Gedaan met laden. U bevindt zich op: Metadata: Gebrek aan woonruimte Gebrek aan woonruimte

Metadata: Gebrek aan woonruimte

Verantwoordelijke entiteit

Wonen in Vlaanderen – Steunpunt Wonen

Metadatafiche laatste update

30-09-2025

Databron

De gegevens voor deze statistiek worden verzameld in het kader van de woonsurvey. De Woonsurvey 2023 bestond uit 2 delen: een face-to-face bevraging en de zogenaamde woningscreening. Tijdens het interview werd bewoners gevraagd naar hun sociaaleconomische kenmerken, de kenmerken van hun woning en woonomgeving. Deze bevraging volgt de CAPI-methode (Computer Assisted Personal Interviewing). De respondent vult hierbij een digitale vragenlijst in onder begeleiding van een (fysiek aanwezige) interviewer. Tijdens de woningscreening werd een objectieve meeting van de staat en kwaliteit van de woning uitgevoerd door organisatie Vastgoedexperts. Technisch opgeleide experts screenen hierbij de woning aan de hand van het technisch verslag woningkwaliteit.

In 2005 werd een eerste keer een gestandaardiseerd interview afgenomen bij een steekproef van huishoudens. Een gelijkaardige bevraging werd herhaald in 2013 en in 2018. In 2013 werd aan het interview voor de eerste keer ook een objectieve screening van de woningkwaliteit gekoppeld. In 2023 is dit gecombineerd opzet van interview en inwendig woononderzoek herhaald.

Statistische populatie

De steekproef van de Woonsurvey, bestaande uit inwonende referentiepersonen, werd getrokken uit het rijksregister van huishoudens in het Vlaamse Gewest. Het onderzoek, de resultaten en de uitspraken hebben dus enkel betrekking op het deel van de woningvoorraad waar er huishoudens gedomicilieerd zijn. Langdurig leegstaande woningen, tweede verblijven, studentenkamers, woningen bewoond door personen zonder legaal verblijfstatuut,… zijn niet in het onderzoek opgenomen. Referentiepersonen zonder domicilie of die verblijven in een collectieve voorziening vallen buiten beschouwing.

Variabelen

Gebrek aan woonruimte wordt bevraagd via volgende vragen:

  1. Woont u in UW woning samen met andere mensen? Hiermee dient u rekening te houden met uw eventuele partner of kinderen, maar ook met andere familieleden of vrienden.

De antwoordmogelijkheden zijn

  • Ja
  • Neen

  1. Met hoeveel personen woont u momenteel samen? Zonder uzelf mee te tellen.

  1. Kan u over de personen uit de voorgaande vraag enkele bijkomende gegevens verschaffen?

Waarbij er informatie wordt gevraagd over de relatie met de respondent (partner, inwonende kinderen, ouders of schoonouders, grootouders, kleinkinderen, vrienden en kennissen en anderen), leeftijd, geslacht (man of vrouw), permanent inwonend (ja of nee) en ten laste of niet (ja of nee).

  1. Hoeveel van volgende vertrekken zijn er aanwezig in uw woning?

Respondenten kunnen voor volgende vertrekken aangeven hoeveel er aanwezig zijn in hun woning: keukens, leefruimtes (= eethoek(en) en/of zithoeken, slaapkamers (kamers die effectief als slaapkamer worden gebruikt), speelkamer, ontspanningskamer, enzovoort (incl. slaapkamers die niet gebruikt worden als slaapkamer), bureau voor privé-gebruik of telewerk, vertrek voor professionele doeleinden (vb. kinestist, psycholoog, …), berging, garage in de woning, bruikbare kelder (waar men in kan wandelen) en beloopbare zolder.

