Mijn VerbouwPremie voor appartementen en appartementsgebouwen

U kunt als:

1. eigenaar-bewoner
2. verhuurder aan een woonmaatschappij en
3. andere investeerder (niet-eigenaar-bewoner)

een Mijn VerbouwPremie vragen voor werken aan privatieve delen van een appartementsgebouw (werken in/aan een individueel appartement). Voor meer informatie over de 3 doelgroepen ga naar ‘Wie kan Mijn VerbouwPremie aanvragen?’. U vraagt de premie aan per appartement afzonderlijk. De premie komt toe aan de aanvrager.

Privatieve delen van een appartement zijn alle delen van het appartementsgebouw die enkel en alleen gebruikt worden door de bewoners van dat ene appartement. De werken waarvoor u in aanmerking komt zijn dezelfde als voor een eengezinswoning en zijn daarnaast afhankelijk van de doelgroep en inkomenscategorie waartoe u behoort. U vindt een detail van de werken op de pagina ‘Werken die in aanmerking komen voor Mijn VerbouwPremie’.

De werken komen in aanmerking voor zover ze behoren tot één appartement (dus geen werken uitgevoerd aan de gemeenschappelijke delen).

De premieaanvraag en premieberekening verlopen grotendeels op dezelfde manier als voor eengezinswoningen.

• Een premieaanvraag kan slechts betrekking hebben op één appartement.
• De eigenaar-bewoner, verhuurder aan een woonmaatschappij of andere investeerder dient een aanvraag in per appartement of wooneenheid.
• De premie gaat naar de aanvrager.
• Voor werken aan privatieve daken, buitenmuren en vloeren, moet u de basisakte opladen waaruit blijkt dat het effectief gaat om een privatief deel en geen gemeenschappelijk deel.
• De facturen die u bij de aanvraag moet bijvoegen, mogen op de aanvraagdatum van de premie maximaal 2 jaar oud zijn (24 maanden). Dit geldt zowel voor tussentijdse facturen als voor de eindfactuur.

U kunt Mijn VerbouwPremie via Mijn VerbouwLoket(opent in nieuw venster) aanvragen. Op de pagina ‘Hoe vraag ik Mijn VerbouwPremie aan’ vindt u een stappenplan en instructiefilmpjes die u wegwijs maken.

Bij werken aan de privatieve delen (open definitie) van het appartementsgebouw heeft men recht op dezelfde premies als een investeerder in een woning. De doelgroep waartoe de investeerder behoort, wordt op dezelfde manier bepaald als voor een woning. U kunt de bedragen raadplegen op de specifieke webpagina over de categorie van werken waarvoor u een premie wilt aanvragen onder de rubriek ‘Bedrag’ bij 1. Woningen en privatieve delen appartement.

De aanvraag voor de basispremie gebeurt door de investeerder voor het volledige appartementsgebouw.

De investeerder is

• de Vereniging van Mede-Eigenaars (VME). De syndicus vertegenwoordigt de VME en beheert het gebouw. De syndicus dient de aanvraag in.
• één van de eigenaars van het appartementsgebouw. Als er geen vereniging van mede-eigenaars is opgericht voor het appartementsgebouw, wordt de aanvraag eerst ingediend door één individuele investeerder/ één eigenaar die bij de aanvraag het schriftelijk akkoord van alle eigenaars van het appartementsgebouw voegt. Dit kan een particuliere eigenaar of een onderneming of organisatie of andere investeerder zijn.
• één eigenaar als er geen mede-eigenaars zijn. De eigenaar dient de aanvraag in.

De basispremie voor de gemeenschappelijke delen wordt voor het hele gebouw uitbetaald. Is er een vereniging van mede-eigenaars (VME) opgericht? Dan komt de premie toe aan de VME. Werd de aanvraag door één van de eigenaars ingediend, dan wordt de volledige premie ook uitbetaald op het rekeningnummer dat opgegeven werd bij de premieaanvraag. De premie zal nadien volgens proportioneel aandeel per appartement (per eenheid) door de VME of investeerder moeten verdeeld worden. Het proportioneel aandeel van een apart berghok of garage telt hier niet mee.

De basispremie kan niet worden aangevraagd door een eigenaar-bewoner, verhuurder aan een woonmaatschappij of andere investeerder voor één individueel appartement. Dit is ook niet mogelijk als bijvoorbeeld de facturen voor deze werken aan gemeenschappelijke delen afzonderlijk per appartement zouden zijn opgemaakt.

