scholen op weg te helpen, zal het Kenniscentrum Digisprong hen referentieprijzen meegeven. De school moet in het schoolreglement vermelden hoe ze de kosten voor IT-materiaal doorrekent, welke sociale correcties ze voorziet om gelijke toegang tot digitale leermiddelen te garanderen, en welke klachtenprocedure mogelijk is.
Ouders kunnen een klacht indienen bij de Commissie Zorgvuldig Bestuur en zullen buitenproportionele schoolfacturen kunnen melden aan de Vlaamse Overheid. Er zullen ook steekproeven komen om na te gaan of scholen geen buitenproportionele kosten aanrekenen.
Tot slot zal het Kenniscentrum Digisprong scholen ondersteunen en informeren over hoe ze voordelige overeenkomsten kunnen onderhandelen voor de aanschaf en verdeling van digitale leermiddelen.
Kunnen we je helpen?
Foutje gezien? Een link die niet werkt? Laat het ons weten!
Krijg je graag ergens meer informatie over? We bekijken je vraag en zien wat we kunnen doen.
Schrijf je in op onze nieuwsbrief
Blijf je graag op de hoogte van de laatste nieuwtjes? Schrijf je dan nu in voor onze maandelijkse nieuwsbrief.