  1. Hoeveel kamers in de woning kunnen dienen als slaapkamer?

Bewerkingen

Gebrek aan woonruimte: wanneer een huishouden niet kan beschikken over een minimum aantal kamers. Het minimum aantal kamers (keuken, badkamers, gangen, hallen, bergruimtes, … niet inbegrepen) wordt als volgt bepaald:

  • een kamer voor het huishouden
  • een kamer voor elk koppel
  • een kamer voor elke alleenstaande persoon van 18 jaar of ouder
  • een kamer voor twee alleenstaande personen van hetzelfde geslacht tussen 12 en 17 jaar
  • een kamer voor elke alleenstaande persoon van verschillend geslacht tussen 12 en 17 jaar
  • een kamer voor twee kinderen onder 12 jaar.

De statistiek werd berekend voor alle respondenten en voor volgende subgroepen: eigenaars, private huurders, sociale huurders, alleenstaanden, eenoudergezinnen, koppels zonder kinderen, koppels met kinderen, 18-34 jarigen, 35-44 jarigen, 45-64 jarigen, 65-plussers, tewerkgestelden, respondenten op (brug)pensioen, werklozen, zieken/arbeidsongeschikten, laaggeschoolden, middengeschoolden en hooggeschoolden, Belgen, niet-Belgen, respondenten in inkomenskwintiel 1, inkomenskwintiel 2, inkomenskwintiel 3, inkomenskwintiel 4 en inkomenskwintiel 5.

De data werden gewogen op basis van volgende achtergondkenmerken: sociale huur, leeftijdscategorie, het huishoudtype, het woningtype en de locatie (provincie en ruimtelijke indeling). De weegmethode is gebaseerd op een populatiegebaseerde benadering en de weegtechniek “iterative proportional fitting”, ook wel “raking” genoemd, werd toegepast. Deze techniek zorgt voor een haast perfecte overeenkomst (van ten minste 99% bij de bevraging) tussen de Woonsurvey data en de Vlaamse populatieverdeling voor de 5 gekozen weegvariabelen.

Accuraatheid

De weergegeven resultaten zijn schattingen op basis van een enquête. Daarom moet rekening gehouden worden met een onzekerheidsmarge. Het gaat om puntschattingen die met een bepaalde betrouwbaarheid in een betrouwbaarheidsinterval liggen. Evoluties in cijfers zijn enkel statistisch significant (veralgemeenbaar naar de populatie) indien de betrouwbaarheidsintervallen van opeenvolgende cijfers elkaar niet overlappen. Hetzelfde geldt bij het vergelijken van cijfers van verschillende groepen: die zijn enkel significant als de betrouwbaarheidsintervallen van de betrokken groepen elkaar niet overlappen. Voor meer detail bij de significantie van de evoluties van de indicatoren verwijzen we naar de rapporten van het Steunpunt Wonen.

De initiële basis-steekproefselectie bestond voor de Woonsurvey 2023 uit 2 trekkingen, in totaal goed voor 14.283 referentiepersonen. Deze steekproeftrekkingen zijn gestratificeerd op gemeentelijk niveau. Voor de eerste trekking is de kans voor een gemeente om geselecteerd te worden evenredig aan het bevolkingsaantal van die gemeente. De tweede trekking gebeurt met “teruglegging”, waardoor sommige (grotere) gemeenten meermaals voorkomen. Door een lage respons en de vrees voor een te lage representatie van sociale huurders in de steekproef, zijn er 1.241 extra sociale huurders geselecteerd via een koppeling aan administratieve data van de sociale huisvesting (Wonen in Vlaanderen). Dankzij deze ophoging bevat de survey genoeg sociale huurders om betrouwbare uitspraken te doen over deze groep.

Het finaal aangeleverde basisbestand van de Woonsurvey 2023 bevat 4.467 observaties wat overeen komt met 29 % van de bruto steekproef. Indien enkel rekening wordt gehouden met de geldige adressen die ook effectief bevraagd zijn, stijgt de responsgraad naar 32%. Na data-cleaning en het samenbrengen van de data zijn er 4.417 bruikbare observaties voor de bevraging, waarvan 2.706 respondenten voor de woningscreening.

Vergelijkbaarheid

Geografisch vergelijkbaar en vergelijkbaar in de tijd binnen de Woonsurvey.

Referenties

/

Naar de statistiek