De investeerder doet de aanvraag voor elke categorie waarin werken werden uitgevoerd aan de gemeenschappelijke delen, ook de werken waarvoor de investeerder in het gebouw zelf geen recht heeft op een premie. Dit is nodig om een aanvullende premie te kunnen vragen.

• Werken aan de buitenschil - isolatie (en eventueel asbestverwijdering, hogerendementsbeglazing

• Werken aan de gemeenschappelijke installaties voor hernieuwbare energie

• Voor werken uitgevoerd in volgende categorieën moet u de premie wel aanvragen (voor de aanvullende premie), maar krijgt u geen basispremie:

• De investeerder moet steeds één aanvraag voor het volledige gebouw indienen via Mijn VerbouwLoket(opent in nieuw venster). Hij doet de aanvraag voor elke categorie waarin werken werden uitgevoerd aan de gemeenschappelijke delen, ook de werken waarvoor de investeerder in het gebouw zelf geen recht heeft op een premie.

• Als u Mijn VerbouwPremie voor uw Vereniging van Mede-Eigenaars (VME) wilt aanvragen, zal u tijdens het aanmelden in het Mijn Verbouwloket moeten selecteren namens wie (welke VME) u de aanvraag wilt indienen. U dient tijdens het aanmelden te kiezen voor ‘organisatie’ of ‘onderneming’. U kiest dus niet voor uzelf als ‘natuurlijk persoon’.

  Staat de VME waarvoor u de aanvraag doet nog niet vermeld als organisatie of onderneming ? Dan bent u nog niet als natuurlijke persoon gekend als wettelijk vertegenwoordiger voor de VME. Als een persoon wel een wettelijke functie uitoefent, maar niet in de KBO vermeld staat als functiehouder, moet dat geregistreerd worden(PDF bestand opent in nieuw venster).

• U moet de basispremie voor de gemeenschappelijke delen van een appartementsgebouw voor elke categorie van werken afzonderlijk aanvragen. Heeft u bijvoorbeeld zowel dakisolatie met een nieuw dak als muurisolatie met pleisterafwerking laten plaatsen, dan vraagt u de premie voor de dakwerken en de premie voor de buitenmuur in 2 aparte aanvragen.
• U gebruikt het EAN-nummer van de gemeenschappelijke delen. Als dat er niet is, vult u de EAN van een van de appartementen in.
• Na ontvangst van de aanvraag voor de basispremie, krijgt de investeerder een melding om de aanvullende premie aan te vragen. Het is aan de investeerder (meestal VME) om de eigenaars van de appartementen in het gebouw hiervan te verwittigen.

U kunt de bedragen voor werken aan gemeenschappelijke delen raadplegen op de specifieke webpagina over de categorie van werken waarvoor u een premie wilt aanvragen onder de rubriek ‘Bedrag’ bij 2. Gemeenschappelijke delen appartementsgebouwen - basispremie.

• De premie is voor de categorieën dak, buitenmuren en vloer beperkt tot de forfaitaire premie per vierkante meter nieuw geplaatste isolatie.
• voor de categorie ramen en deuren die behoren tot de gemeenschappelijke delen beperkt de premie zich tot het nieuw geplaatste hogerendementsglas.
• Voor collectieve installaties hernieuwbare energie wordt het premiebedrag vermenigvuldigd met het aantal appartementen en andere niet-residentiële eenheden in het gebouw.
• Als dit het geval is, wordt de basispremie verhoogd met de bonus voor gelijktijdige isolatie en asbestverwijdering in de categorie dak. In de categorie is deze verhoging voor asbestverwijdering en isolatie er enkel voor aanvragen van de basispremie tot en met 30 juni 2025.
• Voor de basispremie voor investeringen in de gemeenschappelijke delen van een appartementsgebouw geldt geen maximuminvesteringsbedrag. Er geldt wel een minimum factuurbedrag van 1.000 euro exclusief btw.

De administratieve, technische en factuurvoorwaarden voor de verschillende categorieën die gelden voor woningen, zijn ook van toepassing voor appartementsgebouwen.

De investeerder kan slechts om de 5 jaar (na aanvraagdatum) van een eerdere Mijn VerbouwPremie voor dezelfde categorie een premie krijgen.

Voor aanvragen aanvullende premie tot en met 30 juni 2025

Komt in aanmerking voor de aanvullende premie:

• een eigenaar-bewoner van de laagste of middelste inkomenscategorie
• een verhuurder aan een woonmaatschappij.

Voor aanvragen aanvullende premie vanaf 1 juli 2025

Komt in aanmerking voor de aanvullende premie:

• een eigenaar-bewoner uit inkomenscategorie 3 of 4
• een verhuurder aan een woonmaatschappij

De datum van de aanvraag voor de aanvullende premie geldt om te bepalen tot welke doelgroep en inkomenscategorie u behoort. Men kijkt hiervoor naar het laatst gekende belastbaar inkomen en de gezinssituatie op het moment van de aanvraag.

Werken aan de gemeenschappelijke delen in de aanvraag voor de basispremie komen in aanmerking voor de aanvullende premie. De gemeenschappelijke delen zijn delen van het gebouw die niet exclusief gebruikt worden door één appartement. Surf voor meer info over de voorwaarden per categorie van werken naar de pagina werken die in aanmerking komen voor Mijn VerbouwPremie.

• De basispremie moet altijd eerst ingediend zijn vooraleer u de aanvullende premie kunt vragen. Alle nodige documenten (facturen, attesten,…) voor de verschillende categorieën van uitgevoerde werken worden bij de aanvraag van de basispremie aangeleverd.
• Zodra de basispremie ingediend is, kunt u als eigenaar-bewoner of verhuurder aan een woonmaatschappij de aanvullende premie aanvragen. U hoeft dus niet te wachten op de beslissing over de basispremie.
• U dient één aanvraag in per individueel appartement.
• U moet de aanvullende premie voor de gemeenschappelijke delen van een appartementsgebouw voor elke categorie van werken afzonderlijk aanvragen. Bij werken aan bijvoorbeeld zowel dak als buitenmuren vraagt u de premie voor de dakwerken en de premie voor de buitenmuren in 2 aparte aanvragen.
• U gebruikt bij de aanvraag het individuele EAN-nummer van het appartement.
• Via het EAN-nummer ontstaat automatisch een link met het dossier van de basispremie. De aanvraag voor aanvullende premie wordt dus gekoppeld aan de aanvraag voor de basispremie. U kunt enkel een aanvullende premie vragen voor de categorieën van werken waarvoor ook een basispremie werd gevraagd. Bij het indienen van de aanvraag voor de aanvullende premie zal er dus gecontroleerd worden of er al een aanvraag door de investeerder voor deze werken voor het volledige gebouw werd ingediend.
• De behandeling van de aanvraag van de aanvullende premie begint pas na de beslissing en de beroep(stermijn) van de aanvraag basispremie. De beroepstermijn voor de basispremie is 2 maanden vanaf de datum van de beslissing.
• De aanvraag van de aanvullende premie moet binnen de 2 jaar na de melding van ontvangst van de premieaanvraag voor de basispremie voor werken aan de gemeenschappelijke delen gebeuren.

Op de pagina ‘Hoe vraag ik Mijn VerbouwPremie aan’ vindt u een stappenplan en instructiefilmpjes die u wegwijs maken.

De berekening van het premiebedrag voor de aanvullende premie gebeurt als bij aanvragen voor een eengezinswoning of de individuele delen van een appartement verminderd met het bedrag van basispremie investeerder volgens proportioneel aandeel. De basispremie die dus al voor uw appartement werd toegekend voor deze categorie van werken wordt hiervan afgetrokken. Het proportioneel aandeel van een apart berghok en/of garage telt niet mee. De basispremie kan ook 0 zijn (vb. voor de categorie elektriciteit).

U kunt de bedragen raadplegen op de specifieke webpagina over de categorie van werken waarvoor u een premie wilt aanvragen onder de rubriek ‘Bedrag’ bij 2. Gemeenschappelijke delen appartementsgebouwen - aanvullende premie.

• De premie is beperkt tot een maximumbedrag afhankelijk van de categorie van de werken.
• Het minimum investeringsbedrag van 1.000 euro exclusief btw geldt niet voor de aanvullende premie.
• Voor de aanvullende premie heeft u geen recht op de bonus voor asbestverwijdering. Deze wordt namelijk al verrekend in de basispremie.

De administratieve, technische en factuurvoorwaarden voor de verschillende categorieën die gelden voor woningen zijn van toepassing. Deze worden éénmalig gecontroleerd bij de aanvraag van de basispremie.

Voor een bepaalde categorie van werken aan de gemeenschappelijke delen kunt u slechts om de 5 jaar (na aanvraagdatum) van een eerdere Mijn VerbouwPremie voor dezelfde categorie) een premie krijgen.

Binnen Mijn VerbouwPremie is een appartementsgebouw een gebouw met:

• minstens twee appartementen of
• een wooneenheid en minstens een niet-residentiële eenheid of een eenheid zonder woonfunctie (bijvoorbeeld een winkel op de gelijkvloerse verdieping met daarboven minstens één appartement).

Een appartement beschikt over de nodige woonvoorzieningen om als autonome woning dienst te doen. Ook meergezinswoningen waarbij minstens 2 wooneenheden, appartementen of woningen aanwezig zijn binnen hetzelfde gebouw vallen onder deze regeling.

Als het appartementsgebouw minstens 2 mede-eigenaars van minstens 2 verschillende kavels heeft in hetzelfde gebouw, spreken we over gedwongen mede-eigendom. Elke eigenaar heeft een individueel eigendomsrecht en is ook eigenaar in onverdeeldheid van de gemeenschappelijke delen (voorbeeld dak, lift, gang, zonnepanelen van appartementsgebouw). Bij gedwongen mede-eigendom is de oprichting van een vereniging van mede-eigenaars (VME) in principe verplicht.

De privatieve delen en individuele installaties behoren tot één gebouweenheid of één appartement. Ze worden enkel gebruikt door de (eigenaar-)bewoner(s) van dat appartement. Het gaat bijvoorbeeld om

• ramen en deuren die behoren tot één appartement
• de binnenruimtes van één appartement
• elektriciteit en sanitair van één appartement
• een individuele installatie voor verwarming en/of de productie voor sanitair warm water
• dak, buitenmuur of vloer die betrekking hebben op één appartement volgens de basisakte (bijvoorbeeld uitbouw aan een gelijkvloers appartement)

De gemeenschappelijke en collectieve installaties van een appartementsgebouw zijn alle delen van het gebouw die niet exclusief gebruikt worden door één appartement. Ze behoren niet tot een privatief gedeelte van een appartement. In het algemeen is een deel dat door meer dan één mede-eigenaar wordt gebruikt een gemeenschappelijk deel. Het kan gaan om:

• dak, buitenmuren (gevel), vloer/fundering (gelijkvloers)
• ramen en deuren van gemeenschappelijke ruimtes (zoals de toegangsdeur)
• gemeenschappelijke binnenruimtes, bijvoorbeeld de hal, trappenhal, gangen of een gedeelde zit- of wasruimte
• collectieve installaties voor verwarming en/of de productie voor sanitair warm water zoals gascondensatieketel, warmtepomp, warmtepompboiler en zonneboiler die dient voor meerdere/alle appartementen of andere eenheden in hetzelfde appartementsgebouw

Een Vereniging van Mede-Eigenaars (VME) is een rechtspersoon die alle mede-eigenaren van een appartementsgebouw samenbrengt. Elk appartementsgebouw met mede-eigendom moet verplicht een VME hebben.

De syndicus vertegenwoordigt de VME en staat in voor het beheer en onderhoud van het appartementsgebouw. De syndicus kan professioneel zijn (voorbeeld een immokantoor), maar dat hoeft niet. De VME kan ook een van de eigenaren van het gebouw aanstellen als syndicus.

De basisakte is een noodzakelijk document bij een appartementsgebouw met mede-eigendom. Het heeft de vorm van een notariële akte en bevat de volgende elementen:

• een beschrijving van de eigendom met de gemeenschappelijke en privatieve delen van het appartementsgebouw
  • In het algemeen is de gebouwschil gemeenschappelijk, alsook de schoorsteen en de balkons.
  • De basisakte vermeldt als hier uitzonderingen op zijn (vb. een dakdeel van een privé-uitbouw op het gelijkvloers).
  • Bij geen uitdrukkelijk vermelding in de basisakte, wordt het aanzien als gemeenschappelijk.
• een beschrijving van het onroerend goed in zijn geheel
• het proportioneel aandeel van elk appartementen (elke mede-eigenaar) in de gemeenschappelijke delen van het gebouw. Dit is het aandeel dat elke privatieve eenheid (elk appartement) heeft in de gemeenschappelijke delen.

Bent u de enige eigenaar van het gebouw en is er geen basisakte, dan kunt u het aantal eenheden (aantal appartementen en eventueel niet-residentiële eenheden) ook terugvinden in de aankoopakte of de omgevingsvergunning. Een appartementsgebouw met meerdere eigenaren heeft in principe altijd een basisakte.